Daarnet ben ik een beetje doodgegaan. Dat klinkt misschien
wat overdreven, maar het voelde in elk geval wel zo. Het ritje Menen – Kortrijk
viel wel mee, maar op de terugweg had ik op het jaagpad langs de Leie de volle
wind tegen. Conditie en ik? Zal ik het ooit leren? Daarnaast had ik de pech dat
de oplaadplek die ik voor ogen had gesloten was. Sterven was het dus. Voor mij.
Ondertussen zoefden de elektrische fietsen mij voorbij. En natuurlijk ook alle
fietsers met meer geoefende kuiten.
Toch heb ik geen spijt van mijn roekeloze beslissing om
mijzelf nog eens op twee wielen te verplaatsen. Niets laadt zo mooi op als het
groene in een landschap of de vormen van de wolken. De geur van de bomen. De
bloemen in bloei. En wat wapperen ze mooi, die manen van de paarden in de wind!
Daarvoor doe ik het graag, die impulsieve 36 kilometers in de benen.
Laat het één van mijn doelstellingen zijn van deze zomer:
bewegen, bewegen, bewegen! Niet alleen op de fiets of wandelend. Zeker ook in
mijn hoofd. Soms betrap ik er mezelf op dat ik stil sta in gedachten. Ik
dacht er onlangs aan me voor een cursus zang in te schrijven. Om me verder bij
te schaven. Omdat ik op diezelfde uren werk, is zo’n opleiding onpraktisch te
organiseren. Dan moet het maar in mijn vakantie dus: het vormen en het kneden.
Het koppig blijven bewegen. Wie geeft me les?
Maar zie je me zitten aan de kant van de weg. Gewoon buiten
adem of misschien met brute pech, help je me dan wel overeind? Geef je me dan
je drankfles? Of lach je me uit omdat ik zo moeilijk vooruitkom?
Ik maal er niet om. Bedenk: zelfs als ik zit, is er vaak wel iets in beweging.
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 07/06/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten