Bij het begin van een nieuw jaar horen traditioneel zoenen. In
Menen zijn dat maar liefst vier zoenen! Dat was in het begin aardig schrikken. Heel
soms doe ik het nog. Misschien heb ik het al te vaak verkondigd: ik vind het
niet altijd fijn om te kussen. Dat heeft vaak niet eens met de ander te maken.
Heel soms natuurlijk wel. Maar het is hoog tijd om een misverstand uit de
wereld te redden: ik gruwel niet van zoenen. Integendeel: ik hou enorm veel van
kussen. Mijn lippen zijn verzot op het bedelen van afdrukken. Wie ooit in mijn armen lag, zal dat wel weten.
Een kwistige zoener: ik!
Wat me weerhoudt om iedereen constant met kussen te
begroeten, is het feit dat ik het nooit aangeleerd kreeg om formeel te kussen.
En dan bedoel ik dat volstrekt absurde gebaar iemand een pakkerd te geven zonder
dat de lippen iets raken. Luchtkussen. Een wang aanbieden als het ware. Zodat
ik het maar al te vaak voor heb dat ik per ongeluk de lippen van een ander op
mijn lippen voel. Eén van de ergste keren was toen ik een vijftien jaar geleden
geheel accidenteel de mond van mijn directeur op mijn mond voelde. Hij had zo’n
vieze wrat met haar juist boven zijn lip. Ik geloof dat ik toen pas begon te
vermoeden dat ik de daad van het obligaat zoenen wellicht niet zo goed beheerste.
Vanaf dat moment ben ik heel onzeker geworden als het om beleefde
begroetingskussen gaat.
Ook mocht ik al een paar keer ervaren dat sommige mannen het
blijkbaar fijn vinden om me tijdens dat kussen ook nog eens ongewild aan te
raken. Iemand op de wang kussen, betekent toch niet automatisch dat een hand
dan ook maar een bil of een borst mag aanraken?
Of mis ik iets in die hele zoenetiquette?
In elk geval: ik betrapte mezelf er vorige week voor het
eerst op dat ik een wang aanbood tijdens dat jaarlijkse Nieuwjaarsgroeten. En
nog een. En nog een. En nog. Goed nieuws dus voor wie het best wel beledigend
vindt dat ik soms nog altijd een hand verkies of een afstandelijk knikje. Er is
hoop: ik leer! Maar pas op! Het loopt nog lang niet altijd even gesmeerd.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 11/01/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten