maandag 10 april 2017

TINE ZIET(61): Magnolia

Er is een tijd geweest waarin ik alle bomen gewoon bomen noemde. Zo ging het ook met auto’s, met taart en met honden. Simpelweg omdat ik de talrijke soorten nog niet kende. Later leerde ik dat er appelbomen waren. Treurhazelaars en populieren. Onlangs verwonderde ik me erover dat pas heel recentelijk de overweldigende schoonheid van de magnoliaboom ontdekte. Hoe kan het zijn dat je al meer dan tien jaar wekelijks langs een boom passeert en dat die je telkens weer ontgaat? Hoe komt het dat je opeens wél voor een beverboom, want dat is de Nederlandse benaming, gaat stilstaan?

Ik heb het in dit geval over het prachtige exemplaar voor de Sint-Dionysiuskerk van Geluwe. Hoewel ik al heel lang wekelijks door Geluwe rij, was de boom me nog nooit eerder opgevallen. Vorige week had ik het geluk dat ik naast de boom kon parkeren. Ik nam de tijd om er even onder halt te houden en de boom, die al volop bloemen verloren had, te bewonderen. Toen ik dat deed, stopte er een vrouwtje. Ze zag me kijken en glimlachte fier. Alsof het haar boom was. Dat was het ook een beetje, want ze wist me trots te vertellen dat ze die boom al haar hele leven kende.

Opeens zie ik ze overal: die mooie magnolia’s en oude vrouwtjes. Ik ben jaloers dat ze al hun hele leven iets kennen wat ik pas na mijn 38ste deed. Misschien is het nét hun fierheid dat een ding, in dit geval de boom, opeens zo mooi laat blinken. Of is het het klimmen van de jaren dat me vaker naar boven doet kijken, dan wat ik daarvoor deed? Wordt zoiets simpel als natuur minder vanzelfsprekend? Of ben ik een mens die zich almaar meer door wat er bestaat laat raken? Met alles wat ik nog niet ken, valt vast een nog mooiere wereld te maken.

(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 07/04/17)

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...