Inmiddels al meer dan tien jaar geleden hoorde ik het nummer
‘Menen’ van Wim Opbrouck en Els Dottermans. Het betreft een bewerking van het
nummer ‘Jackson’ van Johnny Cash. Zelf had ik toen nog lang geen plannen om in
Menen te komen wonen. Ik werkte er wel al maar stond eigenlijk niet echt stil
bij de inhoud van het nummer. In het nummer zingen ze dat Menen een stad van
zestienduizend cafés is. En ook dat Menen eigenlijk één groot café is.
Overdreven vond ik dat. Sinds ik lid ben van de Facebookgroep ‘De cafés van
Menen, Lauwe en Rekkem’ ben ik daar niet meer zo zeker van. Elke dag doemen nieuwe
foto’s op van vroegere cafés. Fréderic Dehaudt gaat met die pagina in opdracht
van CC De Steiger op zoek naar alle cafés in Menen. Maar hij verzamelt ook
informatie aan de toog zelf met een heuse fichebak. En wat blijkt stilaan: Wim
en Els hadden gelijk! Menen was ooit wel degelijk één groot café.
Had ik dat geweten… Nee. Ik hou van een fijn café. Het
belang van een plek om samen te komen aan een toog is iets van lang geleden en
blijft gelukkig bestaan. Als kind woonde ik in een gerenoveerd oud café. Oude
inwoners kenden mij van ‘De Notendreve’, het kleine kroegje dat mijn
grootmoeder ooit uitbaatte. Ook al stond die toog er inmiddels al jaren niet
meer. De geest van de geestrijke drank waart er zelfs tot op vandaag nog rond.
Een café spreekt tot de verbeelding: mensen vinden er een luisterend oor,
troost, sappige verhalen, gezelschap, rust na een dag vol werk.
Hoewel de drankkaart almaar uitgebreider lijkt te worden,
daalt het aantal cafés beetje bij beetje. Het rookverbod, de wetgeving, de stijging
van de index, de gevaren en boetes die om de hoek loeren, het besef dat alcohol
en autorijden taboe is, zorgen ervoor dat een Vlaming zijn tijd minder en
minder aan een toog slijt. Voorlopig zijn er gelukkig nog stamineetjes genoeg
voor al onze dorst. Al vraag ik me af, of dat zo zal blijven: jongeren
verkiezen almaar een huiskamer en eigen drank. Jammer is dat wel. Wie schrijft
dat betoog voor het behoud van barkruk en toog? Anders wordt onze stad
misschien te droog.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 10/01/20)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten