Afgelopen zondag kwam er een vriendin op bezoek. Ze is wel
geboren in Menen, maar woont al jarenlang in Gent. Toen ik haar ’s avonds
begeleidde naar het station waren wij getuige van een verbluffend schouwspel. Er
waren enkele jongens aan het praten bij de fietsenrekken. We stonden op het
eerste perron nog wat te kletsen toen er opeens uit het wilde weg een jonge
kerel van achter het stationsgebouw kwam en begon te roepen op de man die
rommel aan het opruimen was aan de fietsenrekken. De man deed dat niet omdat
het zijn werk is, maar omdat hij zich geroepen voelt dat te doen in onze stad.
Hij grapte droogjes dat hij dat deed in opdracht van de stad. De jonge kerel
schold hem uit in één of andere driftige furie. Wellicht was hij onder invloed.
Mijn vriendin en ik keken perplex toe en wisten dat we ons niet in deze
woordenvloed moesten mengen of dat we wellicht een vuistslag zouden krijgen. De
jongens aan de fietsenrekken zeiden ook niets. De jonge kerel liet een woordenstorm
op de man los waarin zijn hele frustratie over loon, stad en treinen met
vertraging losliet. De man met de blikjes in de hand bleef kalm terwijl hij
verder rommel vergaarde. Hij gaf af en toe een rustig antwoord. Toen de jonge kerel weer achter het gebouw
verdween om op zijn trein te wachten, hielden wij even onze adem in en begonnen
de jongens weer te kletsen, maar de jonge kerel bedacht dat het de man was die
nog iets tussen neus en lippen zei en kwam agressief weer terug en begon een
nieuwe scheldpartij in wild geraas om daarna weer te verdwijnen.
De vriendin die het eerst wel grappig had gevonden, had
weinig begrepen van dit hele gebeuren maar besefte natuurlijk wel dat het
uiteindelijk ernstig was. Toen ik voor haar de discussie wat had vertaald,
bleef ik wat op mijn hoede naar het stationsgebouw staren. De trein kwam eraan.
De vriendin ging met haar plooifiets naar het andere perron. De man die
uitgescholden werd, was inmiddels met alle vergaarde afval verdwenen. Het
stationsplein zag er weer netjes uit, maar het voelde zo vies: verbaal geweld
en de onmacht niets te durven doen.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 17/08/18)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten