Zaterdag stond mijn werk voor een dag in de belangstelling.
Dit met de Dag van de Academies. In onze school stond bijna alles in teken van
STE(A)M. Het zei me eerst weinig, dat thema. Waarom zou een academie die woord
hoog in het vaandel draagt uitpakken met Engelse termen als Science,
Technology, Engineering, Art en Mathematics? Nu ja, we hebben het ook massaal over
appen, swipen, downloaden en finetunen.
In mijn lessen stond ik in een paar klassen (ik heb er meer
dan twintig) stil bij het thema. Dit verspreid over enkele
leeftijdscategorieën. Tieners bleken al veel meer te weten over het thema dan
ikzelf. Zelfs kinderen uit de lagere school waren al heel erg up to date. De
oudste leerlingen (+25) stonden dan weer meer weigerachtig tegenover het thema.
Ik bedacht dat ik ondanks mijn jeugdig voorkomen helemaal niet meer zo hip en
hedendaags ben. Misschien ben ik het zelfs nooit geweest. Maar bovenal bedacht
ik dat we in een tijd leven waarin zo snel geëvolueerd wordt, dat ik prille
veertiger midden in de jeugd van tegenwoordig niet meer mee kan.
Nu heb ik dat natuurlijk zelf in de hand: ik ben altijd dat
type mens geweest dat liever een vulpen in de hand nam. Ik hou van letters
stempelen, typmachines en ouderwetse brieven. Nu jongleren jongeren met
multimedia en gadgets alsof ze ermee geboren werden, verwekt zelfs! Gisteren
zag ik het nog bij mijn moeder: hoe al mijn neefjes en nichtjes naast elkaar op
de bank zaten te gamen en selfies maakten.
Er was door al die vooruitgang niet iets meer van samen. Nu ja, ik lieg:
één nichtje zat bij ons aan tafel. Haar gsm zat in haar jaszak. Ze vroeg om
‘Vier op een Rij’ te spelen. Uitzonderingen zullen er altijd zijn, bedacht ik
een beetje opgelucht. Maar wat ik ‘uitzondering’ noemde, bleek gewoon een lege
batterij te zijn.
Elk stukje modernisering heeft ongetwijfeld voordelen. Daar
twijfel ik niet aan. Vooruitgang is een reden tot bestaan. Het lijkt me alleen
fantastisch om af en toe meer bij een rewindtoets stil te staan.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 21/02/20)
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 21/02/20)