donderdag 30 juli 2015

Groeten uit Menen: Rode Kruis Opvangcentrum

Het heeft een tijd geduurd vooraleer ik wist dat er een opvangcentrum is in Menen. Ik schrok daar zelfs een beetje van. Ik weet dat ik toen het vreselijke woord 'asielcentrum' in mijn mond nam. Een woord als 'asiel' doet mij denken aan beesten. Aan tralies. Aan gevangenschap.

Gedurende de tijd dat ik hier woon, kwam ik vaak in de buurt van het centrum. Ik ging er al eens naar een toneelvoorstelling kijken. Maar hoe gaat het er aan toe in zo'n huis? Wat doet het eigenlijk? Jessie nodigde me uit om eens langs te komen. Ze leidde me rond en ik luisterde met open mond.

Het opvangcentrum dat vroeger een klooster was, biedt een voorlopige thuis. Het is in feite één grote wachtkamer voor mensen op de vlucht. Op een netelige manier arriveerden ze in België. De weg hier naartoe was vaak wreed en onmenselijk. Hoe uitzichtloos moet een situatie niet zijn om die stap te nemen?  Alles achter te laten en kost wat kost een nieuwe plek te bereiken? Ze vragen een verblijfsvergunning aan en in de tussentijd tussen een 'ja' of een 'nee' krijgen ze een plek toegewezen. In dit geval moesten ze naar Menen. 

In Menen is er plaats voor 78 bewoners. Het is een relatief klein centrum.  Als ik er binnenstap spelen er kinderen aan de trap. Ze klampen zich vast aan Jessie. Er vertrekt net een groep mannen om te voetballen. Er heerst een zomerse sfeer. In de ontspanningsruimte speelt de tv, maar iedereen kijkt naar wat anders: het schermpje van de gsm, een computer, naar wij die binnen komen. Er is in de keuken een vrouw aan het koken. De wasmachines draaien. Af en toe wandelt iemand door de gang. 

De volwassenen lijken niet veel te praten. Dat is ook moeilijk: er zijn veel verschillende talen. De kinderen aan de trap ratelen maar door en lachen. Er is geen muziek. Er is een prachtige tuin, daar zit niemand behalve een stenen Maria en katten die in de afvalbak graaien. Er is een biljartzaal. Ik grap nog 'een men's cave'. Maar er staat ook een kappersstoel. 

Wie hier woont krijgt wekelijks wat zakgeld. Wie klusjes doet zoals de gang schoonmaken, krijgt extra. Wie de toiletten poetst, krijgt meer. Er is geen wereldkeuken. Traditionele Vlaamse kost. Geen halal. Af en toe zijn er activiteiten: voetbal, lezingen,... Ze krijgen lessen Nederlands. 

De plek voelt wel als een gezellig huis. Maar voor hen is het nog lang geen thuis. Ze wachten vol spanning in een land dat appelmoes eet met worst. Ze missen en dromen. Ze zijn in een tussenfase terechtgekomen. En ook al is de sfeer niet mistroostig, eerder gelaten: wat gaat er om in hun hoofd? Wat zijn hun verhalen? Waarom zijn ze niet gewoon welgekomen?

Elke vrijdagavond is er 'De Kosmopoliet'. Een wereldcafé. Vanaf 19u is iedereen daar welkom. Onder een drankje kan je er naar muziek van de bewoners luisteren. Er wordt gepraat. Wie gaat er eens (morgen?) met mij mee?

1 opmerking:

Peter Vandenbrouck zei

Echt mooi geschreven.. ik werk al lang in dat opvangcentrum. We doen ons best...

Triptiek Moniek: Tweede Paneel

  Begin vorige zomer werd ik 'verkozen' tot nieuwe seizoenscolumnist van Cultuurcentrum De Steiger. In december 2023 verscheen het t...