Terwijl zaterdag schitterende bloemen en lekkere
hoeveproducten de Grote Markt zullen vullen, in de inkomhal van het Stadhuis de
Woonmarkt wordt georganiseerd, wordt er op de site van Wimbledon volop gegeven
op het Geefplein. Hoe vaak doen we dat eigenlijk nog? Geven?
Vandaag reed ik helemaal naar Gent omdat een vriend zijn aanzienlijke
collectie boeken ‘te geef’ had gezet. Ik verklaarde hem gek. Ten eerste omdat
hij zijn boeken, die hij altijd heel erg kostbaar vond, zomaar weg doet. Hij
gaat verhuizen naar een appartement en boeken nemen nu eenmaal (te veel) plaats
in beslag. Hij noemde ze zelf schamper ‘stofnetten’. ‘Waarom verkoop je ze dan
niet eigenlijk niet?’ vroeg ik. Hij antwoordde dat dat allemaal gedoe is. En
dat is het misschien ook. Nu staat een grote hoeveelheid muffe dozen in mijn
woonkamer. Deze week ga ik ze zorgvuldig bekijken, de dubbele exemplaren en de
boeken die ik niet hoef eruit vissen en mijn eigen mini-bibliotheek dan maar
herschikken. De boeken die ik niet wil zal ik ook op mijn beurt wegschenken.
We zouden het met z’n allen meer moeten geven. Maar het
staat zo raar. Zo zetten mijn buren soms voedingswaren op hun vensterbank te
geef. Of zie ik kastjes en ander meubilair voor de voordeur van sommige huizen
staan met daarbij het opschrift: ‘gratis’. Zolang het niet op sluikstorten
lijkt, vind ik dat eigenlijk een mooie zaak. Al moet ik toegeven dat ik in
eerste instantie wel wat wantrouwig ben als me zomaar iets wordt aangeboden. ‘Ik moet nu iets teruggeven’, denk ik dan. Of
‘Er zal vast iets mis mee zijn.’ Ik vervloek mezelf soms daarom. Als je zomaar
iets krijgt, krijg je vaak naast het simpel goed, een warm gevoel van
vriendschap en solidariteit.
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 28/04/17)
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 28/04/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten