dinsdag 15 juli 2014

ZOMERZAND: DAG 14

Gastvrouwen moeten zich goed voorbereiden. Elke keer als er iemand op bezoek komt, met de bedoeling hier ook te slapen (want dat weet je niet altijd op voorhand), ruim ik op. Met mate. Het opruimen zelf blijkt altijd  verdoezelen.  En nooit geraak ik rond met alle hoeken in alle kamers. Omdat ik morgen bezoek ontvang, dat drie nachten blijft hangen, wil ik er wat meer werk van maken. Mijn huis is na afgelopen weken een heel erg groot rommeltje! Opruimen, meid! Go!

Het meisje met de twee katten verzamelt in een week veel haar. Na enkele weken, hoopt het haar zich op in grote bergen. Bergen die zo hoog zijn, dat wie op de top zit, de hele straat kan overzien. Dus is het zaak om dat haar op tijd op te zuigen. Of te verbranden. Op te ruimen: desnoods. Het raam uitgooien. Op een dag was het meisje vergeten om de grote heuvel op te ruimen. En ze vergat en ze vergat dat maar. Tot ze het niet meer zag: dat haar. Maar ze voelde het des te meer. Op haar armen. Op haar lippen. Opeens leek ze zelfs tapijt te hebben. Toen ze zelf bijna in de grote berg verdween, merkte ze het met een grote schok op en schrok alle haren in een vreetbui op.

Ga ik dit nog doen? Ja. Dat moet. Zo kan ik onbeschaamd mensen onverwacht ontvangen in mijn huis. Een huis is vaak te groot om het enkel met jezelf en twee katten te delen. Er is altijd wel een hoekje waarin een logeetje past. Of een verdwaalde vriend.

Meer info over deze rubriek? Klik hier.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (418): Madeliefjes

  Op eerste dag dat ik de lente voelde, bezocht ik met mijn moeder mijn vader. Nu ze niet meer met de fiets rijdt, geraakt ze er zelf niet m...