dinsdag 11 november 2025

TINE ZIET (498): Dynamiek

Zoals een auto nog even van zich laat horen als die tot stilstand is gebracht na een lange rit, zo is het ook met adrenaline en energie in mijn mensenlijf. Zo kende mijn herfstvakantie weinig rust. Vol zingeving en leuke projecten. Tot stilstand kwam ik pas op de laatste dag. Voor het eerst in tijden eens een lege dag. Ik voelde het: elke vezel van mijn lijf weigerde om effectief niets te doen. Dus besloot ik maar om rustig op te staan en te ontbijten en daarna gewoon nog eens naar de expo’s te gaan kijken in het CC en in het Schippershof. Op mijn gemakje. En opeens diende zich daarvoor gezelschap aan. We spraken af om samen te gaan.

Te voet naar de Waalvest kwamen twee vrienden uit een restaurant gelopen om me begroeten en te omhelzen. Hun mannenparfums droeg ik verder de hele zondag met me mee. Ik kwam almaar mensen tegen die ik kende. En met mijn toevallig gezelschap belandde ik nog op café. Zodat het eigenlijk al avond was toen ik naar huis wandelde. Onderweg had ik een erg boeiend gesprek met een vrouw die op zoek was naar een dakloze vrouw die ze op een pasta wou trakteren omdat ze zelf ook nog dakloos was geweest. Vanuit een café zwaaide een vriendin me hartelijk toe. Even dacht ik:” Ik ga erbij zitten!” maar toen zei mijn lichaam: “Nu is het wel goed. Ga maar eens naar huis. Op de bank. Naar je kat. Nog enkele uurtjes platte rust. Het was een mooie dag. Een goede vakantie! Maar dat was dat.”

Ik plofte voldaan neer, gniffelde met enkele afleveringen van ‘Hacks’ en kroop daarna voldaan van al die dynamiek in bed. Wanneer mag het weer?

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 06/11/25)

maandag 3 november 2025

TINE ZIET (497): Transcripts of a Sea

Op de eerste dag van mijn vakantie stond ik in een rij aan te schuiven om de zee te zien. Niet zomaar een zee: de zee geportretteerd door fotograaf Stephan Vanfleteren in het MSK in Gent. Op zich vond ik het plotsklaps een vreemd idee dat ik in een donkere zaal de druk van een publiek voelde dat golven wou zien. Normaal gesproken zou je daarvoor naar één of andere kust rijden, waar je misschien wel even in de file staat. Maar er is in mijn ervaring nooit een wachtrij om effectief de getijden te bekijken.

Zee zien is voor mij ook ademen. En dat miste ik toch in die beklemmende drukte van het museum. Nu ja, het gaat natuurlijk om het feit dat de portretten de zee je op een andere manier naar de ruwheid van het water doen kijken. Soms herken je bijvoorbeeld een berglandschap of zelfs een lichaam. Dat is wat kunst doet: je op een andere manier naar de dingen laten kijken. De realiteit overstijgen.

Wat lijkt het me heerlijk om als enige op die expositie te zijn. De stilte om me heen. Net zoals het fantastisch is om alleen op een bankje op een dijk bij het vallen van de nacht naar het donkere water te staren. In een film is op die expositie te zien hoe Vanfleteren ook die eenzaamheid opzoekt bij het maken van de beelden. Alleen in die eindeloze stormachtige zee. Met duikerspak, duikbril en opwaaiende jas in de klotsende golven.  De zee is geen privilege. Dat hoeft het ook niet te zijn. Maar als het me ooit in de schoot valt, lijkt het me hemels om alleen met haar te zijn.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 30/10/25)

maandag 27 oktober 2025

TINE ZIET (496): Botten

Na enkele dagen in de lappenmand gelegen te hebben, kwam ik dit weekend weer voorzichtig naar buiten. Er was Moodswings Fest in DVG-club in Kortrijk, waar vriendin Saskia op zeer puike wijze de LP en de mascotte Steenie van haar band NeXt voorstelde. Daarna zag ik het verbluffende concert van I H8 CAMERA in BGWG in Menen. En op zondag zat ik met een 25-tal leerlingen en enkele collega’s aandachtig te luisteren naar het verhaal ‘Kruimels’ van Mona Theys gecombineerd met barokke muziek en soundscapes. Het moet gezegd: ook al was alles erg goed en best indrukwekkend en ook al bleef ik nergens lang plakken,  het was toch allemaal erg veel.

