vrijdag 31 juli 2015

Groeten uit Menen: Pottendraaien

Als kind ploeterde ik graag in het zand en in de modder. Ik hield ervan om met mijn vingers in de aarde te wroeten om kleine insecten of zo tevoorschijn te woelen. Als het dikke vlinderpoppen waren, stopte ik meteen en liep huilend naar binnen.

Knutselen heb ik echter nooit graag gedaan. Om een of andere reden was ik er ook echt niet goed in. Altijd kreeg ik de opmerking dat ik te slordig was. Of  riep men subtiel: 'Wat is dat?' Momenteel staat er een echt kunstwerkje van mij te kijk in de Giftshop van De Figuranten. Wat het voorstelt? Laat ik dat vooral niet vertellen. Het was wel een bijzonder creatief idee, maar ik heb geen handen om die ideeën uit te werken.

Toen Freze me vroeg of ik geen zin had om deze week een potje te leren draaien, dacht ik aan klei (en bijgevolg aan aarde) : tof! Maar bovenal aan gestuntel: aw! Toch zei ik natuurlijk volmondig ja. Eigenlijk zag ik het mezelf al vaker doen in gedachten. Als oudere Tine. In een huisje in de Ardennen of in Frankrijk. Vraag me niet waarom maar bij pottendraai-fantasieën ben ik altijd ouder en ben omgeven door bomen die hier niet staan. Sommige mensen denken bij pottendraaien aan een romantische film, die ik nog niet zag. 'Ghost.'  Ik ken alleen die ene scène. Maar daaraan dacht ik in het atelier van Freze niet. 

We liepen over het tuinpad naar het atelier. Ze vertelde heel rustig over klei, over wat ze precies ging doen. Ze toonde me voor hoe zij een pot maakt.  Natuurlijk zien die dingen er makkelijker uit dan ze werkelijk zijn. Ik was dus heel erg op mijn hoede toen ik op haar krukje ging zitten. Een handdoek op mijn schoot gedrapeerd: 'Niet tegen de klei, die komt overal te hangen, maar vooral tegen het opspattend water,' zei Freze. In gedachten werd ik een golem, dat kon haast niet anders met mijn onhandigheid.

De klei voelde aangenaam. Zeker met wat water erbij. Het voelde nieuw, maar wel vertrouwd. Ik zou hierbij de vergelijking kunnen maken met een aanraking van een nieuw lijf, maar dat doe ik beter niet. Terwijl dat bolletje klei in mijn handen draaide, kwam er een bizar soort rust over mij. Het was alsof ik door die draaiplaat werd gemasseerd. Doordat je je handen  heel dicht bij elkaar voelt, is het iets dat heel erg persoonlijk voelt. Wat daar gebeurt, gebeurt door mij. Klei voelde in dit stadium niet als een materie, maar als een iets dat groeit, dat beweegt,... En nee, niet pervers. 

Ik beken het maar: ik was in het begin wat overmoedig. Ik bedacht dat ik bijna klaar was. Tot de bal klei dan toch een knoeiboel werd. Ook de tweede moest worden gereanimeerd. Het was pas bij de derde dat het lukte, al moest Freze een paar keer mijn handen vastpakken en helpen om de pot te laten groeien tot wat die uiteindelijk geworden is.

Ik ben er best blij mee en trots. Misschien zien jullie mij nog met kleisporen op het lijf want ik ga nog een keer terug. Vanaf nu heb ik pottenbakkerskleren in mijn schuif. 

Dat ik dit leuk zou vinden, kon ik raden. Alleen niet hier en nu in Menen. Want hé, ik ben nog jong. Ik heb nog zoveel te leren. 











Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....