maandag 30 juni 2025

TINE ZIET (479): Sutra

Zondagnamiddag werd ik getrakteerd op de adembenemende dansvoorstelling ‘Sutra’. In die voorstelling laat choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui monniken van de Shaolintempel uit China dansen tussen, in, op en met kisten. Er is ook een klein jongetje te zien dat toch wel de show steelt. Het was voor mij in van de eerste keren in mijn leven dat ik zo met het boeddhisme werd geconfronteerd. Wat ik zag was ronduit indrukwekkend.

Heel veel momenten in de voorstelling grepen mij heel erg aan en op een gegeven moment huilde ik tranen met tuiten. Dit voor het eerst in heel lang niet uit meligheid. Het ging mij om de kracht, de energie, de poëzie van de bewegingen,  pure bewondering en het ongeloof zoiets voor mijn eigen ogen te zien gebeuren. De impact die de bewegingen en de kreten van die mannen op me hadden, maakte precies iets in me wakker dat ik niet kende bij mezelf. Na de voorstelling heb ik ook zeker een twintigtal minuten vooral gezwegen. Wat voor mij toch best een lange tijd is in gezelschap.

Toen mijn gezelschap en ik even later toch weer lachend en keuvelend op een terrasje zagen, zagen we het gezelschap van  monniken over het pleintje waar wij zaten overlopen. In gewone kleren. Vanuit de verte gezien, leken ze op gewone toeristen. Ze wandelden gewoon en zonder tuimelingen. De kisten waren in de backstage blijven liggen of inmiddels opgeruimd. Het feit dat die Shaolinmonniken wellicht ook maar iets gingen eten samen, maakte de voorgaande magie niet ongedaan: wat ik in het Koninklijk Circus zag was bovenaards.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 27/05/25)

maandag 23 juni 2025

TINE ZIET (478): Ondes Martenot

Zondag maakte ik op een bundelpresentatie kennis met een muziekinstrument dat ik nog nooit eerder gezien had. Het bizarre geluid van dit instrument, deed wat met mij, want ik kon niet stoppen om gefascineerd te kijken naar de handen van de speler. Hij speelde ondes martenot. Sinds ik het gezien en gehoord heb, heb ik het al zeker twintig keer moeten opzoeken omdat ik er blijkbaar niet in slaag om de naam te memoriseren.

Het is één van de vroegste elektronische muziekinstrumenten. De uitvinder, een cellist die in de eerst wereldoorlog radio-operateur was, bedacht het omdat hij gefascineerd was door het geluid dat de radiogolven regelmatig verstoorde. Dat geluid leek op het blaffen van een chihuahua. Hij probeerde het te reproduceren via zijn radiotoestel en een lange snaar en kwam uiteindelijk tot het ding dat onder andere ook te horen in ‘Ne me quitte pas’ van Jacques Brel. De zingende zaag, is dus geen zingende zaag. Maar een blaffende chihuahua. Zet dat nu maar eens uit jullie hoofd.

 

Terwijl ik dit schrijf, blaft ergens in de buurt een groter type hond. Regelmatig. Overdadig. Ik gok niet dat dat geluid ooit de inspiratie van een instrumentbouwer zal prikkelen. Al weet je dat natuurlijk nooit. Ooit zit iemand misschien op een of andere presentatie te luisteren naar een instrument dat hij of zij niet kent. Maar denkt: “Dat geluid? Die klank? Het klinkt me ergens toch bekend. Heb ik niet ooit nog zo’n buurthond gekend?” 

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 20/05/25)

maandag 16 juni 2025

TINE ZIET (477): Kern

Zaterdag ging de voorlopig laatste Matinee Moniek door in de bib van Menen. Voor mij was die extra bijzonder omdat ik twee leerlingen te gast had uit mijn beginjaren als juf. Meer dan twintig jaar geleden was ik zelf nog een student, maar wekelijks reed ik met plezier op zaterdagochtenden naar de Ansold in Anzegem om daar les te geven. Ik herinner me dat het heel erg mistig kon zijn onderweg en ook herinner ik me een lesdag waarop ik met de handrem op piepend de parking arriveerde. Toen was het wellicht gewoon mistig in mijn hoofd.

Anneleen noemt zichzelf nu ‘Amazone op de fiets’ of ‘Amazone zonder paard’ en Stijn kleurt de wereld met hartslagen via zijn project ‘Artbeats’. Ook al zijn we jaren verder en lang niet meer hetzelfde: in de kern zijn we wie we waren: rusteloos en nog steeds op zoek.

Soms twijfel ik of ik nog tot het einde van mijn werkjaren les wil geven. Dit jaar misschien net iets harder dan de andere jaren. Ik merk dat veel vrienden en kennissen in mijn leeftijdscategorie worstelen met vragen over hun werk en de toekomst. Velen staan op een soort wachtlijst naar een nieuwe uitdaging. Of dromen er toch over. Echt springen is misschien te veel avontuur.

Ik herinner me dat toen ik nog jong was, dacht dat ik voor altijd juf zou willen blijven in Anzegem. Tot ik opeens een voltijdse betrekking in Menen kon krijgen. Ik wuifde na lang wikken en wegen Anzegem uit en liet de stad die nu de mijne is, in mijn hart. En ook al loopt het soms allemaal wat anders: de kern die blijft.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 13/05/25)

 

woensdag 11 juni 2025

TINE DRAAIT MEE: zomerproject


Er is een zomer geweest waarin ik mij liet uitdagen om nieuwe dingen uit te proberen. Dat waren vooral fijne dingen zoals ‘vissen’ en ‘keramieken’. Maar ik leerde op die manier ook een andere werkvloer kennen in bijvoorbeeld de wasserij van Veerkracht 4 of de cabine van een vrachtwagen. Of ik hielp bij het isoleren van een dak.

Deze zomer - midlife - wil ik vooral zinvol besteden. Niet alleen vraag ik me meer dan ooit wel eens af of mijn job wel dé job is. Ik doe al meer dan 20 jaar lang niets anders. Door omstandigheden deed ik dit jaar even een flexijob bij een traiteur en reed met dagschotels rond. De voormiddagen dat ik dat deed, maakten me als mens weer een beetje rijker: door letterlijk in de werkschoenen van een ander te stappen, kreeg ik meer begrip, liep weer wat steviger op mijn twee voeten en apprecieerde mijn eigen job misschien wel meer. Laat ik de twee komende maanden gebruiken om wat vooroordelen weg te werken en daarbij ook nog eens de handen uit de mouwen te steken!
Ik engageer me dus in juli en augustus om een dag mee te draaien op jullie werkvloer! Nodig me uit en ik ga voluit. Een loon hoef ik niet. Indien dat kan wél een onkostenvergoeding (buiten Menen) en een lunchpakket. In ruil schrijf ik over mijn ervaringen op mijn FB-pagina en mijn blog of wie weet haalt het de krant.
Let wel: Ik geef mezelf wel de vrijheid om een jobuitnodiging te weigeren als het mij mentaal of fysiek het petje te boven gaat of als ik al andere plannen heb. Want hé, het is vakantie…
Stuur me een bericht als je me wil inhuren, dan krijg je mijn mail- en telefoongegevens!

maandag 9 juni 2025

TINE ZIET (476):Vlinders

 Zaterdag betrapte ik mezelf op tranen in de vlindertuin van het bloemenpark in Orléans. Al zal de vermoeidheid me wellicht ook parten gespeeld hebben na enkele dagen uitwaaien daar, toch vermoed ik dat het de vlinders waren die zo overweldigend op mij waren. Ik had me ook helemaal geen voorstelling gemaakt van wat ik had kunnen verwachten achter het kralengordijn in de serre. Zoveel vlinders had ik in elk geval nog nooit bij elkaar gezien. Ik gok dat ik wellicht niet de enige zal zijn, die een ontmoeting met zoveel prachtige insecten indrukwekkend vind. Tenminste dat hoop ik dan maar. Wie wil nu de grootste softie van deze aardbol zijn?

 Er is tijd geweest, waarin ik als beginnende dichteres vaak schreef over het feit dat ik me een rups of een cocon voelde. “Schrijf meer over vlinders!” kreeg ik toen als commentaar van de jury van een poëziewedstrijd omdat men vond dat ik te somber was voor mijn leeftijdscategorie. Ik schreef toen een hele naïeve tekst over een rups die ontpopte tot prachtige vlinder. Ik bracht die voor een eenmalig event voor een publiek en begeleidde mezelf met bellenblazer. Wat wist ik toen als snottebel af van het mensenleven?

 Ik wil me bij deze eindelijk excuseren. Niet bij dat publiek. Een achttienjarige carte blanche geven op een kunstenfestival is nu eenmaal niet zonder risico’s. De vlinders verdienen wel mijn verontschuldigingen. Zij verdienden het niet om te moeten figureren in mijn meligheid of in een of ander kinderachtig beeld dat uit de grootste lelijkheid iets moois kan ontstaan. Vlinders zijn zoveel meer dan een cliché.  

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 06/05/25)

 

 

maandag 2 juni 2025

TINE ZIET (475): Streetart

 

Afgelopen Matinee Moniek had ik het over kleuren. Een van mijn gasten was Katrine Demeulenaere. Ze had niet alleen haar hondje Fientje meegebracht. Ook haar aanstekelijk enthousiasme stak ze niet onder stoelen of banken. Katrine is samen met woonmaatschappij Impuls verantwoordelijk voor extra kleur in ons straatbeeld. Net als vorig jaar, heeft ze weer tien vrouwelijke graffitikunstenaars bereid gevonden om Menen en Wervik van extra streetart te voorzien. 

Niet iedereen is enthousiast als het over spontane graffiti gaat, maar als het om mooie kleurige tekeningen zijn die in het oog springen, is men meestal wel bereid om een wandeling of een fietstochtje langs die gevels te maken. De gevel van Sint-Joris kreeg naar aanleiding van de honderdste verjaardag ook een opvallend kleurtje en dit werd al massaal gedeeld online.

 Ik doe dat dikwijls als ik ergens op reis of doortocht ben. In Oostende, in Charleroi. Laatst ook in Antwerpen: ik zoek die kleuren bewust op. Met  ‘Impulse Girls Tour’ kunnen we toeristen lokken. Daar ben ik van overtuigd. Meer nog: ik heb onmiddellijk bewijs. Ik had een foto gepost van het kleurrijke boeket dat nu in de Koningstraat hangt te blinken en ik kreeg meteen al de vraag van niet-Menenaren waar dat te bezichtigen was. Ik heb ze verwezen naar de website van het initiatief en gezegd dat ze welkom waren om de tekeningen te ontdekken op onze gevels!

We mogen gerust wat meer fier zijn als het over dergelijke initiatieven gaan. Het gaat om echte kunst, niet om vandalisme. Het zet aan tot kijken met de open mond. Dat soort verwondering houdt jong.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 28/05/25)

 

maandag 26 mei 2025

TINE ZIET (474): Pioen!

Bijna zeven jaar geleden schreef ik hier al over de pioenenman. Een charmante man van tweeënzeventig die me na een optreden in Melden in 2005 online was beginnen volgen en omdat ik dat jaar opriep tot allerlei uitdagingen, daagde hij me uit om zomaar pioenen uit zijn tuin te ontvangen als dank voor al mijn schrijven. Ondanks enkele wantrouwige waarschuwingen van vriendinnen, aanvaardde ik die uitdaging en ontving hem en zijn bloemen bij mij thuis. Een jaar later, stond hij er weer, maar toen zei hij dat het misschien de laatste waren. Hij zou verhuizen en wat struiken kunnen meeverhuizen, maar hij wist niet of ze zouden overleven op zijn nieuwe stek. Daarna hielden we sporadisch mailcontact. In volle covidtijd stopte het ineens.

Afgelopen week kreeg ik een mailtje dat hij midden in de nacht verstuurd had. Of hij me die ochtend na al die tijd nog eens mocht verrassen. Er waren eindelijk weer pioenen maar aangezien de grond er iets minder goed is, moesten ze snel worden uitgedeeld. Ik gaf hem mijn nieuwe adres en zo gebeurde het dus opnieuw. Meer dan een uur reed hij met een bosje verse pioenen naar Menen, sneed de te lange stelen af,  schikte ze in een vaas, gaf me twee vazen, drie kussen maar weigerde koffie en het glas water en reed terug naar huis. Hij  liet me achter met een glimlach op mijn lippen.

Bloemen vergaan. Dat is waar. Maar soms kunnen ze na jaren weer opduiken. Als ik naar de kleurige vaas op tafel kijk, zie ik de hoop dat lang nog niet alles verloren is. Koester de fijne gebaren. Blijf voor spontane pioenen openstaan!

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 22/05/25)


 

TINE ZIET (479): Sutra

Zondagnamiddag werd ik getrakteerd op de adembenemende dansvoorstelling ‘Sutra’. In die voorstelling laat choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui m...