Dus zondagnamiddag op doorreis naar een familiefeest had ik opeens heimwee naar die periode waarin ik maar één activiteit te doen in een weekend. Want die periode was er. Na de covid-periode was ik erg voorzichtig om weer naar buiten te komen. Eenmaal ik er was, vergat ik die heimwee weer meteen. Het was op het moment dat we met z’n allen hadden gezegd dat we zouden vertrekken en maar bleven dralen en drentelen, rechtop stilstaand als een kudde onbeholpen schapen dat één van mijn nichtjes de opmerking maakte dat ze er niet kon aan doen dat ze graag uitgaat. Dat ze ook maar de botten van haar vader had. We giechelden en zeiden dat ze het over zijn genen moest hebben in plaats van zijn botten. Maar toen ik later in mijn droom een blik worp op mijn eigen skelet, bedacht ik dat ik diezelfde botten heb. Wij allemaal in ons gezin. Botten die wel eens kunnen sputteren als we naar huis moeten gaan.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 23/10/25)

maandag 20 oktober 2025

TINE ZIET (495): Maandagsongeluk

Maandag was ik vroeg uit de veren en moest me te voet door de schoolgaande jeugd, de mama’s met kinderwagens en de steps naar de tandarts begeven. Op mijn weg daar naartoe liggen verschillende scholen dus ik was bijna voortdurend omgeven door vaders op sloffen en ochtendchagrijn. Leedvermaak voelde ik niet. Wie gaat er nu graag naar de tandarts? Al werd ik natuurlijk wel nostalgisch bij het werpen van een blik op de speelplaats. Het was nog vroeg, dus die speelplaats liep nog niet boordevol fluohesjes. Onbekommerde tijd.

Toen ik even later met opgeschoonde tanden en twee afspraken rijken uit de gloednieuwe tandartsstoel gestapt was, botste ik op leerlingen die rondjes aan het lopen waren op het Vander Merschplein en ik besefte dat dat misschien het ergste was, wat mij had kunnen overkomen: het eerste lesuur van de week, de sportlegging in en voor iedereen te kijk rondjes moeten lopen om het plein. Nee, dan valt één klein gaatje in je gebit laten ontdekken nog mee.  

Opeens dacht ik aan mijn directeur die op dat moment wellicht het eerste doorlichtingsgesprek had met een inspectieteam en bedacht dat dat alles bij elkaar misschien toch het minst prettige was. Het is een combinatie van alle maandagsongeluk bij mekaar dat een mens kan overkomen. Met de billen bloot een week vol controles in. Ik durf het bijna niet te schrijven maar nee, ik zou nog liever rondjes lopen.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 16/10/25)

 

maandag 13 oktober 2025

TINE ZIET (494): Herfstdip

De plaids zijn weer uit de kast gekomen. Ook de wollen truien. De nylons. Het wordt kouder. Mijn hoofd staat al op de waakvlam, maar ik stel het nog even uit. Hoelang? Dat valt te bezien. Soms voelt het als een wedstrijd. “Hebben jullie de verwarming al aan?” “Oh nee, jullie wel?” Alsof wie het allemaal wat uitstelt, een prijs verdient. Mij gaat het natuurlijk niet om te winnen. Ik denk natuurlijk in eerste instantie aan mijn factuur, maar bovenal wil ik voorlopig het zomergevoel nog niet loslaten.  We kennen maar twee tijdperken: het tijdperk mét en dat zonder verwarming.

Soms ben ik jaloers op mijn kat Frieda. In de tuin en in huis spot zijn spontaan de zonneplekjes. Ze nestelt zich graag op dekentjes, papieren zakken en vlijt zich graag tegen mij aan. Ze hoeft natuurlijk geen rekeningen te betalen. Anderzijds wordt ze in dat koudere tijdperk misschien meer ongewenst aangeraakt en moet ze het maar doen: dat almaar schoonlikken van al dat haar! Ik verslik me nu al in een simpel wimpertje.

Woensdag had ik met mijn jongste leerlingen over geluk en opeens kwam de herfst ter sprake. Dat mensen in de herfst zich precies wat zwaarder voelen. “Hoe zou dat komen?” vroeg ik. Iemand zei: “Nu ja, als al die bomen in hun blootje staan, is dat erg verdrietig natuurlijk. Ik zou ze willen aankleden, maar dat gaat niet. Dat is erg droevig voor die bomen: ze hebben het vast heel erg koud. Maar ook voor mij, want ik zou ze liefst warm willen houden.” Simpele woorden uit een kindermond. Laat ons de bomen aankleden en hou zo je eigen herfstdip tegen!

 (verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 09/10/25)

maandag 6 oktober 2025

TINE ZIET (493): Waterdate

Vrijdag zag ik iets opmerkelijks aan de kassa van het warenhuis. Een meisje, vermoedelijk zelfs een oud-leerlinge van lang geleden, want ze  kwam me ergens bekend voor, legde meer dan acht grote waterflessen in het karretje. Allemaal van andere merken. Ze zag de verbazing van de kassajuffrouw en wou zich op een of andere manier verontschuldigen. Ook naar mij toe.  “Tja”, zei ze, “mijn vriend drinkt graag water en ik wil hem vandaag imponeren.”

Het lijkt me geweldig en ik kon het me zo voorstellen dat ze voor het eerst haar lief op bezoek kreeg in haar huis. Dat ze hem op voorhand zenuwachtig had gevraagd: “Wat drink je graag? Dan haal ik het in huis voor je.” Hij had dan wellicht gezegd: “Water is goed genoeg.” Zij dacht dan wellicht: Maar welk water? Ik kon me de situatie al voor mij zien dat hij dan op die date  haar koelkast zou opentrekken en daarin alleen maar flessen water zou zien staan. Allemaal voor hem en dat hij zou denken: Wat fijn dat ze zoveel moeite voor me doet. Zo had ik het helemaal niet bedoeld.

Zelf heb ik me nog nooit zo uitgesloofd voor een date, geloof ik. Misschien ook daarom dat ik er zo weinig heb. Ik haal meestal wel wat bijzonders in huis. Met mate. Maar geen heel arsenaal aan keuze. Het zou wat zijn, zo voor het eerst bij hem op bezoek. Dat hij me zegt: “Neem maar wat uit de kast.” En dat ik daar dan al mijn favoriete drankjes  bij elkaar zou zien staan. Nee, dat kwam niet goed. In mijn geval. Maar met enkel water, komt er misschien toch ook een kater.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 02/10/25)


maandag 29 september 2025

TINE ZIET (492): Waard

Zaterdagochtend zag ik mijn gasten voor Matinee Moniek één voor één binnendruppelen. Bijna allemaal kwamen ze vanuit een andere stad naar Menen afgezakt.  Zo waren er twee gasten, die toegaven amper geslapen te hebben. Niet zozeer door de spanningen, maar door het feit dat ze allebei geen echte ochtendmensen zijn en een heilige schrik hadden om zich te overslapen en zo hun trein te missen.

Eén van hen sprak me na afloop aan en zei dat Menen op eerste zicht wat troosteloos leek, toen hij de wandeling van het station naar de bib had gemaakt. Ik zei dat niets minder waar was. Dat er de avond daarvoor nog een dul feestje geweest was op de Grote Markt, alwaar dj’s vanaf het belfort muziek gedraaid hadden en dat er echt veel ambiance en volk was geweest. Feestgangers hadden nu plaats gemaakt voor marktkramers. Zo is er in onze stad wel altijd wel wat als je goed kijkt!

Hoog tijd dat we wat meer fier zijn op wat er bij ons mogelijk is. Want bij ons kan het. Iemand krijgt het idee om een dj-set op het belfort te doen en kijk: het komt er van! Aan de foto’s en de filmpjes achteraf te zien, waren veel mensen nieuwsgierig en enthousiast over dat feit. Men spreekt al van een vervolg.

Later stuurde de gast me trouwens nog een bericht met de mededeling dat Menen uiteindelijk toch erg cool was gebleken. Niet zozeer door het verhaal van de dj’s maar omdat hij nog niet eerder een initiatief als Matinee Moniek had meegemaakt. Dat dat het laten van zijn slaap meer dan waard was!  Zo hoor je het ook eens van een ander!

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 25/09/25)




 

TINE ZIET (498): Dynamiek

Zoals een auto nog even van zich laat horen als die tot stilstand is gebracht na een lange rit, zo is het ook met adrenaline en energie in m...