dinsdag 11 augustus 2020

TINE ZIET (231): Kleinigheid

 

Mensen verhuizen. Dat is een feit. In de Koningstraat gebeurt dat misschien net iets vaker dan in de gemiddelde straat. Hoe dat komt, blijft me een raadsel. Ik woon er al een hele tijd en woon er op zich wel graag. Vorige week verhuisden buren die er blijkbaar maar een maand woonden. De verhuis moest overduidelijk snel gebeuren, want ze lieten hun meubilair op de stoep achter. Eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat de buurvrouw me eerder die dag in paniek aangesproken had, voor het eerst die maand, om te vragen of ze wat futiele ‘kleinigheden’ in mijn woonkamer mocht stockeren tot de Kringwinkel het op kwam halen.

Er is een tijd geweest waarin ik zou gezegd hebben: “Natuurlijk! Kom maar op!” Ik zou nog helpen sjouwen ook. Mensen in nood helpen, is toch een plicht? Gelukkig ben ik intussen toch wat meer wantrouwig geworden. Er floepten quasi automatisch enkele waarschuwingslichtjes aan. “Wat zijn die ‘kleinigheden’ dan?” “Is de Kringwinkel daadwerkelijk op komst?” “Wie ben jij eigenlijk?” Dus ik zei dat het niet kon. Daarom dus zette ze de inboedel gewoon voor de voorgevel en die van de buren, voor ze de voordeur achter zich dicht trokken om nooit meer terug te komen. Mijn schuld. Had ik die ‘kleinigheden’ trouwens aanvaard, had ik me een behoorlijk attractiepark op de hals gehaald iedere keer als ik mijn woning moest betreden of verlaten. Dat was misschien wel goed geweest voor mijn algemene conditie maar dan stap ik toch liever rond zonder de angst mijn knieschijven te breken. Ik ben lief, behulpzaam en als het moet sportief, ja. Maar er zijn grenzen.

Het trottoir is nog niet ontruimd. Al zijn er intussen al een paar dingen meegenomen door gelukszoekers. Er is al een rode waarschuwingssticker op de uitgeleefde bank geplakt en er zijn overigens al nieuwe buren. Wonen naast mij, is overduidelijk in trek. Die onbenullige ‘kleinigheden’ zijn het daarentegen niet.

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 07/08/20)

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...