Zaterdag trok ik met enkele leerlingen naar het Flageygebouw
in Brussel alwaar ze een workshop in de radiostudio van BRUZZ kregen. Na het
harde werk aten we nog een pizza en reisden daarna met de trein terug. Omdat ik
in vakantie- maar ook in vermoeidheidsmodus was, vergat ik mijn Railpass in te
vullen. Het was pas in Gent dat ik het besefte, toen de conductrice de
treincoupé binnenstapte. Ikzelf en één van de leerlingen reageerden eerst nogal
laconiek maar ze reageerde streng. Gelukkig kreeg ik geen boete, wat ik
misschien wel verdiend had. Ze nam mijn Railpass, omcirkelde dat ik de gegevens
voor het instappen moest invullen en zette een groot uitroepteken op de kaart.
“Een blaam als verwittiging voor mijn collega’s,” zei ze. “Opdat je het nooit
meer zou doen!” Toen ze vertrokken was, lachten leerlingen en ik om die sanctie.
Al lachte ik wel wat groenig. Ik voelde me zo’n bedremmeld kind dat voor de
hele klas een preek krijgt omdat het een reserveonderbroek vergeten is.
Het is ongelooflijk hoe jong ik me als kersverse veertiger
nog kan voelen. Op de vingers getikt worden. Op een fout gewezen worden. Ook al
is het terecht: ik zou als het ware zo in mijn moeder terug willen kruipen. Het
is betrapt worden met je hand in de snoeppot. Het is gesnapt worden bij het
spieken. Het is de deurbel die rinkelt als je nog in pyjama zit. Het is geflitst
worden tijdens te snel rijden. Het is wat het is. Ook al besefte ik op het
moment niet eens dat ik iets fout deed, ik doe de dingen absoluut niet graag
verkeerd. Ik ben zo’n kneuterig vrouwtje dat de regels gewoon op wil volgen,
niet alleen om de dingen goed te doen: schuldgevoel voor mij weegt gewoon te veel.
Zelfs kleine futiliteiten vallen mij soms ontzettend zwaar.
Gisteren zag ik een moeder haar zoon een pak rammel geven
zomaar op straat. Die pak rammel had hij blijkbaar dubbel en dik verdiend omdat
hij commentaar had gegeven op haar vraag. Ik heb me er niet mee bemoeid, maar
ik bedacht dat er zoveel verschillende gradaties in blamen bestaan. Wie op z’n
plek wordt gezet, schaamt zich soms tot onbestaand.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 08/03/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten