maandag 11 maart 2024

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een feestje bouwde voor iets wat ik leuk had gevonden die dag. Er waren mensen die dat leuk vonden en daar positiviteit uithaalden. Anderen ergerden zich er mateloos aan en vonden dat het een tuttige vorm van zelfverheerlijking was. Het was voor mij oorspronkelijk een mooie denkoefening om dagelijks een hoogtepunt uit mijn dag te kiezen, want ik beleefde zoals veel mensen meer dagen waarin eigenlijk niets te vieren viel. Door me dan te richten op een klein positief element, kon ik ’s avonds blijer achteroverleunen. Dat het anderen inspireerde doordat ik het openbaar maakte, vond ik een fijne gedachte. Op een bepaald moment ben ik ermee gestopt openlijk te vieren. Misschien wel door de kritiek. Maar even goed omdat het in mijn persoonlijke leven echt niet zo denderend ging. Voor mezelf bleef ik wel ’s avonds het goede uit het slechte ziften voor ik ging slapen. Al was het maar een tomatenplantje dat zomaar uit het niets tegen mijn gevel begon te groeien. De kat die tegen mijn dijen aanvlijde, terwijl ze normaal wat meer afstand neemt.

Nu ik 45 ben, besef ik meer en meer dat ik liever vier met wie me lief is en me graag ziet om wie ik ben dan met een allemaal. Wederzijdsheid is als het om vriendschap en liefde gaat een noodzakelijke vereiste. Zo ook met vieren. Op een bepaalde leeftijd hoef je jezelf niet meer te bewijzen. Ook al vier je dan misschien nog met veel, vieren is eigenlijk het mooist intiem.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  08/03/24)



maandag 4 maart 2024

TINE ZIET (413): Jezelf

Afgelopen zondag zat ik met een gamel vol hutsepot en worst in een pittoresk bruin cafeetje in Wervik het einde van een intense krokusvakantie te vieren. Het was een week vol uitersten. De uitschieters waren ongetwijfeld een ritje in een Porsche, geslaagde optredens en het winnen van een paar witte sokken. Soit, als ik straks vijfenveertig word, kan ik onmogelijk beweren dat het stilaan een saaie boel begint te worden. Het is een bizar idee te beseffen dat ik nu toch zeker al de helft van mijn leven achter de rug heb. Want de kranige gezondheid van mijn meme zaliger heb ik toch niet geërfd, vrees ik.

De hutsepot was zout, maar ik liet het me smaken. We hadden er in bont gezelschap een wandeling op zitten in de miezerige regen. Onze kleren waren nat. Ik had reservekousen van een vriendin aangetrokken omdat de mijne doorweekt in mijn rugzak zaten. Hier op deze plek was het niet belangrijk of de sokken al dan niet matchten met mijn trui. Hier was iedereen gewoon schroomloos zichzelf. Ik kon me eigenlijk geen betere plek wensen om terug in de realiteit te springen.

Misschien voelt het vreemd dit als dit podiumbeest neer te schrijven: hoe graag ik ook de show steel, het voelt nooit verkeerd om in een gezelschap gewoon mezelf te kunnen zijn. Hoe ouder ik word, hoe belangrijker dat toch is. Met de juiste vrienden om je heen, zou het vanzelf moeten lukken. Maar leuker nog is dat er plaatsen zijn die mensen spontaan zichzelf laten zijn. Het zijn zeldzame plekken die geen reclame nodig hebben om te bestaan.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  01/03/24)

maandag 26 februari 2024

TINE ZIET (412): Marginaal

 Toen ik twaalf jaar geleden naar deze stad verhuisde, verklaarden mijn familie en vrienden me gek. Ze dachten toen al dat ik naar de marginaalste stad van Vlaanderen verhuisde. In de loop van al die jaren heb ik ze kunnen duidelijk maken dat ik hier op mijn plek ben. En dat hier de meest fantastische opportuniteiten voor me liggen.

Met de jaarlijkse ludieke verkiezing van marginaalste stad, laait het stof weer gretig op. Veel Menenaren vinden het een grote grap en stemmen zelf voor onze stad. Anderen roepen inwoners op om zeker niet op Menen te stemmen, wat gegarandeerd nét extra stemmen zal opleveren. Ook al gaat het hier louter om een kleinschalig online initiatief, er wordt wel degelijk belang gehecht aan deze titel. Als trotse vertegenwoordiger van een stad is het niet fijn als jouw stad via allerlei zoekmachines gelinkt is aan deze titel.

Wat me met die hetze trouwens ook duidelijk is, is dat de betekenis van het woord ‘marginaal’ vaak op andere manieren wordt ingevuld. Ben je het als je arm bent? Lopen hier frigoboxtoeristen rond? Is het puur vestimentair? Heeft het met drank- en drugsgebruik te maken? Zo ken ik mensen die zich best marginaal kunnen gedragen, maar het daarom nog niet zijn.

Ik lig er in elk niet wakker van. Ik sta hier nog steeds graag op en ik ga er graag slapen. Soms te laat. Soms zelfs met een kater. Hé, help! Is het dan echt zover gekomen? Ah! Marginaal? Zijn we dat niet allemaal?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  23/02/24)

maandag 19 februari 2024

TINE ZIET (411): Appels

Zondag bevond ik me volkomen van mijn melk in een filmzaal. Ik zag er ‘The Zone of Interest’. Nu heb ik de gewoonte van een film helemaal uit te zitten als ik in een bioscoop ben. Vooreerst klinkt dat zorgvuldig uitgekozen eindnummer in zo’n zaal toch altijd indrukwekkender dan thuis! Daarnaast ben ik altijd nieuwsgierig of er misschien nog wat komt. Als ik in gezelschap ben, stel ik het op prijs dat ik die kans krijg om te blijven zitten en vooral te blijven zwijgen.

De film beschrijft het leven van het gezin van de kampcommandant van het concentratiekamp in Auschwitz. In de film worden geen beelden uit het kamp getoond. Er is zwarte rook en de illusie. Die is er door de soundtrack die levensechte geluiden uit het kamp laat horen terwijl bijvoorbeeld wordt ingezoomd op bloemenpracht. Een paar nummers uit de film zijn ook gecomponeerd in gevangenschap daar. Eerst voelde ik de walging naar het gezin toe. Op het einde draaide het naar mezelf. Achter mij was men al druk bezig met het analyseren van de film. Ikzelf zat er nog in. Hoe banale dingen zoals het beslissen of er nog een drankje wordt gedronken kan worden beklonken terwijl de namen van verschillende concentratiekampen over het scherm rollen. Hoe ik in een bioscoop kan zitten, terwijl er in zoveel landen mensen gruwelijk worden afgeslacht.

Een mooi beeld in de film is hoe een meisje appels verstopt voor de hongerige joden. Het meisje zou ook echt bestaan hebben. Het is gefilmd als een duistere nachtmerrie. Maar zolang er meisjes en appels zijn, is er licht. En dat geeft hoop.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  16/02/24)

maandag 12 februari 2024

TINE ZIET (410): Acht

Bij aanvang van het schrijven van dit stukje merkte ik dat het precies acht jaar geleden was dat ik ben begonnen met de wekelijkse rubriek in de krant. Dat verbaasde me enorm. Wat in mijn leven is zo de moeite waard dat ik week na week, voor acht jaar lang, iets te vertellen heb? En bestaat de kans eigenlijk niet dat ik me voortdurend blijf herhalen?

Mensen die me vertellen dat ze precies weten wat er in mijn leven speelt, doordat ze elke week trouw deze kolom lezen, moet ik teleurstellen.  In de loop van al die jaren schrijf ik behoorlijk oppervlakkig over wat me echt raakt.

Er zit gelukkig veel variatie in mijn weken. Zo mocht ik afgelopen tot twee keer toe een koorrepetitie leiden doordat de dirigente van het koor Asem ziek was.  Nee, ik neem geen voorbeeld aan meneer Degand, want dirigeren deed ik niet. Ik stond vooraan, luisterde en gaf achteraf wat opmerkingen. Het was een intense ervaring moet ik bekennen! Ook voor de leden van het koor.  Gelukkig is de dirigente intussen weer op de been en wordt alles muzikaal tot in de puntjes afgewerkt voor de voorstellingen in de krokusvakantie.

 

Daarnaast bevond ik me met zes leerlingen in de academiekelder. Samen maakten we er een installatie, waar de bezoekers van de 'Dag van de Academie' in konden lopen. Even moest ik zelfs invallen en meedoen. Dat was eigenlijk best leuk. .Eenmalige en toevallige gebeurtenissen kleuren deze column dus al acht jaar. Dat hoeft geen taart. Ook geen applaus. Zolang er maar wekelijks iets nieuws wordt bewaard.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  09/02/24)

maandag 5 februari 2024

TINE ZIET (409): Multitaskend luisteren

Dit jaar dook ik voor het eerst de Gedichtenweek in zonder plannen. Normaal bedenk ik toch op z’n minst iets voor in de klas. Maar omdat we in de laatste lessen zitten voor allerlei verschillende leerlingenoptredens, is het er dit jaar niet van gekomen. Ik was dus wel erg blij dat ik de vraag kreeg om deel te nemen aan de poëzie-voorleesmarathon in een grootwarenhuis in Lauwe. Twee keer ging ik een half uurtje voorlezen. Het bleek toch al enkele jaren geleden dat ik dat nog eens deed: gewoon voorlezen uit eigen dichtwerk

Terwijl de mensen rondom mij hun winkelwagentjes vulden, las ik voor uit oud en nieuw werk. Natuurlijk hebben de meeste mensen ‘geen tijd’ om naar gedichten te luisteren. Het viel mij toch op dat sommige kopers gniffelden toen ze eitjes in hun winkelkar legden of dat ze een paar keer in eenzelfde gang passeerden met hun oren naar de microfoon gespitst. Uiteindelijk willen mensen wel nog graag voorgelezen worden. Het is iets wat toch in ons ingebakken zit. Het roept herinneringen op. Of zo. Maar zelden nemen we er nog tijd voor om er echt voor te gaan zitten.

Waar wordt er nog enkel en alleen maar geluisterd? We zijn het intussen al gewend: poetsen met een of andere podcast op, lopen met muziek op en studeren met een playlist erbij. Onze oren multitasken er lustig op los. We luisteren tegenwoordig altijd in combinatie met iets anders. Gewoon luisteren is er zelden meer bij. Wanneer leggen we onze oorschelpen weer in de watten?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  02/02/24)

maandag 29 januari 2024

TINE ZIET (408): Columbus

Afgelopen weekend voelde me een ware ontdekkingsreiziger. Na een veel te kort nachtje trok ik de wandelschoenen aan om de Oude Leiewandeling in Bavikhove af te stappen met een vriendin. Het is één van mijn lievelingsroutes. Groot was de verrassing dat de wandelroute gewijzigd is. Opeens bevond ik me op Beverse grond en kon even goeiedag gaan zeggen aan de zerk van mijn vader. Ik ontdekte ook een nieuwe fiets- en wandelbrug. Erg deugddoend! Later die dag zat ik in de pluchen zetels voor het Nieuwjaarsconcert van de academie. Ik leerde er de muziek kennen van Grand Picture Palace en reed later die avond moe maar voldaan naar huis.

’s Anderendaags zat ik tussen het publiek in OC De Troubadour in Bissegem om naar het optreden te kijken dat een collega had geregisseerd. Ook hier was er verwondering. Ik besloot om daarna langs de Budascoop te rijden voor nog een dosis. ‘Poor Things’ liet me overdonderd naar huis rijden. Ik voelde me opgeladen om op maandag weer energiek en enthousiast aan de nieuwe werkweek te beginnen. Alleen besliste de wind er anders over. Die rolluiken waar ik vorige week nog zo enthousiast over was, blijken niet geluidsdicht te zijn als het over echte wind gaat.

 Ik heb me in wel duizend bochten en vouwen gewrikkeld en zag in gedachten hoe mijn dak ook op ontdekkingsreis vertrok. Het kan verkeren. Het ene moment van de dag voel ik me kapitein van mijn eigen schip. Het andere schipbreukeling op een schamel vlot. De Christoffel Columbus in me, bedot.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  26/01/24)

TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...