maandag 26 november 2018

TINE ZIET (143): Kampioen


Zondagochtend stond ik langs de kant van een voetbalveld te supporteren voor mijn neefje. Ik voelde me heel even een personage uit die beroemde Vlaamse TV-serie die almaar herhaald wordt. Het veld zag er hetzelfde uit. Toen ik rondkeek, zag ik toch dat daar weinig typetjes stonden. Nee, er stonden echte moeders en vaders die net als mijn zus en ik uit bed waren gestapt om hun kind aan te moedigen op het grasveld.

Het beeld van scheldende vaders en een trainer die uit zijn training springt van woede, zag ik niet. De trainer (die achteraf de hulptrainer bleek te zijn) bleef geduldig high-fives uitdelen aan zijn spelertjes. Hij moedigde ze vriendelijk aan. Er werd niet gevloekt. Er werden geen kaarten uitgedeeld. Mijn neef werd vaak van het veld gehaald om zich op te warmen en dan weer terug richting doel gestuurd. Hij bleek een topscorer te zijn met heel veel gevoel voor dramatiek. Maar liefst vier doelpunten vertrokken uit zijn voeten! Mijn neefje speelt g-voetbal. Misschien klinkt dat als nep-voetbal voor wie fanatiek voetbal volgt: soepele regels, een wedstrijd die minder lang duurt, geen penalty’s…  Maar wat een spelvreugde! En gaat het in voetbal ook niet daarover?

Onlangs vertelden vriendinnen me dat hun zonen erg ontmoedigd geraken in hun voetbalcarrière omdat de trainers te streng zijn.  Sommige trainers schrikken er blijkbaar niet voor terug om ouders en kinderen publiekelijk terecht te wijzen als ze bijvoorbeeld niet komen supporteren of bijvoorbeeld het weekend met de jeugdbeweging boven een match verkiezen. Op zich is dat wel spijtig: hun zonen zijn wel degelijk enthousiast. Ze houden van voetbal en spelen het graag. Alleen hebben ze geen ambitie om profvoetballer te worden. Mijn neef trouwens ook niet. Hij droom van een kokscarrière waarin hij af en toe gewoon op een balletje mag trappen.

Na de match ging ik mee naar de voetbalkantine. Daar bleek de dagschotel verse soep te zijn. Voetbal is niet altijd wat het lijkt. Ik gaf mijn neef een high-five en feliciteerde hem als kampioen. Hij gloeide trots. En dat is toch wat een fijne hobby hoort te doen?

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 23/11/18)

zondag 18 november 2018

TINE ZIET (142): Single


Het zal veel lezers ontgaan zijn: 11 november is niet alleen de dag van de Wapenstilstand en Sint-Maarten.  Daarenboven is het ook Nationale Vrouwendag. Al was daar eigenlijk wel bitter weinig over te horen.  Het is sinds kort ook Singles’Day. Ik ben al jaren single, maar ik had er eerlijk waar nog nooit van gehoord. Alweer een dag in het leven geroepen om extra geld te verdienen. In dit geval aan alle alleenstaanden. Zo kreeg ik mails van allerlei winkels om mezelf maar eens in het zonnetje te zetten als single. Hoe die winkels weten dat ik single ben: het zal me worst wezen.  Zouden die winkels niet beseffen dat je als je single bent, dat het dan eigenlijk elke dag Singles’Day is? Elke dag kan ik mezelf verwennen, als ik dat wil tenminste. Ik kan mezelf ook zielig en alleen vinden. Ook dat is mijn eigen keuze.  Ik herinner me ooit dat ik jaren geleden in een warenhuis een boeketje bloemen kocht en de mannelijke kassier zei dat hij het spijtig vond dat ik die bloemen zelf moest kopen. Ik heb hem toen gezegd: “Iemand moet het doen.” Dat is eigenlijk mijn motto gebleven. Als niemand dat extra beetje lief is voor mezelf, probeer ik mezelf dat liefs cadeau te doen.

Het is niet dat ik kost wat kost single wil blijven. Of dat ik trots ben dat ik het ben. Begrijp me niet verkeerd. Als ik nog op iemand bots, weet ik gegarandeerd: ik laat dat etiket ‘alleen’ met graagte van mijn lijf overtatoeëren. Ik zal met alle plezier een cadeautje kopen voor die liefste, ook als er geen aanbiedingen in mijn mailbox schuiven. Spontaan zal ik mijn zelfliefde aan een ander besteden. Niet alles natuurlijk. Eigenliefde went wel in die mate dat je je eraan gaat hechten. Soms voelt dat als vloek. Je gaat niet meteen voor om het even wie je brandstof tot klein geluk opgeven.

Misschien zou ik er niet over moeten schrijven. Wie weet schrikt het af of lijkt het op een open vacature. Waar ik eigenlijk stil wou bij staan is dit: 365 dagen in een jaar. Eens om de 4 jaar zelfs een dagje meer. Elke dag is er wel ergens reden tot feest. Dag van de grote vrede: ja! Nationale Vrouwendag: ja! Snoepjesfeest: ja! Maar allenigheid is eigenlijk echt geen reden om te vieren.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 17/11/18)

maandag 12 november 2018

TINE ZIET (141): Proeven op Mensen


Gisteren zat ik meer dan 5 uur in de trein. Velen vinden dat een saaie bedoening. Zelf vind ik het dé ideale gelegenheid om nog eens te lezen of schaamteloos mensen af te luisteren. Naast me kwamen 2 mannen zitten. Ze hadden allebei een koffer. Een Limburger en een Nederlander. Dat was goed te horen. Het zou het begin van een mop kunnen zijn: “Er waren eens een Belg en een Nederlander…” Het was algauw duidelijk dat dit geen goeie mop zou worden.

Ze hadden een ruime tijd ‘binnen’ gezeten zo bleek. Het viel me al snel op dat dat om een medische reden was. Beiden hadden meegewerkt aan een medisch experiment. Daarmee hadden ze heel wat geld verdiend. Bovenal hadden ze overduidelijk veel ergernissen gekweekt aan de andere mannelijke proefpersonen, want ze sliepen blijkbaar samen in dezelfde kamer en na meer dan een week waren heel wat irritaties ontstaan. De ene man snurkte behoorlijk. Een ander exemplaar liet alles onder zijn bed slingeren. En weer een andere werd hysterisch bij het aanhoren van een stofzuiger. Maar het eten was lekker. Ze palaverden over nieuwe medische projecten waar ze zich voor konden aanmelden. Ze vonden het allebei vervelend dat er een bepaalde ‘uitwerktijd’ voorzien was. Na een experiment moesten ze zeker een maand wachten om een nieuw experiment aan te gaan. Dat was contractueel vastgelegd.

Eerlijk gezegd had ik er nog niet bij stilgestaan dat medische proefpersonen ook wel degelijk bestaan. Dat hun lijf onder medisch toezicht plaatsen datgene is waar ze hun boterham mee verdienen. De Belg zei dat hij nog wel eens een vrouwtje in zijn bed wou als hij weer thuis zou zijn. Desnoods een plastieken. Hij begon met vrouwtjes te sms’en met de woorden: “Tijger in town!”. Veel reacties kreeg hij niet. Want naast afluisteren, kan ik ook goed bespieden. Toen de Nederlander uitgestapt was, downloadde de Belg Tinder op zijn gsm.

Ik weet het: het zijn mijn zaken niet. Denkt U daar maar eens aan als u in deze grieptijd pillen slikken moet. Iemand testte die, werd ervoor betaald, maar moest in ruil daarvoor wel heel veel missen.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 10/11/18)

maandag 5 november 2018

TINE ZIET (140): Zuinig


Sinds februari laat ik me uitdagen tot allerlei projecten. Vaak zijn dat leuke dingen. Zo maakte ik mijn eerste jurk en kweekte ik een heuse bonenplantage. Niet alles wat ik aanga, is even leuk. Zo daagde iemand me uit om een maand met het leefloon te leven, omdat ze dat ooit zelf had ervaren. Het leefloon was niet doenbaar met mijn vaste kosten, dus besloot ik om mijn vaste kosten te betalen en een maand lang wekelijks met 60 euro zakgeld rond te komen. Ik besloot om dit niet aan te kondigen, zodat anderen er geen rekening mee gingen houden. Ik vertelde het natuurlijk wel aan wie ik tegenkwam.

Meningen waren verdeeld. Sommigen vonden 60 euro best veel. Anderen vonden het belachelijk weinig. Zelf mocht ik ondervinden dat dit best veel is voor eten en drinken, maar heel weinig als je ook naar buiten wilt komen zoals ik doe. Ook bleek het lastig om gezond te blijven eten. Een kant-en-klare lasagne is goedkoper dan de ingrediënten van pakweg een quiche.  Daarnaast blijk ik een luxe-kat te hebben die weigerde om in mijn project mee te stappen. Ik neem het haar niet kwalijk. Ze beet een flinke hap uit mijn wekelijks budget.

De eerste twee weken gingen makkelijk. Zelfs met doktersbezoek en enkele terrasjes. Daarna ging het almaar lastiger. Wellicht omdat ik uitgestelde aankopen toch moest aanschaffen. Dus bleef ik vaker binnen deze maand en als ik toch naar buiten kwam, moest ik me laten trakteren.
Deze uitdaging leerde me meer dan ooit dat wie met een beperkt budget moet leven almaar zorgen heeft. Zo maakte ik me op maandag al zorgen omdat de helft van mijn budget op was. Wie weinig centen heeft, blijft ook meestal binnen. Concerten en voorstellingen kosten veel geld. Zeker als je ook nog een drankje wil drinken. Ik zie mezelf nog twijfelend voor het rek van de tandpasta staan en bedenken of ik dat nu echt wel nodig had.

Een echte dure vogel heb ik mezelf nooit genoemd. Ik ga zelden op reis. Ik koop weinig merkproducten. Maar echt zuinig leef ik dus blijkbaar niet, ook al dacht ik eigenlijk van wel. Een beperkt budget drukt je met de neus op de feiten: er is te veel te koop en te weinig te krijgen.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 03/11/18)

zondag 4 november 2018

Hoe ik ging klussen voor het Goede Doel:

Een tijd geleden kreeg ik de mededeling van Leo dat hij mij wou uitdagen om auto's te komen waxen. Leo verzamelt oude modellen om ze op te knappen. Hij heeft een mooie collectie Suzuki's, Landrovers en dwergauto's. Ik ken hem van jaren terug, maar veel contact hebben we niet. Hij nodigde me uit in de oude hoeve die hij en zijn partner bewonen en beloofde me een caravan om in te slapen. Mijn eerste ooit. Een paar weken voor het afgesproken moment, liet hij me weten dat hij nog wat beters voor me had. Ik zou toch geen auto's hoeven te waxen, maar ik zou moeten klussen in een of ander huis. De moed zakte me in mijn schoenen. Klussen en ik... het is niet eens zo nieuw. Een paar jaar geleden ging ik een dagje klussen bij de renovatie van een appartement met mijn broer. Hij dropte me in oude isolatiewol met hardnekkige uitslag tot gevolg. En binnenkort starten trouwens ook renovatiewerken in mijn huis. Ik zucht hard daarbij. Ik stond dus op punt deze uitdaging niet aan te gaan. Dat beken ik eerlijk. Meer dan vijf uur treinen in mijn vakantie om iets te doen wat ik niet eens graag doe? En dan ook nog eens vijf uur terug moeten treinen? Maar ik verplichtte mezelf uiteindelijk toch de trein op.

Toen ik de vrijdagavond in Zwolle door hem werd opgehaald, legde hij me in de auto uit wat nu precies de bedoeling was. Hij werkt in Bouwmaat Zwolle. Dat is een groothandel voor bouwmaterialen. Daar komen klusjesmannen, zelfstandigen en bedrijven hun materialen dus aankopen. Vorig jaar hadden ze voor het eerst een klusdag ingericht met werknemers van Bouwmaat Zwolle en klanten. Ze hebben toen met een equipe van een tiental man gratis en voor niks (met gesponsorde materialen) in één dag tijd een dak weer goed gemaakt. Dit jaar gingen ze ook werken onder een dak van een huis waarin meisjes die het moeilijk hebben tot zichzelf kunnen komen en ik zou dus meehelpen. Hij vertelde me dat we om half zes moesten opstaan hiervoor. Hij zei iets over dakkapel en dakisolatie. Ik bedacht dat het wel heel erg koud zou kunnen zijn en ik geen klusjas mee had. "Dat regelen we morgen wel," zei hij.

We kookten en aten samen. Hij maakte mijn caravanbed op en legde een elektrisch deken onder het hoeslaken omdat ik dat vast wel kon gebruiken... Ik besefte toen nog niet hoe koud het eigenlijk wel was in de polder en hoe heel erg welkom dat elektrisch deken wel zou zijn. Ook mijn eerste keer trouwens. Ik kroop vroeg onder de wol, maar sliep heel weinig. Daar lag ik moederziel in een koude caravan en dacht aan klussen. Warm kreeg ik het er niet echt van. Uiteindelijk ben ik erin geslaagd om 3,5 uur te slapen, gok ik.

Leo en ik reden heel vroeg naar Bouwmaat Zwolle, alwaar ik eerst nog wat pakbonnen mocht verzamelen. Ik kreeg een extra klustrui aangetrokken en samen met de manager en een collega reden wij onder de geneugtes van frisse countrymuziek naar Emst. De sfeer tussen de drie zat er duidelijk in. Ze keken heel erg uit naar deze dag. We belandden bij Bridle Up Hope. Daar kunnen meisjes tussen 12 en 25 jaar die het heel erg moeilijk hebben, meer zelfvertrouwen krijgen, de eigen teugels weer in handen nemen, door te trainen met paarden. Bedoeling was om een ruimte voor de meisjes in te richten waar ze samen binnen konden ontspannen maar er diende een dak te worden geïsoleerd en subsidies krijgen ze niet. Alles wat ze financieel binnen krijgen, is via donateurs en schenkingen. Er stonden ons daar nog drie klanten van Bouwmaat Zwolle op ons te wachten. Professionele klussers. Fijn dat ze zich voor het goede doel verzamelden op een zaterdag!






Bedoeling was om in teams per twee te werken. Ik vormde samen met Peter het 'zaagteam'. Ik gaf (klungelig) te lange planken door, die hij korter zaagde. Die minder lange planken moesten dan naar boven doorgegeven worden. In de voormiddag was dit mijn job. Ik hielp met opruimen beneden en haalde mee de onderdelen van de steiger. Algauw ging men boven aan de slag met planken timmeren. Ondertussen werden boven ook isolatiepanelen gezaagd om ze achter de planken tegen het dak te schuiven.



Wie me 'kent' als 'werker', weet dat ik wat aansturing nodig heb. Als ik iets te pakken heb, werk ik meestal wel goed door. Maar echt gezellig word ik dan niet. Terwijl men boven veel lol had onder het stof, was ik stug en ongezellig. Zo mocht ik bij vakantiejobs in een fabriek na een proefperiode vaak als enige blijven, omdat ik doorwerkte. Mijn collega's moesten mijn stilzwijgendheid er dan wel bij nemen.  Als ik trouwens niet aangestuurd word, zie ik niet wat ik kan doen. Dat is geen luiheid, eerder een grote onzekerheid. Al kan ik me wel voorstellen dat het heel erg lui overkomt. Kluswerk zie ik echt niet. Zo wachten in mijn huis nog altijd lichtarmaturen op enkele schroefjes...  (en ik woon hier al bijna zeven jaar...) Maar ik deed mijn best dus. De extra klustrui was trouwens heel erg welkom: het was heel erg koud zo zonder isolatiepanelen onder dat dak.

In de middagpauze gingen de gesprekken er wat ontspannender aan toe, al luisterde ik vooral en voerde nooit echt het woord. Sociaal ben ik nog altijd niet in een onwennige omgeving. Er waren nochtans veel kansen tot babbelen met koffie- en ranjapauzes... Ook konden we eens met eigen ogen zien hoe zo'n training er precies aan toe gaat. In de box zagen we Reus, echt een reusachtig paard, zich spiegelen aan een meisje. Het was eigenlijk best ontroerend om te zien. Het paard voelde wat het meisje voelde en het was best fascinerend om te zien hoe het paard contact met haar zocht. In de namiddag steeg ik toch met lange tanden de steiger op en plakte isolerende tape tussen de stukken isolatiepanelen. Ik zweette al meer dan in de voormiddag. Angstvallig keek ik uit naar het moment dat ik weer naar beneden moest. Iets na drie ruimden we op en reden naar Zwolle terug.

Het is eigenlijk best wel straf. Niet mijn daden. Maar het feit dat er voor zo'n circa €2000 materialen werden 'geschonken' aan dit goede doel. Dat zes volleerde klussers gratis en voor niks de handen in elkaar sloegen. Fijn dat ik aan dit project een klein steentje kon bijdragen.

Het zorgde trouwens voor nog extra bijkomende uitdagingen. Ik aaide mijn eerste paarden. Heel voorzichtig. Nooit eerder stond ik zo dicht bij die dieren. De Polder zo mooi zien! Ontwaken naast een kudde schapen. Witte reigers zien. Na een welgekomen douche nam Leo me trouwens mee naar de frituur. Ik at mijn eerste patatje oorlog (brrr) en een broodje gitaar. Daarna nam hij me mee naar een verjaardagsfeestje waar ik voor het eerst de jarige niet eens kende. Plassen op een nachtelijk bevroren weiland. Proberen binnen breken in een hoeve, omdat de gastheer per ongeluk de achterdeur had gesloten...  en wel nog een paar.

Mensen kijken raar op als ik hen vertel dat ik zoveel voor het eerst nog moet doen. Alsof ik van een andere planeet kom. Dat ik dus nog heel uitdagingen te gaan heb voor mijn veertigste. Wie me kan helpen om de 331 beloofde uitdagingen aan te gaan: kom dus maar op. Ik zit nu pas aan 150. Niet alles wordt mooi verwerkt tot een verslagje: maar ik schrijf alles keurig op in mijn schrift (dat trouwens alleen door mijn ogen mag gelezen worden).  Dingen die voor jullie alledaags zijn, zijn voor mij toch misschien een hele grote uitdaging! Nodig me een dagje uit op je werk! Vraag me om met je band op te treden! Vraag me gerust om naakt voor je schildersezel te poseren! Als ik iets echt niet wil doen, zal ik beleefd weigeren. Echt wel. 

Let wel op: wie me nog wil inzetten als klusser is te laat (of heeft dit verslag niet goed gelezen.)


TINE ZIET (414): Intiem vieren

Toen ik vorig jaar 44 was geworden, was ik nogal onbezonnen aan het project #365dagenvanvieren begonnen, waarin ik elke dag op Facebook een ...