maandag 26 juni 2017

TINE ZIET (72): Etiket

Ik ben vrouw. Single. Volgens alle statistieken weeg ik teveel. ‘Maar hé, dik is ook gezellig.’ En bij jou is alles goed geproportioneerd.’ Heel wat dingen aan mijn lijf zijn scheef en mijn benen zijn koppige melkflessen. Wie me beter kent, merkt dat ik autistische trekjes heb, dat ik best wat zorgzamer mag zijn en dat er heel wat angst in mijn broeit. Het zijn allemaal etiketjes. Ik kan zelf heel wat verrichten om mijn lijf te verlichten van etiketten. Ik kan daar zelf zo ver in gaan als ik zelf wil. Ik kan alles wat niet recht is, recht laten trekken. Bruine benen kunnen uit een flesje komen. Minder buik kan ik een vetopslurpende operatie vinden. Als ik lang genoeg met een bordje rond mijn nek rondloop, vind ik misschien zelfs nog een man. Maar ben ik dan echt labelvrij? Ik denk het niet.

Waarvoor dienen ze toch, die etiketten? In mijn herinnering maakte mijn moeder vroeger rond deze tijd confituur. Meestal was dat rabarberconfituur met aardbeien. Ze plakte er dan een etiketje op: ‘Rabarber-Frezen’ en de datum waarop ze de potten had gevuld en dichtgemaakt. Meer moest daar niet op. En wat was dat duidelijk!  Nu moeten we alles differentiëren. Om bij de pot zelfgemaakte jam te blijven. In principe zou mijn moeder nu ook op het etiket moeten schrijven hoeveel suiker ze eraan toevoegde, of de rabarber en de aardbeien onbespoten bleven en of de pectine die ze gebruikte zelfgemaakt was. Wie de jam eet, weet dan precies welk vlees hij in de kuip heeft. Moet dat nu ook echt met mensen?

Zaterdag vierde ik de verjaardag van Boegie Woegie in de Wereldtuin. Samen met heel wat mensen van allerlei culturen waren we samen blij. Wij. Mensen. Blij. Meer hoeft toch niet?

(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 23/06/17)

maandag 19 juni 2017

TINE ZIET (71): Verwend

Afgelopen week werd ik als bewoner van de Koningstraat behoorlijk verwend. Dinsdag kreeg ik door medewerkers van CAW Menen een kopje soep, dit om de buurt kennis te laten maken met hen. Het is fijn om zomaar warme soep te krijgen aan de deur. Later die week kreeg ik de vraag of ik interesse had om een gratis gevulde bloembak op mijn vensterbank te zetten deze zomer. Het enige wat er van mij verwacht wordt, is dat ik ze regelmatig water geef. Ik hoef geen een of andere vage overeenkomst te tekenen. De mensen die aanbelden, hadden niet de intentie om mijn ziel te kopen. Het zijn mooie initiatieven. Al worden ze niet overal gretig onthaald.

Een man die wat verder in mijn straat woont en heel af en toe een praatje met me maakt, haalde bijvoorbeeld zijn neus op bij de uitnodiging tot het plaatsen van een bloembak, alsof hem een ziekte werd aangeboden. ‘Het is om problemen vragen’, zei hij. ‘Een bloembak op je vensterbank trekt de vandalen aan en die wil ik niet.’ Hij zal niet de enige zijn die ze weigert. Ook de soep zal niet overal warm onthaald zijn.

Het is op zich zonde. Beide initiatieven zijn er niet om commerciële redenen. Ze zijn er om de buurt wat meer te kleuren. Om ons als buren meer met elkaar te verbinden. Hoe mooi zou het niet zijn als we allemaal met een kopje soep in de handen elkaars bloemen zouden bewonderen?

Laatst zag ik een oproep om massaal gevelbankjes te plaatsen. Ook dit zou een fijne manier kunnen zijn om buren te leren kennen. Ik zit zelf te weinig op mijn stoep om mijn buurt van de voorkant te kennen en mijn geveltje is wel heel erg klein. Maar wie weet lukt het ook met twee stoelen. Zou ik? Als je me ziet, kom er gerust bij! 



(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 16/06/17)

maandag 12 juni 2017

Zomerproject: Lof (b)uiten!

 

De zomer brengt traditiegetrouw het beste in de mens naar buiten. Vorig jaar zette ik de bloemen in de bloemetjes, maar dit jaar wil ik wat doen aan die bescheidenheid die dringend eens van onder de aarde moet. Ik betrap zichzelf en anderen er veel te vaak op en wil gedurende de maanden juli en augustus iedereen (inclusief mezelf) oproepen wat trotser te zijn. Tijd om eens met eigen lof naar buiten te treden zonder dat die stinkt.

Mail mij wat jou trots maakt. Dat kan een fase uit je leven zijn, je mooie ogen, een partner, een kind, een huis,... Ik ga dan aan de slag en schrijft een gedicht hiervoor. Op een afgesproken moment zal ik preus dit gedicht met krijtstift (*) op je raam komen schrijven. Daarna feest: nodig minstens 1 mens of dier uit met wie je je fierheid wil delen.

Indien je toch te verlegen bent over je fierheid, kan het ook op bijvoorbeeld een spiegel of het schuifraam van je achterdeur. Jij beslist. Mail me in elk geval ook een foto door van welk vlak jij beschreven wil zien worden.

Vier het fiere! Uit je lof! Zet je trots eens buiten! Laat wat vaak te klein is, eens voorzichtig uit de voegen groeien! Daarna beslis jij zelf hoe lang jij je lof laat staan.

Dit jaar werk ik samen met VZW FRANK, die mijn materiaal bekostigt. Heel graag vraag ik dan ook een vrije bijdrage voor hen,

  (*) Een krijtstift beschadigt geen glas/spiegels. De tekst is achteraf gewoon uit te vegen met een droge of een natte doek zonder sporen achter te laten.

Mailen kan via dit postvakje.

 PS: O ja, dit jaar probeert Tine Moniek weer te rijmen op sportief. Indien mogelijk komt ik per fiets of per stalen ros.

TINE ZIET (70): Braderie

Braderieën: ik hou er eigenlijk niet zo van. Meestal loop ik er in een boog omheen. Vorig weekend hield ik het verrassend genoeg uit op de vlooienmarkt in Duinkerke, daarom bedacht ik dat ik de Sinksenbraderie in onze eigen Barakken ook wel mocht uitvlooien. Vol goede moed vertrok ik tegen de middag te voet richting feestgedruis. Om eerlijk te zijn: ik wist niet wat me overkwam. Eens voorbij de Waalvest kwam ik al in een mensenzeetje terecht. 

Ik wurmde mij een weg langs allerlei kraampjes. Vooral de fidget spinners waren natuurlijk overtollig aanwezig. Gelukkig waren naast de traditionele braderiekramen met zomerse kledij en blaffende hondjes ook heel veel kraampjes met tweedehands spulletjes en fijne optredens. Hoewel ik me vaak langs de buggy’s voor schoothondjes en boodschappentrolleys moest wringen, glunderde ik de hele wandeling door. Nu ben ik van nature uit wel een glunderend exemplaar, maar dat normaal niet in een zwetende en té talrijke massa. Dit was zo’n een fantastische smeltkroes van zoveel verschillende culturen. De observator in mij had de tijd van zijn leven. Al te vaak denkt men dat zo’n mengelmoes marginaal is, maar niets is minder waar. Zoveel tradities bij elkaar verrijken een mensenleven. Als je maar niet de andere kant op kijkt.

Afsluiten deed ik in Mefisto waar cafébazin Christine de veertigste verjaardag vierde van haar café. Ze trakteerde de gasten op optredens van haar zoon Medi. De sfeer zat er duidelijk in. Ik kwam er tot de ontdekking dat mijn ouders me als prille tiener alcohol te drinken gaven: de Panaché bleek geen limonade. Maar wat een panache die braderie! 

(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 09/06/17)

dinsdag 6 juni 2017

TINE ZIET (69): Regelmaat

Dit zijn weken waarin onregelmaat de orde van de dingen in de war gooit. Een maandag die als zondag voelt, zorgt er bijvoorbeeld voor dat de dinsdag als een maandag ervaren wordt. Twee keer weekend maakt meer moe, laat drank rijkelijker vloeien, doet ons belangrijke afspraken vergeten.  Toch hou ik er van. Het houdt me scherp en schakelt mijn automatische piloot uit.  

Met tropische temperaturen heb ik het lastiger. Ik word daar zo moe van. Zelfs een tikje chagrijniger. Het maakt me opeens begeerlijk voor muggen, spinnen en andere insecten. De andere seizoenen kijken ze de andere kant uit, maar opeens ben ik hun lekker hapje. Was ik maar misselijkmakend, dan zou ik deze dagen en nachten zonder jeuk kunnen doorstaan.

Wat ben ik blij dat ik geen student ben die nu moet resumeren en instuderen. Wat ben je met dubbele weekends en zwetende hersenpan als je op je schema elke dag studeren moet? Ik zet mijn spreekwoordelijke hoed voor hen af. Graag verstop ik wat koelte tussen mijn woorden en de wetenschap dat dat blokken niet iets dat louter van de tijd van tegenwoordig is. Vaders en moeders. Ooms en tantes. Buurvrouwen en buurmannen. Ook zij hadden ooit dat blok aan hun been rond deze periode.  Ook al voelt het nu alsof jullie die last alleen moeten dragen. Geef niet op! Ooit genieten jullie ook van de zonnigste feestdagen!

Ook voor wie deze tijd vast en water en voedsel pas na zonsondergang mag smaken: hou moed! Straks keert de regelmaat terug in de dagen. Er zal koelte zijn en zoveel uren om gewoon weer diep en lang te slapen.

Gelukkig is er nog genoeg om bij te stralen. Wie er nood aan heeft, kan klein geluk in het park, aan zee, op het terras of gewoon in de tuin gaan halen! 

(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 02/06/17)

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...