Sinds Tany Minoek! zich heeft voorgenomen om niet langer te kijken naar mensen in de trein, zeker niet als ze de deur van de coupé openschuiven en al zeker niet als ze voor haar neus komen zitten, maakt ze zich ernstige bedenkingen over haar zijn.
Een eerste voorval: een man. Deftig. Dat kan ze zien als hij vanuit de verte op haar toestapt. Maar ze kijkt niet op wanneer hij schuin voor haar neerploft. Ze verstopt zich achter haar tijdschrift. Het is dan ook al bijna middernacht. Ontspanning op een trein is dan een must. Het duurt nog geen halve minuut of ze hoort de man praten. Niet tegen haar. Gelukkig. Dat kan ze toch tenminste opmaken uit zijn toon. Het is duidelijk dat hij een Engelse tekst voor ogen heeft en dat hij die tekst moet corrigeren. Hij is een strenge corrector. Zo eentje met een arrogante toon. Elke zin moet eraan geloven. Korte metten maakt hij met de man aan de andere kant van zijn telefoon. "Moet dat nu?" denkt Tany. "Moet dat hier?" en omdat ze niet durft op te staan, blijft ze de hele zit zitten. Een antwoordapparaat. Ze is er niet. Echt niet.
Een tweede voorval: een man. Donkere huidskleur. De coupé zit nog lang niet vol, toch gaat hij vlak voor Tany zitten. Zoiets zorgt er natuurlijk voor dat ze dieper in haar tijdschrift duikt (ja, het is weer bijna middernacht). De hele rit kijkt ze naar de letters en zijn voeten. Hij spreekt geen woord. Zelfs niet in zijn telefoon.
Het is een stillere en langere reis dan anders. Pijnlijk zelfs. Als ze opstaat omdat ze bij haar eindbestemming is, ziet ze dat hij ook opstaat. Door dezelfde deur stapt hij na haar op het verlaten perron. Ze zijn de enige twee mensen die die nacht de trap afdalen. De enige mensen die die nacht hun fietsen moeten ontsluiten.
Hij rijdt weg met een vaart. Zij rijdt trager want bevroren. Bijna vergeet ze hem. Tot ze bijna thuis is en een fiets inhaalt. Hij is het. Een blik en ongemak. Ze knikt dus verlegen "goeiennacht!" Maar hij bekijkt haar of ze zwart is. Laat haar knikje voor wat het is.
Misschien moet Tany weer gaan kijken. De vreemdste gesprekken krijgt ze dan. Maar ze is er dan en lijkt dan tenminste van wat pietluttig klein belang.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
TINE ZIET (447): Euforie
Er zijn weinig dingen die zo kunnen opladen als een wandeling. Zeven jaar geleden had ik dit nog een uitspraak gevonden die bij de dagtrippe...
-
Laten we het eens over de olifant in de kamer hebben. Ja, ik weeg teveel. Dat er in mijn medisch dossier 'obees' staat, dat ik daard...
-
Toen ik twaalf jaar geleden naar deze stad verhuisde, verklaarden mijn familie en vrienden me gek. Ze dachten toen al dat ik naar de margin...
-
Afgelopen week vertoefde ik in mijn eentje in Krakau. Hier een eerlijk reisverslag. waarin natuurlijk niet tot in alle details zal worden g...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten