Dat de lente eindelijk gekomen is, is niet alleen te merken
aan het zonlicht dat ’s ochtends door mijn luiken valt of aan het zomeruur dat
ons komend weekend weer zal overvallen maar ook aan de hoeveelheid tulpen die
ik al heb aangekocht. Ik zoek weer volop kleine plantjes voor op de vensterbank
en moet me intomen om geen viooltjes aan te schaffen. Ik kijk naar
tuinmaterialen in winkels en ik heb geeneens een tuin. Tijdens mijn
composttoezicht in de Wereldtuin hoorde ik dat er tuintjes over zijn en heel
even sluimerde het kortstondig in gedachten dat zo’n tuintje voor mij prachtig
zou zijn. Even dus. Want één blik in mijn huis zegt genoeg: ik ben en blijf een
moordenaar van groen. Enkel de sanseveria’s, wat cactussen en de orchidee
houden het bij mij uit. Voor de rest
laat ik ze vakkundig sterven. Het is geen gave. Telkens denk ik hoopvol: nu zal
ik erin slagen een mooie relatie met de plant aan te gaan. Ik ken mezelf: het
is een flirt, een one night stand die opeens een weekje blijft. Meestal lukt
het zelfs geen maand een plant groen te houden.
En als het me dan wél lukt, begint mijn kat Frieda blaadjes eraf te
knagen alsof ze zeggen wil: “De enige in dit huis die het langer dan een jaar
kan volhouden met jou ben ik!” En daarna moet ze meestal braken.
Vorig jaar leerde ik boontjes kweken: van boon tot
mini-plantage. Zoveel moeite was dat niet. Spontaan begin ik er niet aan. Tweejaarlijks
vulde mijn moeder mijn balkonpotten. Laatst nog speciaal voor de feestdagen. Straks
vult ze ze wellicht een laatste keer. Niet omdat ze plannen heeft te sterven,
maar ze verhuist nog dit jaar. Haar huis met al haar planten. De serre. De
moestuin. De hazelaar. De verplante kerstbomen en jasmijnbomen. Ik weet dat ze
met veel verdriet zal achterlaten. Zelfs mij doet het raar. Ze zal me potten in
de handen duwen en ik zal mijn best doen een serieuze relatie met de inhoud van
die potten aan te gaan. Al was het maar om wat mijn moeder jarenlang verzorgde
niet zomaar verloren te laten gaan. Lente, ooit zal je zien: Tine is zorgzaam
voor wie ze graag ziet.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 29/03/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten