Toen ik vorige week donderdag van het bezoekje aan mijn moeder naar huis reed, passeerde ik langs maar liefst 7 auto-ongevallen. Onder andere ook aan de kettingbotsing op de E17. Er was net voor ik vertrok een gigantische regenbui geweest en die had veel automobilisten verrast. Het is ook een van mijn horrormomenten op een autosnelweg. Als ik daar enkele seconden niets kan zien, klimt er paniek bij mij op schoot. Gelukkig heb ik tot nu toe nog een instinct in me dat precies op automatische piloot schiet en me op dat moment door mijn paniek loodst. Al ben je op dat moment natuurlijk ook afhankelijk wat anderen in die weersomstandigheden doen. En wat te doen als die paniek het opeens overneemt?
Terwijl ik almaar dichter bij huis kwam, dacht ik er even aan dat ik de weg niet meer op zou durven. Maar ik wist dat ik die avond weer die kant op moest voor de wekelijkse repetitie. Ik kon toch niet afbellen omdat ik 7 auto-ongevallen had gezien? Het moge duidelijk zijn: ik zag geen enkel accident gebeuren. Ik zag alleen het resultaat. Enkele uren later zag ik mezelf via allerlei binnenwegen – om de file te vermijden – toch weer aan het stuur zitten.
We moeten geluk hebben. Veel geluk. Om een dag zonder ongelukken door te komen.
Er zijn mensen die niet durven vliegen. Er zijn mensen die niet durven treinen, varen… Er zijn ook mensen die hun huis niet durven buitenkomen. Geluk komt dan niet uit een gecommercialiseerd doosje met een strik er om heen, maar uit het diepste van ons lijf. Het gaat dan niet om het glimmen en de glitters. Gewoon om het geluk er nog te zijn.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 11/09/25)