dinsdag 15 mei 2012

Ooit (13)

Ooit verzamelde ik de moed tot dansen. Dat deed ik met wiebelende tenen maar met loodzware benen. Iedereen in mijn buurt mocht naar mijn verzameling tegen één of andere muur komen kijken. Behalve dan de turnjuffrouw die me jaarlijks wanhopig een dansje probeerde aan te leren. Later mochten jongens ook niet kijken. Ik vluchtte naar de wc van zodra het heerschap een meisje mocht kiezen van de DJ. Niet alleen omdat ik bang was om niet gekozen te worden, maar vooral omdat ik er niet van hield dat iemand zo dichtbij mijn dans moest leiden.

Ik oefende alleen en ontwikkelde het talent om alleen alles op een dansvloer te geven. Vreemde bewegingen. Dat wel. (Wie me al zag dansen, zal dit niet ontkennen.) Maar met twee werd ik een bevroren kip, die haar pootjes uit stilstand-modus moest dwingen. Schuifelen was het. Bang om uit te glijden of tenen aan te raken. Laat staan iets anders.

Op een avond in één of andere schuur, zag ik een jongen verlegen naar me kijken. Bij het startschot van de plakkers wou ik ontglippen, maar hij stapte op me af en ik zei niet nee. We stonden praktisch stil en onwennig schuifelden we op een houten tegel. Na één dansje liet hij me los en ik bedankte hem met rode wangen.  Rode wangen werken, want alvorens ik naar het toilet kon rennen, werd ik door een dronken kerel vastgegrepen voor een volgende slow. Hij bewoog meer dan alleen z'n benen. Mijn rode wangen werden bleek. Ik zag hoe de eerste jongen van de zijlijn naar me keek. En toen de derde dans begon, verloste hij me door op m'n schouder te tikken en me te vragen: "Nog een keer?" Onze passen waren al iets losser. We fluisterden zelfs in elkaars oren. Dat het niet meer dan dat geworden is, heeft me nooit gespeten. De dans, daar ging het om.

Nu ligt die tijd al jaren achter mij. Hoewel ik heel graag dans, heb ik het nog steeds lastig om met iemand anders dan mezelf te dansen. Mijn ogen raken liever grond dan net dat ander paar. Grote uitzondering was mijn vader. Hij vroeg me voor het eerst ten dans op het trouwfeest van mijn zus. Statig draaiend zweefden we over de vloer. Ik groeide als hij me in z'n armen had. Draaide uren na. Mijn vader danst niet meer hier op deze aarde. En alhoewel ik soms nog stiekem rondjes met hem draai, droom ik nog steeds van armen die me met rode wangen op een tegel laten zweven. Hét paar armen waarvoor mijn verzameling vreest. Dat paar armen dat me van m'n bevroren pootjes geneest.






 


Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....