Geschiedenis is nooit mijn beste vak geweest. Ik zag het
vaak te veel als dat vak waarvoor ik zoveel data moest onthouden. Al is het
zoveel meer. Hoe ouder ik word, hoe liever ik me met het verleden drapeer.
Zondag was ik met mijn familie in de vroegere woonplaats van onze moeder. Samen
met haar op zoek naar haar wortels. We hebben ze gevonden! Al vond ze de plek
van haar geboortehuis in eerste instantie niet meer terug. Niet alleen omdat het
ooit onteigend werd en afgebroken. Maar ook omdat oriëntatie na al die
veranderingen in een landschap lastig is.
We reden langs het huis waar ik mijn grootouders ooit zag
zitten op hun bankje. Onherkenbaar door de hoge schutting en het ontiegelijke
aantal zonnepanelen. Daarna reden we naar de plek waar mijn grootmoeder op mijn
grootvader verliefd werd. Een volks café waar mijn grootmoeder soms tegen haar
zin moest helpen als het er te druk was. Het was een speciale belevenis. Voor
mijn neefjes en nichtjes was het gewoon een morsig oud café. Jeugd beseft nog
niet dat wortels eigenlijk belangrijk zijn om bepaalde familiedingen te kunnen
begrijpen. Ze kijken zo gulzig naar de toekomst en zien alleen maar vooruit. Ik
bedacht alleen maar: “Hier vond ik mijn oorsprong.” en voelde zoveel liefde
voor die plaats.
Maar het bijzonderste was toch om terug in die vroegere
woonplaats van mijn moeder te landen. Te botsen op de vrouw die ooit haar
trouwkleed maakte en nog heel goed wist welk kleed ze voor haar had gemaakt. Om
daarna in een café van een zoon van een neef van mijn moeder af te sluiten en
daar achter de toog gewoon een hedendaagse versie van mijn grootvader te zien.
Graven in het verleden: moet je doen!
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 15/09/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten