maandag 25 april 2016

TINE ZIET (12): Stand

Er was afgelopen dagen heel wat te doen over een uitspraak van onze vicepremier. Hij stelde dat we met zijn allen boven onze stand leven. Zo’n uitspraak zet natuurlijk kwaad bloed. Ikzelf ben er eens door naar mijn portemonnee gaan kijken. De inhoud ervan is niet rijkelijk, maar genoeg om van te leven. Als ik bespaar op bijvoorbeeld merken en kleren heb ik nog over om mezelf op kleine extraatjes te trakteren. Een bosje tulpen bijvoorbeeld. Een glas met vrienden aan de toog. Een nieuw boek. Heel af en toe een restaurantbezoek. Soms een gift aan een goed doel. Klagen doe ik niet.

Als ik in mijn stad aan de kassa sta, zie ik vaak andere taferelen. Het valt gewoon niet te ontkennen dat velen het lastig hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Voor hen geen extraatjes. Of ze besparen op hun brood of missen het beleg. Voor hen de schande een schoolrekening niet te kunnen betalen. Of erger nog: geen medicijnen kunnen veroorloven. We kunnen met zekerheid zeggen dat ze ‘onder onze stand leven’. Feit is dat hun namen – noch de mijne - niet in de Panama Papers zullen opduiken.

Mensen die veel geld hebben: er zijn er genoeg. Het is, geloof ik niets voor mij. Toen ik nog klein was, mocht ik vaak bij een meisje in mijn straat gaan spelen. Ze woonde in een gigantische villa waarin ik mijn schoenen moest uittrekken. Een hele speelzolder vol mooi speelgoed waarin ik kon verdwijnen.  In het begin vond ik die luxe fijn. Ik schepte bij andere vriendinnen op dat ik er mocht gaan spelen. Tot ik tot de ontdekking kwam dat zij nooit in mijn huis met mij wou spelen en dat ik eigenlijk gevraagd werd omdat ze niet alleen zou zijn. Opeens vond ik die hele grote groene tuin heel triest. Haar poppen verloren glans. Ik weet dat ik haar plots net als Dagobert Duck, zwemmend in zijn zwembad met duiten, heel erg zielig vond. Rijk zijn, was in mijn gedachten ‘arm in échte vrienden’.


Ik ben best tevreden met mijn rang in stand. Al zou af en toe een goudstuk op mijn weg best welkom zijn. Voor in het geval ik van de ladder val of om uit te delen aan wie ik wil zien stijgen.

(verschenen als column in De Weekbode / De Leie op 22/04/16)

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....