donderdag 16 oktober 2014

stelt paal en perk (20):

Cijfers en ik: wij vloeken samen - luid en onverstoorbaar - al van in de beginjaren van het tellen. Tellen lukt wel. Zolang het nog met vingers kan. Of met streepjes. Een rekenmachine desnoods. Af en toe oefen ik mijn hoofdrekentalent door in de winkel in het hoofd een brute som te maken van de prijs van alles wat ik in mijn winkelwagentje gooi en wonderwel klopt dat meestal. Ongeveer. Het is vooral het onthouden van cijfers waarmee ik behoorlijk flater tot een dikke nul. Op sommige dagen vergeet ik mijn eigen leeftijd en laat ik me al een jaar langer verhuisd zijn.  Met deze afwijking valt best te leven.

Maar waar ik wel een punthoofd van krijg, is dit: momenteel is er een trend aan de gang om punten in het onderwijs te schrappen. In plaats daarvan werkt men met kleurtjes, stickertjes, sterren,... Als motivatie van dergelijke quotatiesystemen oppert men altijd dat punten demotiverend kunnen werken. Dat ze zwakkere kinderen ontmoedigen en slimmere leerlingen op een voetstuk zetten. Op zich kan ik er wel inkomen. Hoewel ik daar in mijn persoonlijk leven nooit een punt van gemaakt heb. In de lagere school was ik bij de sterkste leerlingen, in de middelbare school bungelde ik achteraan. Het toenmalige PMS (nu CLB) adviseerde toen dat als ik een hoger percentage wou, dat ik dan gewoon van school moest veranderen. Dat de punten nu eenmaal lager lagen in de school waarin ik zat. Voor mij was het geen optie. Ik moest niet opeens betere punten hebben. Punten waren wat ze waren: ik was nu eenmaal beter in taal, voordracht en godsdienst dan in rekenen, turnen of tekenen. Ik bleef even hard studeren en kwam altijd bij de laatste troep over de eindstreep: so what? Dat was het punt niet. Ik was een bofkont: in mijn opvoeding werd ik hiervoor niet gestraft. Ik moest niet met hobby's stoppen als ik een onvoldoende haalde. Ik had geen mobiele telefoon die afgepakt kon worden. Punten waren geen pijnpunt. Zolang ik ze maar eerlijk toebedeeld kreeg. Dat moet gezegd. In het andere geval ben ik nog steeds een driftig dikkopje.

Er zullen wel voor- en nadelen genoeg op te sommen zijn tegen een puntensysteem bij kinderen. Maar wat ik me eerlijk gezegd wel afvraag is of dat allemaal niet een beetje hypocriet is in deze huidige tijden. Nog steeds geraak ik niet wijs uit het systeem van studiepunten in het hoger onderwijs, dat volgens mij almaar ingewikkelder wordt. Men wil een rijbewijs met punten invoeren. En nooit eerder moest ik zoveel scores geven voor bewezen diensten. Gisteren nog kocht ik een mobiele telefoon. De verkoper vertrouwde me toe dat ik een smsje zou krijgen, waarin ik zijn service punten zou moeten geven. En dat ik als ik een negen of tien gaf, dat ik dan kans maakte om een iPhone te winnen. Ik voelde me opeens dat meisje dat ooit in mijn lagere klas zat en een trampoline van haar ouders zou krijgen, als ze meer dan tachtig procent zou hebben. In gedachten begon ik al te springen.

Ik heb de indruk dat we kinderen almaar serieuzer gaan nemen. Volwassen worden dan weer verkleuterd met 'leukjes'. Met duimpjes. Zoals in de kleuterklas. Echt. 'Dikke duim, Tineke! Dat heb je goed gedaan!'. Serieus: ik ken een volwassen vrouw die verdrietig wordt als ze op een dag geen Facebookduimpjes krijgt. Er zijn nog nooit zoveel wedstrijden geweest op televisie: er worden bedjes uitgedeeld. Mensen krijgen punten op sfeer en gezelligheid. Op de cuisson van hun asperges. Volwassenen staan als opgedirkte aapjes op een podium en gaan voor duizenden kijkers op de knietjes met de vraag 'please' een smsje te willen sturen. Om hen te laten winnen. Vrijwillig allemaal.

Met aandrang zou ik durven vragen om me nog eens een ouderwets punt te geven voor dit matig opstelwerkje want die iPhone zal ik wel niet verdienen. (Een negen of een tien voor zijn werk, lijkt me toch wel veel. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit honderd procent kreeg.)  Nu ik eraan denk, dat meisje toen, als puntje bij paaltje kwam, heeft ze haar trampoline nooit gekregen, ook al haalde ze uiteindelijk tachtig komma vijf procent. Omdat haar ouders er eigenlijk vanuit gegaan waren dat ze nooit tachtig procent kon behalen en dat ze helemaal geen trampoline konden betalen. Dat meisje was er heel lang boos en wrokkig om. Onlangs zag ik een foto van haar op Facebook verschijnen. Ze had een trampoline gekocht voor haar kinderen. Ik zag haar erbij stralen en natuurlijk gaf ik haar mijn duimpje.  Ik had er wel meer willen geven, maar helaas laat dit medium maar één duimpje per persoon toe.

woensdag 8 oktober 2014

De kunst de zee in een glas te vangen

Het is duidelijk! Kunst wordt beetje bij beetje gekortwiekt tot een mistroostige legbatterijkip. Ik word daar droevig en kwaad om. Al een hele tijd geleden schreef ik hier een stukje over (*). Meer hoef ik daar ook niet over te zeggen. Meer wil ik daar ook niet over kwijt. Of ik verglijd in zeer slibberige golven waarin ik mezelf een stuk verlies. Er is hierover trouwens tegenwoordig al genoeg zinnigs over geschreven en gezegd.

Maar ik bedacht dat ik, simpele duif, er toch wat aan wou doen, want ik zal toch wel niet de enige zijn, die in deze tijden bespaart op kledij, restaurantbezoek, reizen,... maar zelden op cultuur. Ik koop het in elk geval nooit bij de witte producten. Waarom? Omdat het iets met me doet wat geen enkel ander materiële aankoop doet: het maakt me rijker als mens. Het geeft me meer zin in dit leven. Het maakt mijn denken lichter.

Daarom wil ik wat proberen te doen. Ik haal een oud project van onder het stof. Elke week wil ik een vleugje cultuur in je virtuele postvak gooien, een verlichtend stapeltje woorden of een bijzondere foto, een verrassende tip, een link naar muziek... Helemaal gratis en voor niks. Geen zelfpromotie. Want wat zou het zonde zijn als we allemaal zouden moeten wachten op de koopjesperiode om eens en mooi schilderij te kunnen zien of om een prachtig gedicht te lezen!

Italo Calvino schreef ooit, zoveel jaar terug: 'Poëzie is de kunst de zee in een glas te vangen." Laat het ons proberen: om die zee in een glas te vangen, alvorens ze wordt weggetrokken over de venijnige stekelige rand van deze wereld omdat men liever droog wil leven.

Omdat het er wél toe doet!
Echt!

Schrijf je in voor dit initiatief via:  zee.in.een.glas@gmail.com.
Een houvast. Wellicht.
Uitschrijven kan altijd.


(*) Dat stukje is hier te lezen.



TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...