We kennen het ongetwijfeld allemaal: we lopen in
bijvoorbeeld een warenhuis en opeens lijkt iemand je te herkennen. Hij of zij
steekt de hand op en zegt joviaal: “Dag!” en daarbij de vermelding van je
naam. Dus het begroeten is geen toeval.
Jij weet in de verste verte niet meer waar je dat gezicht moet thuisbrengen en
dus zeg je maar een naamloze “Dag!” terug. Het hele verdere uur vis je in je
gedachten naar herinneringen van dat hoofd. Heel soms durf ik het zeggen. Dat
ik de naam vergeten ben. Met excuses. Meestal reageert men dan heel erg
ontgoocheld. Dus ik doe het niet altijd. Vaker speel ik vals en zwaai enthousiast
terug met een gespeelde blik van herkenning. We krijgen al genoeg
ontgoochelingen te verwerken, bedenk ik dan. Altijd komt de naam na wat
gepieker bovendrijven, want ik heb een zwak voor gezichten.
Zondag bezocht ik de tentoonstelling ‘Buiten Beeld’ van Dirk
Steppe in het Stadsmuseum. Zoveel ogen keken mij indringend aan, alsof ze mijn
naam daarbij fluisterden. Schilderen is sowieso een kunstvorm waar ik veel
bewondering voor heb, maar ogen schilderen is toch nog een stiel apart, vind ik
persoonlijk. Laag per laag trekken ze de aandacht naar zich toe. Blikken waar
ik in het normale leven aan voorbij zou lopen, omdat ik daklozen en
asielzoekers eigenlijk nooit in de ogen durf kijken, beklijven en manen me aan
terug te staren en de mens bij die blik te zien. Bij die mens hoort overduidelijk een ziel. Je
zou willen zeggen: “Dag Georges! Hoe gaat het?” Eenmaal thuis besef je dat je
de naam alweer vergeten bent. Zonde is het. Ik zal teruggaan en ze opnieuw in
de ogen kijken tot ze bekenden voor me zijn.
Anders is het bij de tentoonstelling ‘Pontem’ van Karel
Waignein. Daarin staren bekende gezichten, zelfs die uit supermarkten, me aan.
Ik moet soms denkbeeldig de schmink afkrabben om ze te herkennen. Eenmaal oog
in oog, word ik ook door de blik aangezogen. We zouden het meer moeten doen:
gewoon stilstaan en onze ogen laten spreken in plaats van onze woorden. Gezichten zeggen zoveel meer.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 01/03/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten