maandag 10 augustus 2015

Groeten uit Menen: Proper Goed (Veerkracht4)

In mijn zoektocht naar 'een ander Menen dat ik al ken', botste ik gelukkig op Jan. Hij nodigde me uit om een dagje mee te draaien in Proper Goed, de wasserij van Veerkracht4. Terwijl mijn eigen  was nog gesorteerd moet worden, mijn kleren in de kast nodig dienen opgevouwen,  mijn strijkijzer nog ergens in een kartonnen doos zit, ging ik deze ochtend vroeg naar Proper Goed in de Wervikstraat.

De wasserij is een sociale werkplaats. Sociaal omdat ze werk biedt aan wie moeilijk werk vindt. De job in de wasserij is een mooi opstapje naar meer. Proper Goed krijgt vuil wasgoed binnen van OCMW-rusthuizen in Groot-Menen en levert die proper terug af.

Vandaag stond ik op de werkvloer met Mahesh, Vladimir, Adel, Vera, Roseline en Aza. Zes mensen van een andere komaf. Elk met hun eigen verhaal. Met hun cultuur.

Mijn eerste taak bestond uit het vouwen van handdoeken en het effen leggen van washandjes. Later mocht ik ook sokken sorteren, onderbroeken opplooien, slaapkleedjes vouwen, kleren aan kapstokken hangen, een beetje hemden strijken, heel veel zak- en handdoeken machinaal strijken en opvouwen.

Als de was binnenkomt, wordt ze gesorteerd door Vera. Na het sorteren, stopt ze de trommels vol. Na afloop haalt ze alles eruit en stopt het in de droogtrommel. Dan pas komt de bak met linnen bij ons terecht. Bij 'ons' dat zijn de vouwers en de strijkers. Bij 'ons' daar hoorde ik dus vandaag bij. 

Ik viel natuurlijk meteen op door mijn amateurisme in wasgoed vouwen. Zo moest ik toch heel goed kijken hoe een herenonderbroek moest opgevouwen worden. Tot grote hilariteit zette ik de gulp op de achterkant van het pakje textiel, hoewel de masculine anatomie me toch niet vreemd is. Hemdjes kreeg ik lastig mooi uit de kreukels. En later bleek ook nog eens mijn onkunde in het strijken. Wat voor alien kon ik toch zijn? Ik: buitenbeen.

Op elk stukje wasgoed een etiketje met naam. Je weet van wie je een waslapje in je handen hebt. Je weet van wie het-tot-op-de-naad-versleten-marcelleke  is en terwijl ik daar de intiemste stukken textiel stond op te vouwen die André en Annie zo dichtbij omvatten en aanraken, bedacht ik dat dit iets heel bijzonder is. Hier in deze wasserij wordt deze was gestreeld: secuur. Elk stukje textiel wordt met het nodige respect behandeld. Alsof niet alleen de handdoek wordt beroerd maar daarmee ook het vel van André.

Er vormen zich grote stapels opgevouwen was, die Abdel keurig in een rekje legt. Alle inwoners van de rusthuizen hangen daar met hun naam uit. Hij legt een pyjamabroek bij Gerard, een topje bij Claudette.

Vera vertelde dat het raar is als er iemand sterft. Dan moeten ze het kartonnen bordje weggooien en dan komt er bijna onmiddellijk een andere naam. 'Door zo vaak het wasgoed van iemand te wassen, krijg je daar een soort van band mee. Hoewel we soms pas een foto van ze zien als ze zijn overleden, in de krant, lijkt het toch alsof we ze ze kennen: we kennen hun lijf, hun vlekken,...' 

En terwijl ik zie hoe Vladimir en Aza met een zekere vorm van tederheid hemden staan te strijken, vraag ik me af of de André's, Annies, Gerards en Claudettes weten waar hun wasgoed is. Dat Roseline met liefde hun namen vastnaait. Dat Mahesh als een goede vader over de werkvloer schuifelt. Dat Vera hun vlekken sorteert. En Abdel hun namen stilaan vanbuiten weet. Hier in deze wasserij zijn ze in goede handen.

Tijdens de pauzes werd het ijs meer en meer gebroken. Bij het eten werden er foto's van kinderen, kleinkinderen en mannen getoond. Van zwembadtaferelen. Er werd getelefoneerd, patience gespeeld, ook gezwegen. Uiteindelijk werd ik gevraagd hoe oud ik ben. Ze schrokken allemaal dat ik al zesendertig ben. Zonder kinderen. Zonder man. Maar vooral van het feit dat ik op zo'n leeftijd nog zo klungelde met was. Vladimir wou me persé leren strijken, alsof hij mij zeggen wou:  'Als jij kan strijken, krijg je ook een man.'

Wanneer de werkdag erop zat, vroeg hij bezorgd of ik ook rugpijn had. Dat had hij ook de eerste dag. Hij nam me even bij mijn schouderbladen vast en masseerde heel kort.

Deze dag begon wat vroeg en stroef. Maar als ik naar huis reed, bedacht ik dat ik in acht uur tijd los gekneed ben. Niet alleen door die korte massage, maar door wat ik daar voelde en zag: beroering in grote trommels wasgoed. Respect voor wie dit dagelijks met zoveel zorg in anonimiteit doet. Verscheidenheid in zwijgen. Eenzaamheid in gaten in onderbroeken.  En echt waar, veel te veel zakdoeken.





Geen opmerkingen:

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...