zondag 20 maart 2011

Volle maan

Het was in die nacht dat de maan zo groot en rond was dat ze de hele wereldbol had kunnen bedekken als een gigantisch gouden laken, dat mensen overal op straten en uit ramen hun dromen uitlieten, als waren het veelkleurige wollen schapen.

Kijk! Achter de hakjes op de kasseien wolkt duidelijk verse adem. Op de knieën van de armen springen vrolijk betere tijden aan. En zie: de man aan tafel denkt: laat ze toch blijven. De vrouw wandelt in haar hoofd al op zijn huid. De ruiten uit. De meisjes op het bankje kijken de rozen uit de handen van de verkoper. De snor aan de toog gluurt tot achter de gordijnen van haar bloes. Eén schurftige barman huilt de wolf in hem naar buiten. En dat ene koppel blijft de wens ophopen tot een drie. Een vier misschien. Of vijf.

Alleen wie sliep of zichzelf de ogen overlapte, zag enkel nacht en droomde niet eens een lichtpunt in gedachten.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...