Jaarlijks wordt de poëzie trots naar voor geschoven. Dit
tijdens de poëzieweek. Het is nog niet zo heel lang geleden dat de hoogdag van
de poëzie slechts één dag in beslag nam: dit op de allerlaatste donderdag van
de maand januari, onder de naam Gedichtendag. Inmiddels viert de poëzie almaar
langer feest. Zelf ben ik daar helemaal niet rouwig om. Maar ik kan me
voorstellen dat het voor sommigen onder jullie de oren uitkomt. Thema van de
poëzieweek is dit jaar ‘Vrijheid’. En daarmee dekt de vlag wel een beetje de
lading: iedereen is vrij om gedichten te aaien of niet.
Afgelopen zaterdag trad ik op in ’t Postje van Lauwe. Dit
voor Cultuur Café georganiseerd door het Davidsfonds. Van 18u tot 22u las ik er
6 maal voor uit eigen werk. Dit in blokken van telkens 20 minuten. De vaste
cafébezoekers die niet echt op de hoogte waren van het gebeuren, waren wel even
blij verrast. Vooral toen ze bemerkten dat ik niet zomaar versjes over de
zwaarmoedigheid in dit bestaan voorlas, maar ook onderwerpen als datingssites,
porno en bloot niet schuwde. Terwijl ik voor me zag hoe mannen op het groene
grasveld voor zich uit holden en het beschonken rumoer steeds meer hoorde
aanzwellen, bedacht ik dat poëzie een meerwaarde in mijn leven is, maar voor
heel veel anderen niet. En dat is niet erg. Ooit was er iets in mij dat alle
anderen wou bekeren. Nu doe ik het niet meer. Enkel nog mijn leerlingen
natuurlijk. Die hebben het elk jaar aan hun been. Elk jaar moeten ze wel weer
eens wat schrijven. Bij hen kan de liefde voor de poëzie nog volop groeien.
Zaterdag ontmoette ik een koppel dat oorspronkelijk in alle
rust wat wou drinken. Toen ze me zagen arriveren met mijn geluidsbox en
microfoon leken ze zelfs op de vlucht willen slaan. Maar ze bleven uiteindelijk
zitten en luisterden aandachtig. Daarna kwamen ze me allebei feliciteren en
vroegen waar ze iets van me konden lezen. Ik bedacht dat dat het mooiste is.
Dat het nog kan. En de vrijheid om me uit te joelen na een hoeveelheid alcohol:
het is niet fijn, maar ach, het is geen wereldramp.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 01/02/19)
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 01/02/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten