vrijdag 28 augustus 2009

Verduiveld!

Alsof hij één dezer dagen écht voor haar deur gaat staan.
Zo gaat ze in hem op: de duivel.

Eigen schuld, dikke bult!
Als je teveel onzin verkoopt, ga je vanzelf geloven.

Misschien is hij gewoon de kolder in de kop van haar kat.
Het hoofd waarmee ze stiekem slaapt.
Of de arrogante blik van wie er bij haar zit.
Gewoon de dood in dingen.

Maar ze had er zoveel meer van verwacht. Een blik met kolen.
Minstens bokkenpoten. Zwaveldampje. Vuur vooral.

Kan er misschien iemand - al is het maar voor even - zomaar voor haar deur gaan staan als hem? Ze schrikt dan zo de deur in het slot, dat ze er jaren niet meer over leutert. Dat ze hem dan zo ontkent dat hij niet eens bestaat.

Haar adres is makkelijk opvraagbaar. Niemand?

dinsdag 25 augustus 2009

Hoofdstukje (2)

Iemand zegt: "Door het raam ermee.
Dan blijft het staan en is het maan."

Mooi wel toch dat beeld:
een lichtend hoofd dat je kan zien
telkens als je slapen gaat.

Maar elke nacht kijk je het aan.
Het kijkt niet eens terug.
Je zucht jezelf in slaap want
onbereikbaar voor de blote hand en
het krimpt af en toe banaan.

Nee. Ze rolt het dichter naar zich toe.
Zingt: "Au clair de la lune."

Snurkt even later haakje open dicht.

maandag 24 augustus 2009

Hoofdstukje (1)

Op een nacht word je wakker en hoor je iets.
Nee, zo gaat het niet.

Op een avond ga je slapen en naast je ligt een hoofd.
Een hoofd dat je eigenlijk niet kent.
En let op: alleen een hoofd. Geen romp.

Wat doet dat hier? Wat ligt dat hier te doen?

Het hoofd laat geen ogen zien. Enkel een trillende neus.
Een licht open mond.
Belangrijk ook: geen bloed.

Wat hoor je dan te doen?
Gooi je het de kamer uit of rol je beleefd?


Zij keek. Rustig. Hoorde gesnurk.
Kneep de neus even dicht en nam het bij de kin.
Trok het naar haar hoofdkussen toe.
Bedacht niet eens een lijf.

Sliep in.

vrijdag 14 augustus 2009

Hoop der Moedelozen

Het zou een telefoon kunnen zijn waarvan ze wakker springt. Of een deurbel. Ze weet het niet. In elk geval het trekt haar mee. Het trekt haar mee de wereld in. Alsof het zegt: “Je staat hier te lang stil. Je komt nu mee. Zelfs als je niet wilt.”

Het gooit haar neer en bindt haar vast. Het rijdt haar weg en doet veel meer.
Er komt een nacht. Een dag. Ze vindt het leuk. Doet niets verkeerd. Opeens: het gebeurt. Er wordt gezegd: “Nu je voelde wat je miste, moet je weer terug.”

Ze vraagt nog of er losgeld? Het heeft geen zin: neus tikt weer de eigen deur. Zoals dat gaat: vergeten snel die lessen. Drinkt uit de fles een vieze vloer.

zondag 9 augustus 2009

Boodschap in een fles

(Dit bericht is gericht aan wie het vindt.
Wie het vindt mag niet teveel verwachten.)

Er was een vogel. Hij is gevlogen.
Hij zat er wel maar wist het niet.
Verdween omdat ze hem er zelf uit liet.
Jammer. Niet erg. Geen ramp.
En zeker niet het einde van de wereld.

Er was een strand. Het is gebleven.
Het lag er zo rustig onbedachtzaam bij.
Net zoals ze zelf de hele tijd wou zijn.
Adem in. Adem uit. Adem in en uit.
En dat ze niet alleen, was een tweede.

Maar niet hij. Hem niet.
Zij en ik die uit haar steeg.
Dansen doen we beide.
Golf voor golf en als de zee.

'Take this waltz, take this waltz
Take its broken waist in your hand!'


En als je wil, kom er dan bij.
We dansen je eb. We dansen je vloed.
Niemand die zo gek getijden nadoet.

'Take this waltz, take this waltz
With its I'll never forget you.'

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...