maandag 22 april 2024

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch. Enkele uren later, besefte ik dat het nog geen zomer was en dat een broek aantrekken toch wel slimmer was geweest. Noodgedwongen kreeg ik het kouder en kouder. Ook drukte ik in een overdreven blije move, de waakvlam alvast uit mijn gaskachel, maar hoe krijg je die warmte dan opnieuw in huis? In elk van deze gevallen was ik overmoedig. Gelukkig kan ik mijn hunker naar zon en warmte ook nog een beetje beheersen: zo stond ik  al drie keer op punt om met een ontvangen geschenkbon naar een tuincentrum te rijden om een lading aan buitenplanten te kopen. Dan valt in een weerbericht een woord als ‘nachtvorst’ of ‘hagelsteen’ en dan denk ik: “Doe toch maar later.”

Volgens mij is het verlangen naar een zonnige dag zonder wispelturigheid bij iedereen heel erg groot. Zo zag ik zondag nog een ontzettend lange rij voor ijsjes terwijl een vriendin en ik op zoek waren naar een winkel met daarin een sjaal omdat die in een vlaag van lentezin in haar auto was blijven liggen. Zelf tik ik dit bijvoorbeeld met een extra trui aan. En ook al  gaat dit stukje zuiver en alleen maar over het weer tussen de witregels ligt een groter en opdringeriger verlangen: meer en mooier. Warm en beter. Op alle vlak. Keer op keer. Zo voeden we onze teleurstelling steeds meer. Geduld hebben. Waar kan je dat ook weer leren? Van alles wat we nu zo vlotjes en binnen handbereik tot aan onze voordeur kunnen bestellen mis ik ‘lankmoedigheid’ het meest.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  19/04/24)

vrijdag 19 april 2024

Triptiek Moniek: Tweede Paneel

 Begin vorige zomer werd ik 'verkozen' tot nieuwe seizoenscolumnist van Cultuurcentrum De Steiger.



In december 2023 verscheen het tweede paneel van Triptiek Moniek.
Klik hier voor het fijne Steiger Magazine.



maandag 15 april 2024

TINE ZIET (418): Madeliefjes

 

Op eerste dag dat ik de lente voelde, bezocht ik met mijn moeder mijn vader. Nu ze niet meer met de fiets rijdt, geraakt ze er zelf niet meer. Het spontane idee bleek schitterend te zijn. Toen we de trapjes bestegen, kwamen we oog in oog te staan met een mooie zee van gras met daarin paardenbloemen en madeliefjes. Een fijne verrassing was dat zeg!

Hoe dichter we bij mijn vader kwamen, hoe meer bloemen we zagen. Prachtige tuintulpen bijvoorbeeld. Narcissen. Op de plaats van eerder weggehaalde graven waren extra bollen geplant. Het deed ons wat. Allerheiligen in lentevorm. Speciaal aangelegd door de groendienst van de stad Waregem. Elke zerk was door die geweldige overdaad aan extra groen duidelijk met zorg in de bloemetjes gezet. Zelfs de zerken die nooit bezoek krijgen. Zo zou het op elke rustplaats mogen zijn, bedacht ik.

En zeg nu eens eerlijk: lieve mensen die een lege plek aan tafel blijven, verdienen beter dan jaarlijks eenmalig de tristesse van bleekwater, herfstasters en chrysanten. Namelijk: dit: badend in een zee van groen met madeliefjes en narcissen. Omdat ze lief waren en we ze blijven missen.

In mijn droom maakte ik een bloemenkransje zoals ik klein was en legde het op mijn vaders bed. Een lentekroon van witte bloempjes. Mocht hij zich na al die jaren eens vervelen dan kan hij de bloemblaadjes één voor één uittrekken met zijn grote handen terwijl hij denkt: “Er is geen twijfel mogelijk dat er liefde blijft.” En dit ook door anderen op alle andere zerken. Dat er ondanks al die knagende afwezigheid in een hart nog genoeg aan lente is.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  12/04/24)

maandag 8 april 2024

TINE ZIET (417): Aprilvis

Eén van mijn stiekeme liefhebberijen is naar willekeurige foto’s en schilderijen kijken op zoek naar dubbelgangers van vrienden en kennissen. Hoe graag we ook uniek willen zijn: er is altijd wel iemand in de wereld met griezelige gelijkenissen. Het is me al vier keer voorgevallen dat ik mezelf meende te herkennen.

De eerste keer was ik nog een puber en ik zag mezelf in de krant bij een artikel van The Dandy Warhols. Zelfs de buik was toen identiek. Dat ga me in elk geval wel het idee dat ik me er niet voor hoefde te schamen. De tweede keer was met vrienden in de Provence. Het affichebeeld van een festival vertoonde eenzelfde profiel als dat van mij. Ook in museum zag ik me gewaagd geportretteerd. Afgelopen week herkende ik mijn gelaat bij een populair verhaal dat op Facebook wordt gepost. Ook al is de buik in dit geval toch minder en de huid wat slapper: de gelijkenis van het gezicht is best wel treffend.

Omdat het maandag 1 april was en ik nog eens snakte naar een oude en flauwe aprilgrap, postte ik op mijn facebookpagina dat ik op zoek ben gegaan naar meer info over de foto. Dat deed ik ook echt. Maar ik schreef er ook bij dat ik de originele foto heb gevonden en dat de titel: ‘Passami il sale, Monica!’ is (‘Geef me het zout door, Moniek.’) en dat ik nu wel naar Italië op reis moet. Dat klopt natuurlijk niet. Iets met korreltjes zout. Het verhaal klinkt me intussen wel zo vertrouwd in de oren dat ik misschien echt een reis zal boeken naar een Italiaanse stad. Goedgelovig als ik ben, vang ik soms gretig mijn zelfgekweekte aprilvis.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  05/04/24)

maandag 1 april 2024

TINE ZIET (416): Film

Zaterdag nam ik de trein. Op mijn traject van Menen naar Brugge, met obligate tussenstop in Kortrijk, moest ik twee keer door een grootse politiecontrole wandelen. De eerste keer was dat best schrikken. De tweede keer was ik het al gewend.

Toen ik in Kortrijk zat te wachten, hoorde ik een meisje in paniek naar huis bellen. Ze dacht dat de controle te maken had met terreurdreiging en hyperventileerde bijna aan de telefoon. Het zag er ook best indrukwekkend uit moet ik bekennen: een erehaag aan lint en blauw en die grote hond die aan ons kwam snuffelen. Door de grootschaligheid van de actie werden reizigers gedwongen om een andere tunnel te gebruiken. Ik hield een beetje in de gaten hoe mensen op die plotse vraag reageerden. Niemand ging verdacht snel lopen. De meesten mensen waren rustig en vol begrip. Toch was er een man die de agenten toeblafte. Hij stelde het niet op prijs dat hij nu moest omlopen. Dat hij harder blafte dan de hond in de tunnel, was duidelijk te merken. De agenten lieten het niet aan hun hart komen.

Dat zo’n dergelijke actie wordt georganiseerd zal ongetwijfeld vruchten afwerpen maar zaait tegelijk natuurlijk ook onrust. Ik merkte dat ik mezelf betrapte op de gedachte: “Ga alsjeblieft niet blaffen, hond.” Ook al wist ik heel goed wat ik zelf wél en niet op zak had. Wat de mensen die voor mij of achter mij mee hadden, was niet te voorspellen. Voor je het weet zit je in één of ander handgemeen waar je niets mee te maken hebt. Het leven is geen film. Er is alleen almaar minder nodig om er verdacht veel op te lijken.

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  29/03/24)

maandag 25 maart 2024

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frieda kreeg opeens 24u/24u gezelschap. Dat de lente door de ramen piept, helpt! Dat vriendinnen me in de bloemen zetten of aankloppen met eten heeft me de eerste weken ook enorm geholpen. Dit weekend ging ik voor theatervoorstellingen voor het eerst weer eens naar buiten om tussen de mensen te zitten.

 Het deed me goed om na die dagen zielig in mijn eentje even onder anderen te zijn. Al moet gezegd dat dat lang niet altijd vermakelijk was. Bij een absurde voorstelling als ‘Fratssen’ in wijkcentrum De Koekuit bijvoorbeeld, waren er mensen die vanaf de eerste seconde een zuur gezicht opzetten, omdat ze zich frustreerden in het absurde karakter van de voorstelling. Dat is op zich een beetje alsof je naar een voetbalploeg gaat kijken en je ergert aan het feit dat de bal in een doel moet worden geschoten. Als je dan ook nog eens luidop commentaar geeft op elke beweging van de bal, zorgt dat toch voor irritatie voor wie de bal wel wil volgen… Maar we zijn verdraagzaam en hebben begrip. Niet iedereen lacht om dezelfde grappen.

 Nu ik zo lang thuis ben, heeft mijn kat het ook wel gehad met mijn fratsen. Terwijl ze anders erg blij is met de aandacht ergert ze zich nu mateloos aan mijn voortdurende aanwezigheid. Mijn grapjes lokken een krab of een geïrriteerd mauwtje uit. Ze zondert zich zelf nu zelfs af van mij. Al duurt dat nooit erg lang. Mijn gevoel voor humor mag dan wel bedenkelijk zijn, mijn aaikes zijn niet te versmaden.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  22/03/24)

maandag 11 maart 2024

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een feestje bouwde voor iets wat ik leuk had gevonden die dag. Er waren mensen die dat leuk vonden en daar positiviteit uithaalden. Anderen ergerden zich er mateloos aan en vonden dat het een tuttige vorm van zelfverheerlijking was. Het was voor mij oorspronkelijk een mooie denkoefening om dagelijks een hoogtepunt uit mijn dag te kiezen, want ik beleefde zoals veel mensen meer dagen waarin eigenlijk niets te vieren viel. Door me dan te richten op een klein positief element, kon ik ’s avonds blijer achteroverleunen. Dat het anderen inspireerde doordat ik het openbaar maakte, vond ik een fijne gedachte. Op een bepaald moment ben ik ermee gestopt openlijk te vieren. Misschien wel door de kritiek. Maar even goed omdat het in mijn persoonlijke leven echt niet zo denderend ging. Voor mezelf bleef ik wel ’s avonds het goede uit het slechte ziften voor ik ging slapen. Al was het maar een tomatenplantje dat zomaar uit het niets tegen mijn gevel begon te groeien. De kat die tegen mijn dijen aanvlijde, terwijl ze normaal wat meer afstand neemt.

Nu ik 45 ben, besef ik meer en meer dat ik liever vier met wie me lief is en me graag ziet om wie ik ben dan met een allemaal. Wederzijdsheid is als het om vriendschap en liefde gaat een noodzakelijke vereiste. Zo ook met vieren. Op een bepaalde leeftijd hoef je jezelf niet meer te bewijzen. Ook al vier je dan misschien nog met veel, vieren is eigenlijk het mooist intiem.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  08/03/24)



maandag 4 maart 2024

TINE ZIET (413): Jezelf

Afgelopen zondag zat ik met een gamel vol hutsepot en worst in een pittoresk bruin cafeetje in Wervik het einde van een intense krokusvakantie te vieren. Het was een week vol uitersten. De uitschieters waren ongetwijfeld een ritje in een Porsche, geslaagde optredens en het winnen van een paar witte sokken. Soit, als ik straks vijfenveertig word, kan ik onmogelijk beweren dat het stilaan een saaie boel begint te worden. Het is een bizar idee te beseffen dat ik nu toch zeker al de helft van mijn leven achter de rug heb. Want de kranige gezondheid van mijn meme zaliger heb ik toch niet geërfd, vrees ik.

De hutsepot was zout, maar ik liet het me smaken. We hadden er in bont gezelschap een wandeling op zitten in de miezerige regen. Onze kleren waren nat. Ik had reservekousen van een vriendin aangetrokken omdat de mijne doorweekt in mijn rugzak zaten. Hier op deze plek was het niet belangrijk of de sokken al dan niet matchten met mijn trui. Hier was iedereen gewoon schroomloos zichzelf. Ik kon me eigenlijk geen betere plek wensen om terug in de realiteit te springen.

Misschien voelt het vreemd dit als dit podiumbeest neer te schrijven: hoe graag ik ook de show steel, het voelt nooit verkeerd om in een gezelschap gewoon mezelf te kunnen zijn. Hoe ouder ik word, hoe belangrijker dat toch is. Met de juiste vrienden om je heen, zou het vanzelf moeten lukken. Maar leuker nog is dat er plaatsen zijn die mensen spontaan zichzelf laten zijn. Het zijn zeldzame plekken die geen reclame nodig hebben om te bestaan.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  01/03/24)

maandag 26 februari 2024

TINE ZIET (412): Marginaal

 Toen ik twaalf jaar geleden naar deze stad verhuisde, verklaarden mijn familie en vrienden me gek. Ze dachten toen al dat ik naar de marginaalste stad van Vlaanderen verhuisde. In de loop van al die jaren heb ik ze kunnen duidelijk maken dat ik hier op mijn plek ben. En dat hier de meest fantastische opportuniteiten voor me liggen.

Met de jaarlijkse ludieke verkiezing van marginaalste stad, laait het stof weer gretig op. Veel Menenaren vinden het een grote grap en stemmen zelf voor onze stad. Anderen roepen inwoners op om zeker niet op Menen te stemmen, wat gegarandeerd nét extra stemmen zal opleveren. Ook al gaat het hier louter om een kleinschalig online initiatief, er wordt wel degelijk belang gehecht aan deze titel. Als trotse vertegenwoordiger van een stad is het niet fijn als jouw stad via allerlei zoekmachines gelinkt is aan deze titel.

Wat me met die hetze trouwens ook duidelijk is, is dat de betekenis van het woord ‘marginaal’ vaak op andere manieren wordt ingevuld. Ben je het als je arm bent? Lopen hier frigoboxtoeristen rond? Is het puur vestimentair? Heeft het met drank- en drugsgebruik te maken? Zo ken ik mensen die zich best marginaal kunnen gedragen, maar het daarom nog niet zijn.

Ik lig er in elk niet wakker van. Ik sta hier nog steeds graag op en ik ga er graag slapen. Soms te laat. Soms zelfs met een kater. Hé, help! Is het dan echt zover gekomen? Ah! Marginaal? Zijn we dat niet allemaal?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  23/02/24)

maandag 19 februari 2024

TINE ZIET (411): Appels

Zondag bevond ik me volkomen van mijn melk in een filmzaal. Ik zag er ‘The Zone of Interest’. Nu heb ik de gewoonte van een film helemaal uit te zitten als ik in een bioscoop ben. Vooreerst klinkt dat zorgvuldig uitgekozen eindnummer in zo’n zaal toch altijd indrukwekkender dan thuis! Daarnaast ben ik altijd nieuwsgierig of er misschien nog wat komt. Als ik in gezelschap ben, stel ik het op prijs dat ik die kans krijg om te blijven zitten en vooral te blijven zwijgen.

De film beschrijft het leven van het gezin van de kampcommandant van het concentratiekamp in Auschwitz. In de film worden geen beelden uit het kamp getoond. Er is zwarte rook en de illusie. Die is er door de soundtrack die levensechte geluiden uit het kamp laat horen terwijl bijvoorbeeld wordt ingezoomd op bloemenpracht. Een paar nummers uit de film zijn ook gecomponeerd in gevangenschap daar. Eerst voelde ik de walging naar het gezin toe. Op het einde draaide het naar mezelf. Achter mij was men al druk bezig met het analyseren van de film. Ikzelf zat er nog in. Hoe banale dingen zoals het beslissen of er nog een drankje wordt gedronken kan worden beklonken terwijl de namen van verschillende concentratiekampen over het scherm rollen. Hoe ik in een bioscoop kan zitten, terwijl er in zoveel landen mensen gruwelijk worden afgeslacht.

Een mooi beeld in de film is hoe een meisje appels verstopt voor de hongerige joden. Het meisje zou ook echt bestaan hebben. Het is gefilmd als een duistere nachtmerrie. Maar zolang er meisjes en appels zijn, is er licht. En dat geeft hoop.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  16/02/24)

maandag 12 februari 2024

TINE ZIET (410): Acht

Bij aanvang van het schrijven van dit stukje merkte ik dat het precies acht jaar geleden was dat ik ben begonnen met de wekelijkse rubriek in de krant. Dat verbaasde me enorm. Wat in mijn leven is zo de moeite waard dat ik week na week, voor acht jaar lang, iets te vertellen heb? En bestaat de kans eigenlijk niet dat ik me voortdurend blijf herhalen?

Mensen die me vertellen dat ze precies weten wat er in mijn leven speelt, doordat ze elke week trouw deze kolom lezen, moet ik teleurstellen.  In de loop van al die jaren schrijf ik behoorlijk oppervlakkig over wat me echt raakt.

Er zit gelukkig veel variatie in mijn weken. Zo mocht ik afgelopen tot twee keer toe een koorrepetitie leiden doordat de dirigente van het koor Asem ziek was.  Nee, ik neem geen voorbeeld aan meneer Degand, want dirigeren deed ik niet. Ik stond vooraan, luisterde en gaf achteraf wat opmerkingen. Het was een intense ervaring moet ik bekennen! Ook voor de leden van het koor.  Gelukkig is de dirigente intussen weer op de been en wordt alles muzikaal tot in de puntjes afgewerkt voor de voorstellingen in de krokusvakantie.

 

Daarnaast bevond ik me met zes leerlingen in de academiekelder. Samen maakten we er een installatie, waar de bezoekers van de 'Dag van de Academie' in konden lopen. Even moest ik zelfs invallen en meedoen. Dat was eigenlijk best leuk. .Eenmalige en toevallige gebeurtenissen kleuren deze column dus al acht jaar. Dat hoeft geen taart. Ook geen applaus. Zolang er maar wekelijks iets nieuws wordt bewaard.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  09/02/24)

maandag 5 februari 2024

TINE ZIET (409): Multitaskend luisteren

Dit jaar dook ik voor het eerst de Gedichtenweek in zonder plannen. Normaal bedenk ik toch op z’n minst iets voor in de klas. Maar omdat we in de laatste lessen zitten voor allerlei verschillende leerlingenoptredens, is het er dit jaar niet van gekomen. Ik was dus wel erg blij dat ik de vraag kreeg om deel te nemen aan de poëzie-voorleesmarathon in een grootwarenhuis in Lauwe. Twee keer ging ik een half uurtje voorlezen. Het bleek toch al enkele jaren geleden dat ik dat nog eens deed: gewoon voorlezen uit eigen dichtwerk

Terwijl de mensen rondom mij hun winkelwagentjes vulden, las ik voor uit oud en nieuw werk. Natuurlijk hebben de meeste mensen ‘geen tijd’ om naar gedichten te luisteren. Het viel mij toch op dat sommige kopers gniffelden toen ze eitjes in hun winkelkar legden of dat ze een paar keer in eenzelfde gang passeerden met hun oren naar de microfoon gespitst. Uiteindelijk willen mensen wel nog graag voorgelezen worden. Het is iets wat toch in ons ingebakken zit. Het roept herinneringen op. Of zo. Maar zelden nemen we er nog tijd voor om er echt voor te gaan zitten.

Waar wordt er nog enkel en alleen maar geluisterd? We zijn het intussen al gewend: poetsen met een of andere podcast op, lopen met muziek op en studeren met een playlist erbij. Onze oren multitasken er lustig op los. We luisteren tegenwoordig altijd in combinatie met iets anders. Gewoon luisteren is er zelden meer bij. Wanneer leggen we onze oorschelpen weer in de watten?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  02/02/24)

maandag 29 januari 2024

TINE ZIET (408): Columbus

Afgelopen weekend voelde me een ware ontdekkingsreiziger. Na een veel te kort nachtje trok ik de wandelschoenen aan om de Oude Leiewandeling in Bavikhove af te stappen met een vriendin. Het is één van mijn lievelingsroutes. Groot was de verrassing dat de wandelroute gewijzigd is. Opeens bevond ik me op Beverse grond en kon even goeiedag gaan zeggen aan de zerk van mijn vader. Ik ontdekte ook een nieuwe fiets- en wandelbrug. Erg deugddoend! Later die dag zat ik in de pluchen zetels voor het Nieuwjaarsconcert van de academie. Ik leerde er de muziek kennen van Grand Picture Palace en reed later die avond moe maar voldaan naar huis.

’s Anderendaags zat ik tussen het publiek in OC De Troubadour in Bissegem om naar het optreden te kijken dat een collega had geregisseerd. Ook hier was er verwondering. Ik besloot om daarna langs de Budascoop te rijden voor nog een dosis. ‘Poor Things’ liet me overdonderd naar huis rijden. Ik voelde me opgeladen om op maandag weer energiek en enthousiast aan de nieuwe werkweek te beginnen. Alleen besliste de wind er anders over. Die rolluiken waar ik vorige week nog zo enthousiast over was, blijken niet geluidsdicht te zijn als het over echte wind gaat.

 Ik heb me in wel duizend bochten en vouwen gewrikkeld en zag in gedachten hoe mijn dak ook op ontdekkingsreis vertrok. Het kan verkeren. Het ene moment van de dag voel ik me kapitein van mijn eigen schip. Het andere schipbreukeling op een schamel vlot. De Christoffel Columbus in me, bedot.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  26/01/24)

maandag 22 januari 2024

TINE ZIET (407): Potdicht

Sinds ik mijn rolluiken helemaal dicht doe als ik ga slapen, word ik niet meer wakker met een strooisel van licht. Ook de ochtendspits naar de school komt niet meer tot in mijn oren. Op zich is dat wel jammer, maar ik investeer deze winterdagen in diepere slaap. Ik heb namelijk gemerkt wat iedereen wel weet: hoe dieper je slaapt, hoe energieker de dag door. En dan telt eigenlijk wel elk extra half uurtje slaap. Nadeel is dus wel dat ik geen enkel idee meer heb van wat zich buiten afspeelt.

Zo stuurde mijn wandelcompagnon me zondagochtend een bericht waarin ze het had over sneeuw. Ik was net wakker toen ik het las en rolde me al in een bolletje onder mijn dons met het idee van een heerlijk sneeuwtapijt. Verwachtingsvol trok ik even later de rolluiken op, maar er was slechts sprake van sneeuw in andere delen van het land. Wat op zich een geluk is, want sneeuw is voor mij pas mooi en leuk als ik er niet doorheen moet. Paniekerige berichten in het nieuws helpen niet daarbij. 

 De jongste tijd besluipt me meer en meer het gevoel dat ik de rolluiken beter dicht kan houden. Potdicht. Alsof het oogkleppen zijn waarmee ik me wil afschermen van al die dekselse paniekberichten. Toch verlang ik er heel erg naar om dat dat eerste lentelicht weer op mijn bed te voelen door de kiertjes van de rolluiken. Ik zal met plezier wakker worden met de schoolgaande kinderen in dat eerste ochtendlicht. Dat zal mij en wellicht ook jullie opladen tot een lach op het gezicht.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  19/01/24)

maandag 15 januari 2024

TINE ZIET (406): Blinken

Afgelopen weekend vierde ik met mijn familie de start van het nieuwe jaar. We vierden bij mijn zus. Nu de kinderen al groot zijn, is er opvallend minder plek in de living. Volgend jaar ziet het er naar uit dat we zullen moeten bijbouwen als ook de liefjes nog een zitplek willen hebben. De kans is namelijk erg groot dat de familie volgend jaar voor het eerst de liefjes van de kleinkinderen zal ontvangen. Nu waren ze er nog niet aan toe. Zelf heb ik de mogelijkheid al opgegeven dat de kans bestaat dat ik er ooit nog één mee zal nemen. Al weet je dat natuurlijk nooit.

 Hoogtepunt van het feest waren naast het lekkere eten en drinken het elektronische dartsboard dat in de living hing. We zijn klaarblijkelijk een spelletjesfamilie en ontdekten dat het op een familiefeest leuk is om samen te spelen. Meestal in teams. Vorig jaar zag ik mijn moeder en co rond mijn eettafel nog gek doen met een opblaasbare pop. Dit jaar kreeg ze dartspijltjes in de handen gedrukt. Zelf waagde ik het ook om in de roos te mikken. Op wonderbaarlijke wijze, want mikken is niet een van mijn grootste talenten. Ik werd uiteindelijk tweede in mijn poule en voelde me best trots. Het is altijd fijn niet de kneus te zijn.

 In mijn groepje viel mijn moeder die eer te beurt. Wanhopig probeerde ze met alle kracht de pijltjes op het bord te krijgen, maar meestal haalden ze alleen de muur. Aangemoedigd door ons gaf ze niet op. Uiteindelijk zag ook zij haar score lager worden. Eilaas, haar inhaalmanoeuvre kwam toch te laat. Natuurlijk ging het niet over winnen. Maar blinken des temeer.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  12/01/24)

maandag 8 januari 2024

TINE ZIET (405): Voornemens

De ovenhapjes zijn nog maar net verteerd en de meeste kerstbomen zijn van al hun pakjes beroofd en we mogen ons weer vasthouden aan de takken van de bomen. De wind giert beangstigend door de spleten van de rolluiken en het waterpeil van de Leie staat enorm hoog. Terwijl enkele dagen geleden nog vuurpijlen door de lucht zoefden, zijn het nu andere dingen die de lucht in vliegen. Ik verschans me in mijn woning met restjes chips en ovenbroodjes. De kat vindt het heerlijk. Het is alsof meteen ook alle voornemens zijn weggewaaid en weggespoeld. Want wie gaat nu in dit weer naar het containerpark? Of gaan wandelen? Als je niet naar buiten moet, kan je toch alleen maar op de bank hangen… Nu, er is hoop. Via appjes krijg ik tegenwoordig filmpjes te zien van hoe je als vrouw gemakkelijk liggend op bed of in de zetel calorieën kan verliezen. Dus het komt nog goed.

 Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat er in andere plaatsen van de wereld andere zorgen zijn. Soms wordt me dat wel eens verweten: dat ik teveel in mijn eigen navel staar. Hebben mensen in oorlogsgebieden bijvoorbeeld nog voornemens? In elk geval denk ik niet dat ze zich zullen voornemen om weer te gaan sporten of dat ze zullen minderen met alcohol. De meeste van onze voornemens zijn trouwens resultaten van een zekere vorm van luxe in ons leven. We kunnen ze ons permitteren. Zou er op 1 januari iemand zijn wakker geworden met in het hoofd: “Ik ben verantwoordelijk voor die oorlog, maar vanaf vandaag wijzig ik de koers naar vrede?” Of iemand op een terminaal ziekbed: “Vanaf vandaag start ik met gezonder leven?”

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  05/01/24)

dinsdag 2 januari 2024

TINE ZIET (404): Slow motion

Soms vraag ik me af of mensen die belangrijke beslissingen doorvoeren zoals lokale bankkantoren opdoeken en buslijnen afschaffen, bijhouden wat hun beslissingen opleveren. Ik schreef er al eerder over, maar ik kan er maar echt niet bij dat een groot deel van onze bevolking schaamteloos afgeschreven wordt. Laatst nog hoorde ik hoe een bejaarde man in zijn ziekenhuisschortje aan de uitgang van het ziekenhuis werd gezet tot hij opgehaald werd. Een vrouw werd geadviseerd om haar buren haar bankzaken te laten verrichten, nu ze dat zelf niet meer kan doen. Een man geraakt niet meer op het partijtje manillen nu de bus niet meer langs dat traject stopt en vereenzaamt zonder dat lichtpuntje in zijn week.

Onze maatschappij draait op vlotheid en vooruitgang. Die is alleen behapbaar voor wie goed te been en online is. Als advies krijgen die mensen: “Vraag het je kinderen.” Niet iedereen heeft mensen in de buurt om op te rekenen. Niet iedereen geeft ook graag die verantwoordelijkheid uit handen. Zo wil ik best boodschappen doen voor mijn moeder. Als ze me een lijstje geeft. doe ik da erg vlotjes. Maar zij leeft op als ik haar naar de winkel breng en zo zelf kan wikken en wegen. Al gaat dat naar mijn gevoel erg traag. Dat ik meer tijd verlies als ik haar bij haar apotheker af zet omdat ze graag een praatje met hem slaat, weet ik. Niet iedereen heeft net als ik die tijd. 

Voor het nieuwe jaar wens ik dat het voor ons allen weer wat trager mag. Ook dat is ademen en zelfzorg. Al die vooruitgang mag misschien eens in slow motion of waarom niet ook stilstaan?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  29/12/23)

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....