maandag 24 december 2018

TINE ZIET (147): Vertalen

We leven in een tijd waarin alles met enkele klikjes kan opgezocht worden. Zo lijkt het dus wel.  Maar soms moeten we wat verder kijken dan het gevonden resultaat. Groot was mijn verbazing toen ik op een affiche op een raam in mijn straat de volgende zin las: ‘Laten we stewardessen inhuren!  - Beginners geaccepteerd.’ Zat er nu ook al een vliegtuigmaatschappij in de Koningstraat? Bizar! Het blad trok mijn aandacht. Het kleefde op een etalage waarin wat verloren pluimpjes lagen. Dus toch iets met vleugels? Verder wees niets op een nieuwe firma. Op de stoep plakte wat overtollige duivenpoep. Boven de Nederlandstalige zin stond de Franse wervingstekst. Opeens besefte ik wat er fout gelopen was. Men zocht in dit etablissement jonge gezelschapsdames, maar men had gewoon de Franse zin door Google Translate laten vertalen.  ‘Embauchons Hôtesses… Même débutantes’ was wel heel erg letterlijk vertaald.

We mogen heel erg blij zijn dat er zoiets als een vertaalcomputer bestaat. Zelf durf ik die ook wel eens te gebruiken. Daar ben ik niet de enige in. In diverse horecazaken duiken vaak krakkemikkige vertalingen op. Vaak bedenk ik dan dat ik er wat van moet zeggen. Niet dat ik van de taalpolitie ben. Ik heb er geen penning voor. Wellicht kost een professionele tolk stukken van mensen en met een gratis vertaalcomputer bij de hand, is de keuze snel gemaakt. Hoeveel moeite kost het nu om eens aan een klant te vragen of iets wel klopt? Trouwens: investeren in een tolk, lijkt me een mooie investering als je serieus wil worden genomen door je klanten.

Taal is natuurlijk wel een persoonlijk stokpaardje. Een belegd broodje met ‘kas en tomatten’ gaat voor mij effectief wat zuurder smaken. Dat is anders. De woorden zijn juist, maar verkeerd gespeld. Er kwam niet eens een opzoekcomputer aan te pas… Als er zich in de Koningstraat toch opeens een rijtje stewardessen aanmelden, zullen ze toch raar opkijken als hun klanten een andere betekenis zoeken in het ‘naar boven gaan’.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 21/12/18)

maandag 17 december 2018

TINE ZIET (146): Step


Terwijl ik dit schrijf, word er naarstig boven mij gewerkt. De badkamer waarvan ik vorige week over droomde, krijgt langzaamaan meer vorm.  Op dit eigenste moment wordt er aan een toilet gesleuteld, dus het gaat goed vooruit! Afgelopen week had ik een opstoot van cafeïneverslaving: sloten koffie trokken me door de dagen. Alsook een kappersbezoek, uithuizige maaltijden, dansjes en babbels met vrienden.  Chagrijn is my middle name deze dagen. Mijn huis voelt als oorlogsgebied: pakken stof, weinig privacy, gebonk en heel af en toe gevloek van de werkmannen. Dit in combinatie van een slechte nachtrust en een veel te vroeg moeten opstaan…  Dan te bedenken dat er mensen zijn die maanden, zelfs jaren in verbouwingen zitten. Nee, ik zou niet mogen klagen. En toch doe ik het: want ventileren doet zo’n deugd. Zo af en toe eens zeuren, zorgt ervoor dat ik niet verzuur. Het is een algemene tendens om je verzuchtingen te delen. Al probeer ik er niet teveel mensen mee lastig te vallen. Zo sprak ik erover met iemand uit de buurt, die me doodleuk meedeelde dat ik tenminste geld heb voor een verbouwing en dat ik dus eigenlijk geen reden tot klagen heb.  Als ik naar het nieuws kijk, leer ik dan weer dat ik tenminste een huis heb en geld om eten buitenshuis te kopen. Ik zou empathisch als ik ben alles met een gelukzalige geeuwende glimlach moeten ondergaan. Gelukkig trek ik me er weinig van aan op dit moment. Mijn nukkige zombiemodus zorgt daarvoor. Het is diezelfde modus die ervoor zorgt dat ook ander nieuws gefilterd wordt: Tine in haar eigenste cocon van zelfdramatiek. Er is van alles aan de hand in dit land en daarbuiten: maar ik schrijf over mijn eigen kleine wereld.

Afgelopen weekend stond ik voor het eerst op een folkbal. Dit in een parochiezaal in Halluin. Ik hoorde dat ik teveel gespannen was. Toen ik werd doorgeschoven in een dansje dat de ‘tovercirkel’ heet, gaf een man me in het Frans de tip dat ik moest dansen alsof ik ‘bougeerde op een trottinette’. Mijn Waalse vriendin noemde me vroeger Tinette Trottinette. Toeval heeft me op fijne wijze weer op mijn step gezet.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 14/12/18)


maandag 10 december 2018

TINE ZIET (145): Glanzen


Mijn kat Frieda is boos op mij. Daar heeft ze alle reden toe. Sinds vorige week ben ik hier aan het schuiven en opruimen. Aan het herorganiseren en het ledigen. Ik ging zelfs al een paar keer naar het containerpark met een volle lading stinkende spullen. Wie mij kent, weet dat dat geen talent van me is. Integendeel. Zelfs nu blijft mijn huis chaotisch druk.  Voor de kat is het wennen. Ze mist haar plekje aan het raam. Ze is het noorden kwijt. Dat er vandaag vier werkmannen met boren en zagen aan de slag gingen, maakt het er niet beter op. Dat het ongetwijfeld nog enkele dagen gaat duren: dat is een feit. Een nieuwe badkamer is er niet op één dag.

Het is al jaren dat ik me schaam voor wakke muren. Voor een badkamer die er zo ongezellig uitziet dat ik altijd hoop dat bezoek niet naar de wc moet. En ik miste zo erg een bad. Niet om er wekelijks in te dobberen. Maar dat ik altijd hotelkamers met een bad probeer te boeken, zegt genoeg. Dat ik eenmaal ter plaatse tijd investeer in het zoeken naar producten om me in dat bad te lokken: bruisballen, gezichtsmaskers, kaarsjes, mini-flesjes cava,… Een bad geeft me toch op zijn minst enkele minuten rust zolang het duurt.

Als iemand het moet begrijpen, moet het wel Frieda zijn. Ze wast zicht dagelijks heel erg veel. Als er zon is, zoekt ze net dat zonnebad op. Zo’n vaart zal het met mij niet lopen. Mag ik ook eens alsjeblieft? Ze zal het me uiteindelijk vergeven. En mijn buren hopelijk ook. Mijn huis is er om mij thuis te voelen.

En kijk, ik zie Frieda nukkig vanachter de kast kruipen en naast me springen. Net te ver om haar even te aaien. Ze kijkt me met de neus in de lucht aan en begint haar ritueel: ze likt haar pels tot glanzen op. Ik voel mijn eigen nijd. We zullen even door het stof, het ‘lawijt’ en de veel te vroege uurtjes moeten bijten en dan, pas maar op, glanzen we weer allebei.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 07/12/18)

zondag 9 december 2018

Hoe ik voor het eerst naar een folkbal ging:

Ludovic, een fervent folkliefhebber, wou me al een hele tijd uitdagen om met hem naar een folkbal te gaan. De data pasten nooit. Uiteindelijk lukte het me om hem te vergezellen naar Moederbal in Halluin. Er waren jaren dat ik naar het Folkfestival in Dranouter ging, maar dat was eigenlijk nooit echt voor de traditionele folkmuziek. Ik kan zelfs eerlijk bekennen dat ik absoluut geen fan ben. Ludovic vertelde dat dit een echt traditioneel bal is met authentieke dansen en muzikanten. Minstens drie uur naar muziek luisteren die me niet echt ligt, moeten dansen met lijven de me vreemd zijn en dat op een zondagnamiddag in verbouwingstijd: er waren wel fijnere activiteiten te bedenken.

Moederbal is een folkbal dat al heel lang wordt georganiseerd op zondagnamiddagen in Halluin. Ludovic miste nog geen enkele editie. Het vindt plaats in parochiezaaltje, vroeger was het in een boerderij. Als Ludovic en ik er iets na 15u arriveren staat er al een rij aan te schuiven. De geur van patchouli komt me tegemoet. De clichébeelden van zogenaamde folkies doemen in mijn gedachten op. Maar in Cercle St-Joseph zijn er bitter weinig geitenwollen sokken te zien. Op het bal zijn er een honderdtal mensen: oud, jong, klassiek, hipsters,... Een fijne mix!

Het bal wordt geopend door de organisator en Johan Perrekens speelt ten dans. Ludovic sleurt me meteen de dansvloer op en leert me een jig en de scottish. Dit eventjes apart, maar algauw gaan we de kring in en dan krijg ik allerlei verschillende danspartners die de dansen allemaal op hun eigen wijze dansen. Stuntelig word ik doorgeschoven. Ik voel allerlei soorten handen en voel me er wat ongemakkelijk bij. Het is even wennen.

Ondertussen zijn Thomas en Hilde gearriveerd. Het zijn gemeenschappelijke kennissen van Ludovic en mij. Ook zij zijn net als Ludovic vaste folkfans. We drinken water. Als het water op is, koop ik een cola. De vrouw die me de cola verkoopt, vraagt aan de man naast haar, hoe ze de cola moet serveren. Ze vraagt zich erbij af of ze het flesje moet schudden. Ik blijk de enige coladrinker in het gebouw te zijn. Later drinken we cider, praten wat bij en gaan soms de dansvloer op.  Thomas en Hilde net iets meer dan Ludovic en ik.

Op het podium is een muziekgroep komen zitten die nog niet eerder samenspeelde voor een publiek. Het is Assabya en het klinkt eigenlijk echt wel goed. Ik hou er wel van om de dansers te bekijken. Elke danser heeft z'n stijl. De één dans soepel, de ander stijfjes, weer een ander danst de kolder uit het lijf. Er worden andere t-shirts aangetrokken. Wat me opvalt is de vriendelijkheid, de glimlach. Heel soms wordt een man afgewezen als hij aan een vrouw vraagt om te dansen, maar meestal niet. Bij het doorschuiven van partners, wordt er geen neus opgehaald. Het is eigenlijk wel een fijne gelegenheid om mensen te leren kennen. Samen dansen is best wel intiem. Dat was ik heel even vergeten. Samen met Ludovic waag ik me aan de tovercirkel. Ik durf het eindelijk aan om de verschillende danspartners in de ogen de kijken. Meestal met een verontschuldigende blik omdat ik alweer een verkeerd pasje maakte.

Als er opeens een doedelzak te horen is en Smitlap traditionelere folk speelt, begint het genre me een beetje te irriteren: genoeg folk gehad! We vertrekken iets na 19u terug naar huis. Gelukkig trapte ik niet op tenen. Toch wel een mooie verdienste, verklapte Ludovic lacherig. Ik miste nog wat soepelheid en durf. Misschien doe ik het wel nog een keer. Zondagnamiddagen mogen wel wat vaker verrassen.








dinsdag 4 december 2018

TINE ZIET (144): Overschot


Een paar weken geleden schreef ik hier over mijn inleefmaand. Daarin was mijn uitgavenlimiet heel erg beperkt. Via een kennis leerde ik ‘togoodtogo’ kennen, een app tegen de honger en tegen de voedselverspilling die je kan downloaden en die je voedselpakketten laat zien van voedingszaken in je dichte omgeving die je voor een prijsje kan ophalen omdat ze niet meer verkocht mogen worden. Helaas kon ik geen gebruik maken van deze app. In de regio Menen zijn er geen zaken aangesloten bij ‘togoodtogo’. In steden als Gent en Kortrijk bloeit dit veel meer. Deze week maakte ik op Facebook kennis met de groep: ‘Zonder honger naar bed Menen Lauwe Rekkem’. Daarin biedt Sarah Verschelde de mogelijkheid om restjes eten gratis aan te bieden of om voedsel op te halen. Ze staat zelfs zelf aan de kookpotten en kookt bijvoorbeeld soep met weggeschonken groenten of ze bakt rijsttaart. Het is een nobel initiatief dat toont dat er nog mensen zijn met een groot hart. De reacties op de pagina zijn hartverwarmend. Veel mensen hebben overschotjes die ze willen delen. En veel mensen zitten wellicht ook verlegen om eten. Door rechtstreeks met Sarah te berichten, blijven ze anoniem.

Zelf betrap ik me almaar minder op overschotjes. Sinds ik een maand heel bewust leefde, blijf ik mijn voorraad in de gaten houden.  Het is vaak fruit dat ik vergeet: dan heb ik teveel soorten in huis gehaald. Of een pot pastasaus of pesto. Eens open blijven die vaak onbeweeglijk in mijn koelkast staan.

Ooit leerde ik een man kennen die een volledige lege koelkast had. Niet omdat hij arm was maar omdat hij nu eenmaal elke dag alles kocht wat hij nodig had. Ik vond dit bizar en had dit nog nooit eerder gezien. Als hij overschotjes had, stopte hij ze in nieuwe plastic potjes in zijn diepvries. Die potjes zelf hergebruikte hij nooit. De inhoud ervan wel. Hij claimde tegen voedselverspilling te zijn, maar gooide die potjes dan wel telkens in de vuilnisbak. “Hygiëne voor alles”, zei hij. Ik heb hem mijn koelkast nooit laten zien. Laat staan mijn collectie potjes. Wat je precies in je koelkast verzamelt, zegt veel over wie je bent. En wat je durft te delen, nog meer. Goed bezig, Sarah!

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 30/11/18)

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...