Ik ben geboren onder het verkeerde sterrenbeeld. Als
‘Vissen’ durf ik al jaren het zwembad niet meer in. Als kind kreeg ik het nooit
echt aangeleerd en als tiener werd ik te vaak het water ingeduwd en kreeg
teveel chloorwater in mijn longen. De laatste keer dat ik het nog eens
probeerde stond ik met een ex alleen in het zwembad. Het water navelhoog. Ik
huilde en daverde van schrik, hyperventileerde en blokkeerde. Sindsdien durfde
ik het niet meer.
Toen ik de vraag kreeg om mee op reis te gaan naar een plek
met zwembad, bedacht ik dat ik het toch maar weer eens moest proberen. Zo’n
kans krijg je namelijk niet veel: een zwembad voor vier personen alleen. Zonder
andere pottenkijkers. Dus ik zocht badkledij waarin ik me zou durven vertonen,
verklapte mijn doelstelling aan veel te veel vrienden, opdat ik de druk zou
voelen me eraan te houden. En kijk: ik verplichtte me gedurende tien dagen in
zwemkledij en zocht negen dagen contact met het water. Voetje per voetje. Als
er een webcam was geweest, was de persoon die naar me keek, vast in slaap
gevallen van verveling.
Een waterrat ben ik niet geworden. Ondanks het feit dat ik
soms een vol uur probeerde om van de ene breedte naar de andere te spartelen. Ik hervond weer wat vertrouwen in mijn lijf in
dat water. De laatste dag durfde ik eindelijk zonder bodem onder voeten te
zwemmen. Met een klein hartje. Dat nog wel. Wat nu? Waar kan ik dit onderhouden
zonder in het openbaar te moeten naar adem happen?
Ik ben jaloers op mijn reisgezelschap dat schaterend in het
water sprong. Ik benijd mensen die zwemmen als bevrijdend aanzien. Zwemmen is
een kunst. Drijven ijdele hoop. En water niet allemans vriend.
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 01/09/17)
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 01/09/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten