maandag 14 februari 2011

Liefdesbrief

Mijn mooi lief,

Toen ik ooit vertelde over oude liefdesbrieven zuchtte je diep: 'mij heb je nooit...'. Dat klopt. We zien elkaar de hele tijd en als er naast die tijd wat te zeggen is, sms'en we elkaar gratis. Of toch tenminste heel goedkoop. Bijgevolg weet je inderdaad niet hoe mijn letters krullen bij het schrijven van jouw naam en hoe ik tot te veel witregels kom bij het benoemen van gevoel.

Maar nét vandaag, wil ik toch de moeite doen om in dit spierwit blad te kruipen en je met woorden vol met liefs te besluipen. Niet omdat het er opeens toe doet: Valentijn is het voor mijn part elke dag. Jij beroert me. Dat is het waarom ik doe.
Jij leest zelden woorden in een brief. Liever praat je oog in oog en onomwonden. Jij vindt me alle dagen zoet. Ik zeg het vaak: ik jou de ene dag wat zoeter dan de ander.
Vandaag schrijf ik je mijn liefde toe. En dat die waarschijnlijk nog een tijd zal blijven duren.

Nooit had ik het in mezelf gezien: ik bij jou en jij bij mij. Zelfs niet na die eerste keer. Waarom ik je die avond nog terug opzocht, ik vroeg het me af de ochtend daarna. Alles wat je had, lag daar op een hoopje. Geen geheim maakte je daarvan. Eerlijk gaf je zelfs je grootste mankementen toe. Ik bedacht je eerst heel zielig. Dat geef ik eerlijk toe. Het leek me saai om steeds een man te treffen die geen geheimen voor me had. Ik delf zo graag in redens.
Ik ontdek zo graag een list tot strijden maar bij jou stond mijn lust tot dromen met wat er was opeens op zelfde voet. Dat wende moeilijk, dacht ik. Alsof ik hoger was, dan hoe jij me was verschenen.

Maanden later bedenk ik nu: jij geeft me pas. Alles wat jij bent is beter dan wat me ooit in dromen is verschenen. Omdat jij jij bent in je hele lijf en leden. Je voelt mij en mijn naasten meer aan dan wat de meesten denken te weten. Wat ik voor je voel, is meer dan voor eender wie in het verleden.
En nét vandaag mag dit wel eens op papier aan jou worden gezegd. Meer nog: zelfs anderen mogen dit voor mijn part gerust eens weten. Niet dat zij er wat toe doen, zo tussen jij en ik.

Men denkt zo vaak dat liefde zoals in boeken is. Dat wie dit mist, verloren is.
Maar nét vandaag schrijf ik dat er meer te vinden is, dan voor wie verder kijkt dan eigen neus. Dat een hart ook vragend groeit.
In droom weet jij me als enige te bevoelen.
En bovenal: dat ons – net zoals wij in lakens – uit de voegen groeit en dat dit me nog nooit of nimmer heeft gespeten. Jij behoort me toe. Meer dan dat je ooit met deze brief zal weten.


Mijn lief, ik draai te zuinig met mijn pen als ik mijn liefde voor jou wil verwoorden. Dat spijt me niet. Elke dag wat mooiers aan jou te geven. Daar ga ik voor in dit leven.

Zoen,
Zoet!

(Deze brief verscheen op 12/02/2011 in Nina, weekendbijlage van Het Laatste Nieuws)

donderdag 10 februari 2011

Verzoek

Ook al lijkt het anders,
uw bestemming is bereikt.

De muur is nieuw alsook
de grauwe kleur en wat
je hoort dat hoort er bij.

Stap gerust naar binnen.
Weet dat ogen kunnen breken
maar niet voordat ze zien

dat stenen kunnen groeien
met wat je dacht te vinden.

Treed verder, kom binnenin!

donderdag 3 februari 2011

Schok

Idioot te denken dat wij nooit
de witte jas te zien krijgen.
Terwijl we wachten valt een ooit
tussen onze oren en al ons voeten.

Bij dat vallen hoort een snik
die door muren schuurt en bonkt.
We denken het nu opeens te zien:
een man haalt ons op. Wij schrikken.

Wat we zien is met geen honderd,
geen duizend witte jassen te omvatten.

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...