Het was me nog niet eerder opgevallen maar als kikkers
kwaken, klinkt dat echt wel als lachen. En niets werkt zo aanstekelijk als
lachen. Als mensen bulderen, schuddebuik ik gretig met ze mee. Sommige
lachsalvo’s zijn uitermate besmettelijk. Als er wordt gegiecheld, ginnegap ik vrolijk
mee. Tenzij het te lang duurt of ongepast is, dan kan het me mateloos
irriteren. Er zijn nog uitzonderingen: als ik slecht in mijn vel zit, denk ik
soms dat ik word uitgelachen en als ik het wat emotioneel ben, weet ik er me
soms geen houding mee.
Zondag nam ik de fiets om even buiten met mezelf te zijn. Ik
was duidelijk niet de enige. Al was het best kalm. Ik reed voorbij een luidruchtige
kikkerpoel en kreeg spontaan een lach op mijn gezicht om zoveel onbekommerde
vrolijkheid. Doordat ik lachte, lachte een mannelijke tegenligger ook naar mij.
Zij vrouw lachte iets minder. “Het is crisis, kind!” knorde ze. Even voelde ik
me op de vingers getikt. “Ja, het is moeilijk. Maar er is ondanks alles nog
reden tot blijheid. Al is het maar door een vrolijke kikkerpoel. Mag het?” Ik
wou het haar nog naroepen, maar ze waren al voorbij. Het lachen trouwens ook.
Die nacht droomde ik dat er een dikke kikker op mijn badmat
zat die me wakker kwaakte. In de ogen herkende ik de fietsende bitse vrouw. Ze
kwaakte als een toverheks met een verkoudheid. Aanstekelijk was het zeker niet.
Chagrijnig vroeg ik of ze toch maar wou verdwijnen. Zwijgen desnoods. Maar dat
deed ze niet. Hardnekkig zat ze op mijn badmat vastgeklemd. Om een of andere reden lukte het niet meer te
lachen in mijn huis. Wellicht was dat door haar aanwezigheid. Ik veranderde
beetje voor beetje in een opgedroogde abrikoos en eindigde in een pot granola.
Nu denken jullie, lezers: “Wat hebben wij nu aan deze
persoonlijke rare droom? Dat ze die onzin voor zichzelf houdt!” Maar in elke
droom zit wel iets. In tijden vol challenges, virtuele spelletjes en nieuwe uitdagingen laat het ik het aan
jullie om die levensles te achterhalen.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 17/04/20)
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 17/04/20)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten