Zondag bevond ik me op een bankje in Zeeland. Meer bepaald tussen Terneuzen en Ossenisse. Ik zat er in het gezelschap van de pioenenman. Omdat hij me al een paar keer bezocht met pioenen, ging ik eens bij hem op bezoek in een bloemenjurk. Hij liet me fier de Westerscheldedijk zien. De plek waar hij vroeger vaak kwam uitwaaien toen hij jonger was. Hij vertelde dat het vroeger wemelde van de gezinnen die er kwamen genieten van het uitzicht en de rust. Op het moment dat wij zaten, waren we er alleen en fietsten er enkel wat mensen voorbij.
De opmerkelijkste fietser was een jongeman op een
koersfiets, in volle vaart pratend met zijn papegaai. Boven op zijn stuur was
een soort kooi gemonteerd en de papegaai zei duidelijk het woord ‘Slapen’ toen
ze passeerden. “Wil jij nu al slapen?” zei de man tegen zijn vogel. “Slapen!”
zei het dier nog een keer.
Misschien was dat het enige woord dat de papegaai kende.
Maar in de korte tijd waarin ik hen vanop de dijk kon gadeslaan, leek het alsof
de twee een echt gesprek hadden. Wonderbaarlijk! Natuurlijk praat ik ook tegen
mijn kat, maar het idee om ze als gezelschap mee te nemen tijdens een
fietsritje, lijkt me toch wat gek. Al zou ze het misschien leuker vinden dan
alleen thuis op de bank.
Het is een opvallende trend in het hoofd te kruipen van een
huisdier. Een kat in een andere tuin? Ze is vast verwaarloosd of de weg kwijt!
Een koe met vliegen in de wei: “Wat zielig!” Een schaap in de regen?
“Schandalig!” Maar een volkerenmoord? “We houden het in de gaten.” Mensen zijn
tegenwoordig liever voor dieren.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 14/08/25)
1 opmerking:
Quand l'animal est plus humain que l'homme, c'est normal qu'on lui accorde de plus en plus de place. Par ailleurs, qui est capable de résoudre toute la misère du monde? Pas moi. Par contre, je peux me dévouer à mes petites bêtes et je me sens alors moins impuissante.
Martine
Een reactie posten