maandag 9 juni 2025

TINE ZIET (476):Vlinders

 Zaterdag betrapte ik mezelf op tranen in de vlindertuin van het bloemenpark in Orléans. Al zal de vermoeidheid me wellicht ook parten gespeeld hebben na enkele dagen uitwaaien daar, toch vermoed ik dat het de vlinders waren die zo overweldigend op mij waren. Ik had me ook helemaal geen voorstelling gemaakt van wat ik had kunnen verwachten achter het kralengordijn in de serre. Zoveel vlinders had ik in elk geval nog nooit bij elkaar gezien. Ik gok dat ik wellicht niet de enige zal zijn, die een ontmoeting met zoveel prachtige insecten indrukwekkend vind. Tenminste dat hoop ik dan maar. Wie wil nu de grootste softie van deze aardbol zijn?

 Er is tijd geweest, waarin ik als beginnende dichteres vaak schreef over het feit dat ik me een rups of een cocon voelde. “Schrijf meer over vlinders!” kreeg ik toen als commentaar van de jury van een poëziewedstrijd omdat men vond dat ik te somber was voor mijn leeftijdscategorie. Ik schreef toen een hele naïeve tekst over een rups die ontpopte tot prachtige vlinder. Ik bracht die voor een eenmalig event voor een publiek en begeleidde mezelf met bellenblazer. Wat wist ik toen als snottebel af van het mensenleven?

 Ik wil me bij deze eindelijk excuseren. Niet bij dat publiek. Een achttienjarige carte blanche geven op een kunstenfestival is nu eenmaal niet zonder risico’s. De vlinders verdienen wel mijn verontschuldigingen. Zij verdienden het niet om te moeten figureren in mijn meligheid of in een of ander kinderachtig beeld dat uit de grootste lelijkheid iets moois kan ontstaan. Vlinders zijn zoveel meer dan een cliché.  

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 06/06/25)

 

 

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (488): Troost

Sinds kort bewandel ik een nieuw pad. Ik ga uitvaarten voor in aula’s. Niet als uitdaging maar voor écht. Naast mijn job als juf. Voor sommi...