Oog in oog met zand te staan.
Niets meer. Niets minder.
Door de knieën gaan met de
hoop die ene steen te vinden.
Uiteindelijk richting branding lopen.
Eén rechte lijn naar open zee.
Je voeten door je natte schoenen voelen.
Een worp of twee. Meer stenen heb je niet.
Tenslotte een hoofd in beide handen houden.
Niet dat ene dat je van je sokkel blies.
Je eigen ogen naar binnen zien.
Terwijl die op de dijk slechts vissen ziet.
Een zucht.
Een snik.
Meer niet.
zaterdag 12 maart 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
TINE ZIET (420): Belofte
Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...
-
Omdat enkele vrienden met hun band NeXt op Ratrock optraden, besloot ik nog eens mijn bottines en netkousen uit de kast te halen en me naar ...
-
Toen ik twaalf jaar geleden naar deze stad verhuisde, verklaarden mijn familie en vrienden me gek. Ze dachten toen al dat ik naar de margin...
-
In mijn klassen heb ik een erg mondige leerling die er erg trots op is dat zijn vader in een ambachtelijke slagerij werkt. Elke les wordt we...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten