Blijkbaar was ik de enige inwoner van de Koningstraat die tot nu toe haar kunstwerk ging ophalen. Daar moest ik toch iets aan doen? Nu staat ze voor iedereen in een stolpje te kijk. Want ,ja, ze is wat wankel. Zeker met een raamkat in huis.
Speciaal voor haar kocht ik bloemen en schreef dit kersverse raamgedicht over mijn straat:
Lilium kijk haar ogen uit:
Naast haar ratelen kinderwagens,
piepen fietsen, wordt verhuisd,
zwalpt het laatste glas naar huis.
Er wordt gehuppeld. Honderduit.
Geroddeld en gewacht op mooier haar.
Er wordt vaak schuifelend geschoven.
Men spreekt hier elke taal
die er voor handen is
met woorden en met daden.
Men werkt, men brult, men huilt.
Dit is de koning der levensechte straten.
Lilium kan het verwonderen niet laten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten