woensdag 13 april 2011

Overwoekerd

We kennen middagen met zon. Dat is niet iets nieuws. We zitten niet alleen. Ook middagen in een tuin zijn ons niet vreemd. Maar neem nu dit vertrouwde en los daarin het verlangen als ongemak dat alleen betrokkenen kunnen zien. Althans dat is de stille wens van minstens één hoofd in die tuin. Wat de andere betrokken hoofden denken, is voor die ene natuurlijk niet te zien. Maar naar wat wederkerigheid mag men in dit gegeven zeker hopen.

Dan zwelt door een ontweken blik een honger als woeker aan. Uit een terloopse glimlach schiet een bloem uit knop. Wat handen willen raken, verbeeldt men zich als lange takken, wat ze raken: één kloppende rode vrucht. En wat niet wordt gezegd, krijgt wortels in de voeten. Kortom: de tuin groeit met dit gevoel gigantisch uit z'n voegen. Geen snoeier kan dit groeien aan. Barst de groene bolster uit elkaar?

Totdat die één verdwaasd uit de stoel opstaat, een jas aantrekt, een deur dichtslaat. Gewikkeld in te veel klimop, neemt men uit angst voor teveel aan bloeien, het willen uit elkaar. Men gaat verder met het verlangen in het haar tot nog een tuin. En de durf het ongemak daarin als vriend te begroeten.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....