maandag 29 augustus 2022

TINE ZIET (336): Dankbaar

Vorig weekend stond ik in de frituur te wachten op mijn bestelling, toen ik in een gesprek verzeild geraakte tussen een andere klant en de frituuruitbaters. Het ging over de veelheid aan slecht nieuws. Elke dag van afgelopen week had blijkbaar iemand slecht nieuws gekregen. Meestal gerelateerd aan ziekte of dood. Er was ook een verkeersboete en de beloofde terugkomst van te warme dagen. Omdat ik er maar wat ongemakkelijk bij stond, uiteindelijk kende ik al die opgenoemde mensen niet, probeerde men het wat positiever te maken. Dat lukte niet echt. Terwijl ik anders wel iets terug kan zeggen, bleef het behoorlijk stil van mijn kant.

Ik bedacht dat er inderdaad veel slecht nieuws was geweest. Daarnaast had ik eigenlijk willen foeteren op het feit dat de combinatie van een triatlon en zoveel werkzaamheden en wegomleggingen in een stad mij behoorlijk gefrustreerd had. Maar ik zweeg dus en wenste ze ten slotte alleen een betere week toe. Het pakje friet en het vlees wogen een stuk zwaarder in die negatieve spiraal. Mijn fiets met halfzachte achterband sleepte me naar huis terug. Daar opende ik op mijn terras het frietpapier en zette een vrolijk muziekje op. 

Terwijl ik daar zat met mijn troostpatat bedacht ik dat er ook goed nieuws was geweest. Zo is het mijn garagist gelukt om mijn auto door de autokeuring te slepen, terwijl ik de auto eigenlijk had opgegeven. Of dat ik samen met mijn moeder nog eens mosselen heb gegeten. Het was enorm fijn dat het nog eens geregend had. Om de prachtige wolken ’s avonds niet te vergeten! Sinds 1 januari doe ik het elke dag: ik schrijf één ding op waarvoor ik dankbaar ben geweest. Het is een truukje dat ik ooit van mijn neefje heb geleerd. Het hielp hem om in slaap te vallen. Mij helpt het ook. Al zijn er natuurlijk dagen waarop het moeilijk is om iets positief uit te halen. Ik hou vol.  Ik doe liever licht mijn ogen dicht.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 26/08/22) 

maandag 22 augustus 2022

TINE ZIET (335): Spons

Afgelopen dagen heb ik als een spons een overdaad aan exposities bezocht.  De eerste dichtbij en gratis. Met ‘Wir überleben das Licht’ haalde onze stad een internationale tentoonstelling binnen. Fragiele werken van onze ereburger Johan Tahon in combinatie met introverte poëzie van frontman van Rammstein Till Lindemann en indringende foto’s van Sandor Lubbe. Een grimmige verstilling in tijden van hitte!

Voor de rest ging ik een tikkeltje verder van huis. Ik liet me op sleeptouw nemen in Parijs en bezocht er drie expo’s en op de terugweg maakten we een obligate stop in Vimy voor het imposant Canadees oorlogsmonument. Om een of andere reden kleurt de lucht daar altijd blauw als je naar de witte beelden en de terrils van Noord-Frankrijk kijkt.  Je weet niet wat het is, maar je zwijgt.

Kippenvel. Dat dingen raken. Kunst kan dat. Dat weet ik maar al te goed.  Ik zoek het dan zelf op. Sommigen wijzen dan verontschuldigend naar de hormonenspiegel. Soms verontwaardig ik me daar ook over en steek het op de jaren. Hoe ouder, hoe meer opwellende tranen. Voor een gefotografeerd landschap vol rendieren bijvoorbeeld waardoor ik me zo klein voel dat het pijn doet. Voor een zelfportret dat zo gelaagd is dat het me als het ware naar binnen trekt.

Misschien zijn het alle dingen die we kwijt zijn die ons zachter maken. De angst om nog meer te moeten missen. Objecten, mensen maar ook de vrees bijvoorbeeld om schoonheid niet langer meer te kunnen zien. Dat kan best. Soms overvalt het je ook zomaar onverwacht. Op een terras ontmoette ik een parmantige Parisienne met een tamme kraai op schoot. Ze had het over haar dochter die ze kwijt was en haar uitgevlogen kleinkinderen. Dat ze op een dag een kraaienjong gevonden had waar ze nu jarenlang voor zorgt. Ook dat maakte mij natuurlijk aan het huilen. Wat je raakt, zuig je op. Maar eens de spons vol is, huil je de tranen uit je kop.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 19/08/22) 

dinsdag 16 augustus 2022

TINE ZIET (334): Stek

Terwijl de aangekondigde hitte zich opmaakt om zich genadeloos op ons te laten vallen, zoek ik nog wat verkoeling in de frisse woonkamer. Ook de kat is naar hier gevlucht en heeft de mooiste zetel opgeëist. Ik laat dat toe. Iedereen denkt dat ik de diva in dit huis ben. Uiteindelijk is het toch die poezelige dame op leeftijd die hier de grootste dramaqueen is en daar wil je toch geen ruzie mee.

Afgelopen dagen heb ik mezelf wat rust en vakantie gegund. Mijn vorige huis is nog niet helemaal opgeruimd maar een nieuwe thuis moet ook vertrouwd worden. Het zit hem in de juiste lichtschakelaars indrukken bij de juiste lamp. De spullen zo snel mogelijk terugvinden. Niet verdwalen op weg naar de wc. Weten welke traptree het hardste kraakt. Een goede test is om te koken voor anderen en dan de kaasschaaf moeten vinden. Na al die jaren – ja - bezoek over de vloer met koken erbij. Aarden in mijn nieuwe stek.

Mijn oproep tot kamerplanten werkt tot nu toe. Ik kreeg al prachtige vrienden van vrienden. Om het allemaal wat ludiek te houden en mezelf toch te verplichten een band op te bouwen, besloot ik de gegeven planten een naam te geven zodat ik de vrienden in kwestie af en toe een update kan geven over de toestand van hun gift. Het zal er de zaak hier niet makkelijker op maken. Zo zal ik ervoor moeten waken dat Frieda niet in Falkor bijt en dat Willy niet teveel water krijgt. Pernille groeit als ik alleen nog maar naar haar kijk. Mijn eigen planten zullen er misschien bij gaan verbleken en zullen me in mijn dromen ook een naam afdwingen.  Dat kan. Zo talrijk zijn ze nog niet.

Wat ik schrijven wou: groen in huis op dagen die drukkend om verkoeling vragen: het helpt wonderwel. Als ik naar ze kijk, zit ik in mijn eigen koele jungle of voel een verfrissend moeras nabij. Voor ik het weet nemen ze de show hier van mij en Frieda over en slibt het hier toe met groen. Applaus!

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 12/08/22) 

maandag 8 augustus 2022

TINE ZIET (333): Reizen

Vorig weekend zette ik in met een gezicht als een schildersdoek. Voor de nieuwste clip van DE SPLEET werd ik vakkundig gegrimeerd. Misschien is het resultaat intussen al wereldkundig gemaakt. Misschien ook niet. In elk geval wordt er een video gelanceerd. Om het beste licht te vangen, werd een stukje buiten opgenomen langs de straatkant zodat sommige voorbijgangers gezien hebben dat ik me schroomloos smeet in een vreemd kostuum terwijl ik werd aangemoedigd door een enthousiaste crew zoals dat heet.  Het was fijn om dit met vrienden te doen. 

Twee dagen later bezocht ik met een andere vriendengroep Kunstenfestival Watou. Terwijl de editie van vorig jaar enorm tegenviel, werd ik dit jaar meermaals gegrepen. Persoonlijk hoogtepunt voor mij was een film die te zien is in de Brouwerijsite. De kortfilm ‘Quattro Movimenti’ van Nicol Vizioli. Niet alleen de soundtrack,  muziek van de componist Scelsi is indringend en fascinerend. Ook de beelden die de kunstenares in IJsland maakte zijn zo heftig dat het hard binnenkomt. Natuurlijk heeft niet iedereen de behoefte om meer dan vier minuten voor een kunstwerk te blijven staan. In dit geval kon ik echt niet anders dan de hele film te bekijken. Om eerlijk te zijn moet ik bekennen dat ik wel een hele dag naar de film zou kon blijven kijken. Ik werd als het ware zo in het scherm gezogen dat ik even vergat dat meer dan de helft van de vriendengroep intussen al buiten stond te wachten om naar een volgde locatie te gaan.  Goede vrienden vind het niet erg om te wachten. Inmiddels heb ik gemerkt dat de volledige film online te bekijken is dus ik kan naar hartenlust kijken en nog eens kijken mocht ik daarvoor in de stemming zijn. Jullie ook! 

Deze zomer maakte ik nog niet echt fysiek een reis. Ook al was ik ver! In het juiste gezelschap loert avontuur altijd om de hoek tot het wordt ontdekt. Gaan jullie met mij mee?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 05/08/22) 


dinsdag 2 augustus 2022

TINE ZIET (332): Ternauwernood

Het heeft een haartje gescheeld of ik schreef dit niet meer. Op weg naar een tweedehands schoenenkastje kwam ik op het nippertje – echt nét niet - in een kettingbotsing terecht.  De auto’s voor mij remden, ik remde juist op tijd, maar de bestuurder achter mij (en de hele rij achter hem) kon maar erg nipt tot stilstand komen. Ik zag in de achteruit-kijkspiegel hoe de auto te snel mijn kant uit kwam. Ik kneep mijn ogen dicht en bedacht dat dit mijn einde was. Onderweg naar een schoenenkastje van €15. Net verhuisd nu vergruisd door een klap aan carrosserie. In die ene fractie met de ogen dicht, legde ik me erbij neer terwijl ik nog uit de auto had kunnen springen of aan mijn stuur had kunnen draaien. In dat ogenblik had ik er blijkbaar vrede mee dat dit die klap zou zijn die me uit het leven zou kunnen uitknikkeren.  “Dit is het dan.” Toen er uiteindelijk geen botsing kwam, opende ik mijn open opnieuw en hoorde de spreekwoordelijke opluchting van de bestuurders en enkele automobilisten daarachteraan. Normaliter zou ik dan even aan de kant moeten gaan staan om te bekomen. In dit geval kon dit niet. Er was geen parkeerstrook. Dus daarna moest ik rustig blijven verder rijden in dezelfde rij. Het was pas toen ik op mijn bestemming was, dat ik letterlijk stil kon staan bij wat er eigenlijk gebeurd was. Ternauwernood ontsnapt. Heftig.

Een paar uren later zat ik met de vrienden van de band te repeteren. Daarna kwam nog een vriendin op bezoek. Giechelend met een glas rosé vergat ik de zwaarmoedige gedachte die ik eerder had, dat het leven uiteindelijk slechts een som van nippertjes is. De volgende keer dat ik achter het stuur zal kruipen, zal het me evenwel weer besluipen. Geluk en ongeluk schuilen allebei in kleine hoekjes. Hand in hand verstoppen ze zich in ons alledaags bestaan. Het is slechts met de neus op de feiten dat we ze verrast oog in oog bekijken.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 29/07/22) 

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....