zondag 15 juli 2007

I

Terwijl gisteren de helft van de Belgische bevolking een glimp probeerde op te vangen van Kom Cleesters in witte bruidsjurk, maakte Tany Minoek! zich op voor een nachtje 'tent-poëzie'.

Het was een eeuwigheid geleden dat ze nog eens in een tent zat. En daarmee bedoelt ze niet een mooi gestreepte circustent of een open receptie-tent. Nee, zo'n échte tent die je zomaar in je eentje kan opzetten - als er geen pottenkijkers in de buurt zijn tenminste. Zo'n tent waarin je krekels en burengeluiden kan horen. Zo'n gezellige tent.

De laatste keer dat Tany daarin lag, lag een vriendin naast haar te mokken omdat ze zich onsterfelijk belachelijk had gemaakt. Tany had haar beloofd dat ze die tent alleen kon opzetten. Dat lukte natuurlijk niet, zodat de andere campingbezoekers de twee meisjes hadden uitgelachen en uiteindelijk de tent hadden opgezet terwijl de meisjes in het gras toekeken. Heel het weekend was verpest. En wat bleek: ook hun vriendschap.

Nu zou Tany Minoek! in zo'n tent gedichten voordragen in de vroege nacht. Ze wist niet of er weer een mokkende vriendin naast haar zou liggen. Maar ze verheugde zich op de geur van gras en hoopte op z'n minst op iemand.

En wat bleek? Het was een lichtgevende tent omsingeld met poëtisch gefezel, beleefd gegiechel en af en toe gezellig kikkergekwaak. Zo'n tent waar ze eigenlijk had willen blijven...

PS: Er waren natuurlijk wel weer mokkers in de buurt. Die hadden liever meer publiek en minder gras. Ze hadden ongelijk.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...