Op Kerst hoorde ik schoten in de trein. Heftig klinkt dat.
Geen paniek: er werd niemand geraakt. Toch niet in de reële wereld. Een jongen
van ongeveer zestien speelde ongegeneerd een schietspelletje op zijn smartphone
met zijn speakers aan. Daartussen gaf hij wellicht via videochat luidop
commentaar. Ik zag enkele medereizigers geïrriteerd de wenkbrauwen fronsen en
ook ik ergerde me mateloos. Als ik meer moed had gehad, had ik hem erover
aangesproken maar ik vond geen doeltreffende zin in mijn hoofd die op een fijne
wijze vervatte wat ik over zijn gedrag vond. Even dacht ik eraan om wat
tegenwicht te geven door zelf ook lawaai te gaan maken. Dat hadden mijn medereizigers
vast niet geapprecieerd. Na een half
uurtje verplaatste hij zich, omdat zijn batterij leeg was en hij een
stopcontact zocht. De opluchting was te voelen in de hele coupé.
Een dag later zat ik op een kerstconcert van Wervik. Dit bij
onze jongste leerlingen uit Klankkriebelklas die er voor het eerst fier gingen
optreden. Het eerste half uurtje zaten we in het publiek. De dirigent van de
jeugdharmonie bewoog zijn handen soms onbewust als luchtgeweren. Dat was de opmerkzame
leerling naast me niet ontgaan. Guitig kopieerde hij de handbewegingen van de
dirigent en fluisterde er zachtjes “Pang! Pang! Pang!” bij. Hij schoot almaar
wilder om zich heen. Wellicht kwam dat ook door de zenuwen. Gelukkig mochten
zijn klas toen optreden en was er daarna pauze of het had geen haartje
gescheeld of de hele zaal had het gezien. Men had het wellicht niet echt goed
begrepen, want alleen wat kinderlijke fantasie heeft die schietbeweging in het
dirigeren herkend. Maar de irritatie zou niet zo groot geweest zijn. Er is een
groot verschil in schieten bij jongens van zes en van zestien.
Echt heftig wordt het pas als het om levensecht schieten
gaat. Als het nu op mensen gaat of bijvoorbeeld op een zeldzame papegaai.
Hopelijk is het een minder schietgraag jaar dat begin deze week uit de
startblokken schoot.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 28/12/18)
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 28/12/18)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten