zaterdag 1 november 2008

Allerheiligen

Ze liep er heen. Naar alle doden. Met een paraplu en een veel te grote pet.
Geen boeket in haar hand. Ze dacht: "Ik lach ze allemaal een bloem toe." Haar grootouders een roos. Sommigen een tulp. Anderen een orchidee.

Eerst moest ze voorbij een grote hond. Zo leek hij toch vanachter die ijzeren deur. Hij blafte al enkele bloemen uit haar mond. Ze schrok.
Toen ze voor het kerkhof stond, herpakte ze zich en zag dat er bijna niemand was.

Ze deed haar ronde. Begon waar ze altijd begint. Aan de stenen en de tekeningen te zien, was ze lang niet de eerste. Hier: de roos. Daarna de geranium. Een grote tulp. Maar toen ze op het nieuwe gedeelte kwam en een orchidee maakte, leken de zerken opeens te drijven. Haar voeten werden de aarde ingezogen. Ze moest zich losrukken en vergat te lachen. Het regende tot in haar ogen. Vooral toen ze voor die graven stond, die er vorig jaar nog niet waren. Ze gleed er bijna uit.

Haar schoenen staan nu mooi te drogen. Daarnaast zitten haar ogen. Voor haar neus een scheefgezakte en verlepte bloementuil. Tany Minoek! bekomt.

Doden blaffen niet. Ze bijten. Trekken je voor altijd naar zich toe.


(zie ook: vorig jaar)

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....