zaterdag 26 juni 2010

PS 4:

Aan wie er lag,

Misschien ken ik jou. Dat zal nog blijken.
Wellicht ken ik je niet.

Aan je vorm te zien, ben je een vrouw of lichte man.
Ik gok je ouder dan vijftig. Maar zoals ik je zag, weet je dat niet.

Lag je zonder kleren toen men je vond? Lag je in de zon?
Als ik heel hard denk, lag je in een bed alleen te wezen.
Waarom dat beeld? Geen flauw idee.

Toen men je naar binnendroeg, fietsten twee lachende meisjes voorbij.
Ze droegen korte rokjes en geen mouwen.
Hun zomer net begonnen. Zij zagen je niet.
Onbekommerd.

Er was een man die deed alsof hij niet keek. Zijn borst was bloot.
Ik las iets van schrik in beide ogen. Hij fietste sneller dan daarvoor.

Ik reed voorbij met blauwe wagen en schrok om je te zien.
Ze rolden je in doek naar binnen.
Je leek me zo naakt.
Ineens miste ik een kist.

Het was een warme dag vandaag.
Het was je allerlaatste.
En ik was het die naar je zwaaide.
Na de schrik.
Om de hoek.

Je was vast heel moe.
Het gaat je goed.

x

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...