woensdag 1 augustus 2018

Hoe ik mijn eerste kledingstuk maakte.

In de lagere school was één vak erger dan het vak turnen. Het was handwerk. Haken, breien en naaien: ik vervloekte het. En mijn moeder met mij. Het was het enige huiswerk dat haar een punthoofd bezorgde. Ik kreeg het nooit in de vingers. In praktijk kwam het er altijd op neer dat mijn moeder of de juf een hele rij moest aftrekken, om dan twee nieuwe te breien of te haken. Almaar weer. Toen mijn collega Lien me uitdaagde om een kledingstuk te maken dat ik ook nog eens kon dragen, dacht ik aan die ontelbare uren gevloek en geklungel. Maar ik twijfelde niet lang en antwoordde dat ik wel een jurk kon proberen.  Lien is dan ook een goede juf en ik kan intussen wat beter overweg met mijn vingers. Al wist ik niet zo goed waaraan ik begon. En zij wellicht ook niet. 

De eerste keer dat we samenkwamen kreeg ik een boek voor mijn neus met allemaal kleedjes. Ik koos er een model uit dat me wel zou staan en Lien bekeek het patroon en zei me dat het te doen was. Ze nam mijn maten op om uit te rekenen welke maat we konden maken. Daarna reden we naar de stoffenwinkel. Ik geloof niet dat we langer dan een half uur in de winkel waren. Twee stofjes. Een effen kleur en een stofje met motiefjes. Moeilijk was het niet. Ik koos een rode stof en een witte stof met gekleurde accentjes. Ik geloof dat ik toen nog dacht dat ik net als vroeger voortdurend in de rij zou staan om me te laten helpen. Eenmaal terug in haar huis bleek dat de juf van aanpakken wist. Ik mocht patronen overtekenen op papier en uitknippen. Een hekel punt, want een vaste hand heb ik na al die jaren nog niet. Ondertussen stak ze de stofjes in de wasmachine en hing de stof op om te drogen. Praktijkdag één zat erop. In mijn hoofd bedacht ik dat er wellicht nog een zestal dagen nodig waren om tot resultaat te komen.

Toen volgde dag twee. Ik moest de patronen uitteken op de stofjes en uitknippen. Verstevigingen uittekenen en knippen. Afspelden. Spannend. Ik mocht ook strijken. Opeens zette ze haar automatische naaimachine op tafel en ik wist dat het nu menens was. Na een korte uitleg kreeg ik een proeflapje en moest ik recht naaien, in een hoek en in een boogje, terwijl zij op de overlockmachine bezig was. "Help!" dacht ik, "ze staat niet eens naast mij!" Maar het lukte nog. En toen was het voor echt. Eerst zat ze nog naast mij en moest een paar keer tussenkomen. Al viel dat wel mee. Ik moest stukken aan elkaar naaien en meer en meer kreeg het jurkje vorm. Er kwam iets delicaat met neepjes met touwtjes, speldjes en strijken, maar zelfs dat kreeg ik met hulp allemaal voor de eigen kiezen. Alleen het afbiezen, het afwerken van de kraag en het innaaien van de rits nam Lien alleen voor haar rekening. Ondertussen werd nog gekookt en gegeten. Op het einde van naaidag twee was er zowaar al een jurk. Alleen de mouwen ontbraken nog. We konden op dat moment ook nog niet goed inschatten of ik wel in de jurk zou passen, want die maat leek opeens wel veel kleiner dan gedacht. Het verwonderde me toen Lien zei: "Als we nog enkele uren doorwerken is je jurk klaar."

Dus ik hoefde maar één keer meer terug te komen. Voor de mouwen en de afwerking. Het was een spannend afwachten een laatste keer naaistress, want er zaten enkele dagen tussen en ik vreesde dat ik het al was verleerd. Na enkele uren was het zover. Lien grapte nog:"Als je hem niet past, is mijn volgende uitdaging voor jou afvallen..." Het lukte! En dat zonder buik in trekken. 
  
Fier ben ik! Ontzettend! En dankbaar! De juffen uit de lagere klas zouden dit eens moeten zien... 
Mijn moeder vindt het in elk geval fantastisch. Ik deed iets wat ze zelf nooit in de vingers kreeg en het staat me nog ook. "Het slankt af," zei ze nog en ik zag toch iets van trots. 


Geen opmerkingen:

Triptiek Moniek: Tweede Paneel

  Begin vorige zomer werd ik 'verkozen' tot nieuwe seizoenscolumnist van Cultuurcentrum De Steiger. In december 2023 verscheen het t...