maandag 23 maart 2009

Irritant onverdraagzaam.

Al te vaak wordt het van daken en torens geschreeuwd: 'Weest allen verdraagzaam!'. Ook Tany stond eerder mee te roepen met volle longen. Tot gisteren. Gisteren kreeg ze een klop van de gevreesde hamer toen ze bemerkte dat ze zelf behoorlijk onverdraagzaam reageerde. Verschillende keren in één namiddag!

Als men op een mooie zondagnamiddag 70 km per uur blijft aanhouden op het eerste rijvak van een snelweg zonder wegwerkzaamheden. Tot daar aan toe. Als dat ook gebeurd op de tweede (en tevens laatste) rijstrook. Tja! Dan wordt een zeker gegrom aangemaakt.

Als men zonder kijken een zebrapad met rode stoplichten oversteekt. Als men koppig op één lijn op de stoep marcheert zonder enig aanvoelen van: "Zij kan niet aan de kant, maar ik wel. En dan?" Als een parkeerautomaat duidelijk aangeeft dat stukjes van vijf cent mogen, maar de muntjes uit blijft spuwen zodat je wel tot de volgende ochtend moet betalen. Dan is het niet meer te stuiten. Gegrom zwelt aan! Maar oké, het is lente. Dan grom je lichter. Minder beer.

Als men in een mooi kader van zeezicht een intimistisch concert met een Senegalese luitspeler organiseert, dan kan er inderdaad wel wat geroezemoest worden. Baby's huilen. Kinderen voorbijschaatsen. Tot daar aan toe. Zo duur is een kaartje niet. Maar dat de 'grote mensen' niet eens een kwartier hun plasje kunnen ophouden. Of hun glas bijhouden. Kletsen. Stoelen bezet houden met kinderen die op de dijk spelen en af en toe een minuutje van hun glas komen nippen. Gretig chips aankopen voor hun kroost. Zelf gretig knabbelen met veel gekraak. Massaal een kwartier vroeger vertrekken om luidruchtig te gaan bowlen. En dan ook nog eens een piepende deur. Tja! Dan wil een brulaap in Tany opstaan en schreeuwen: "Ga in godsnaam thuis van jullie zondag genieten!"

Onverdraagzaam als ze is, rijdt Tany volgende keer wellicht minder goedgemutst naar zee.

maandag 16 maart 2009

Moeders, pas op je ganzen!

Het zal maar je dochter wezen naast je op de trein.
Dat meisje dat dit jaar achttien wordt en na de zomer psychologie gaat studeren. Nu van een opendeurdag weer naar huis rijdt. Met haar mama en haar nieuwe felle tas. Zonder die tas lijkt ze vijftien. Wat klinkt ze jong. Wat is ze fris.

Schuiven daar twee jongens aan met blikjes bier. Dat belooft toch niet veel goeds. Zo op dit uur. Een uur of vijf in de namiddag. Dat nog op een zondag. Tany Minoek ziet de ogen van de moeder glijden van het bier naar de starende wijde pupillen van de jongens. Ze kijken het bloesje van haar dochters lijf. En dochterlief vindt dat wel geil. Dat zegt haar blik en ook haar stijf.

De jongens komen van een feestje van de nacht daarvoor. De een neemt voortdurend het woord en probeert de psychologe-in-het-hoofd te imponeren. Een vlotte gast. Hij vraagt of ze wel zeker weet zo'n zware opleiding te kiezen. Want psychologen hebben het zwaar. Dat is een feit. En trouwens uitgaan is best moeilijk als je zoveel moet studeren. Toch? Moeder stikt bijna in al dat blik en nu ook in die woorden. De andere jongen piept af en toe wat vreemde klanken toe. Maar bovenal: hij zwijgt.

Dan ziet Tany wat er gaande is. Als enige in heel de trein. Een toneeltje van de beste plank. Wat de moeder vreest, dat ziet zij niet. De stille jongen streelt de benen van het meisje. Zo helemaal tot aan haar dij en weer terug. Zijn hele stille rit. Het meisje spint de jongens allebei glimlachend toe. Kijkt af en toe dochterlijk lief naar mama toe. Dan nadert het eindstation en ze wriemelt zenuwachtig in haar tas.

Als de trein stopt, loopt de moeder geshockeerd nog door die blikken eerst de coupé uit. Het meisje aarzelt. En in amper één seconde tijd kust ze de stille jongen op de mond en propt een briefje in z'n hand. De ander kijkt verbaasd. Dwingt haar tot een brave zoen. Hij krijgt verder niets. Hij snapt het even niet. Totdat de trein weer in beweging schiet.

Het briefje gaat van hand tot hand. "Ik vind je echt keileuk." met daarbij haar nummer. De stille jongen zit versuft andermaal te lezen en te lezen.
De luide verbaasd zich over het feit dat ze zo mooi geschreven niet zichtbaar geschreven heeft. En stiekem toch is hij verbijsterd dat niet hij gekozen werd.
Het nummer wordt opgeslagen, ingetikt. De stoere zegt: "Wacht maar tot je haar nuchter ziet..." En dan na meer dan 3 minuten stilte zegt de stille lezend, maar met opeens een minder piepende stem: "Dat is dan nummer vier op rij. Deze week ga ik toch heel goed van de grond. Jonge sletjes ontgroenen, man. Je moet het ook maar eens doen!"

Later aan de bar, zoekt Tany naar een blik die prikt. In haar tas raakt ze de kaft van haar lievelingsboek 'De Passie' aan en lacht daarbij hardop. Nee, ze denkt niet aan de sex. Ze denkt aan een boer met ganzen.

maandag 9 maart 2009

Over het afscheid nemen van de dingen.

De buren vragen het zich wellicht wel hardop af. "Wat gebeurt er in dat huis naast dat van ons? De luiken blijven langer dicht. De keukenkast blijft langer open." Zelfs de katten in de kamer kijken uit hun ogen. Rommel stapelt zich op, zoals vaker, maar dit in vreemde hopen.

Melig is het. Ronduit melig. Mensen die zich hechten, hechten ook aan dingen. Deze week wordt heel wat ingepakt en afgevoerd. Vandaar dus Tany Minoek sommige kopjes kust alvorens ze de kastdeur sluit. Een pan wordt met meer liefde schoongemaakt. Ook het bed blijft deze week wat meer beslapen. CD's die ze in geen jaren hoorde, draaien rondjes in de wisselaar als nooit tevoren.

En straks komen nieuwe dingen. Dingen die nog niet onmiddellijk zullen hechten. Want meligheid komt met de jaren.
Nu aait ze een schoen. "Dag schoen!" Een lichtje. Een stoel. Een bank. Een kleed. Wat er straks de leegte vult, is een zorg voor later. Komt. Vaker.

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...