Zondag had ik een vriendin op taartbezoek die naast de taart en de koffie ook gewoon de expo ‘City Trip’ wou zien. Ze was daarvoor uit Gent naar Menen afgezakt. We zien elkaar niet veel. Maar als we elkaar zien is het altijd intens. Een soort check-up van gedachten en grootste sprongen in het leven. We springen allebei met kleine sprongetjes, maar we blijven tenminste springen.
Op de expo, die trouwens echt de moeite loont, werd ik
aangesproken door een fan die nu ook dit stukje zal lezen want hij leest het
altijd. Ik grapte dat ik misschien een plekje voor hem kon voorzien in mijn
volgende column en toen we naar het station wandelden, vroeg die vriendin of
mensen wel eens vaker kwamen solliciteren voor een plekje in deze kolom. Ik zei
dat het me nog niet eerder was opgevallen, maar naarmate we dichterbij de
sporen kwamen, bedacht ik dat het best zou kunnen dat ik die dingen niet door
heb. Net zoals ik niet altijd door heb dat iemand wanneer die me een compliment
maakt dat zonder bijbedoeling doet. Of net wel. Het is soms fijn het niet te
weten en te moeten graven. De uitkomst kan verrassend zijn. De weg er naartoe
louterend voor een piekeraar als ik.
De eenvoud van taart, koffie, babbelen en ergens naartoe
wandelen en dat dan weer bepraten, kan ik evenwel ook smaken. Al is het
natuurlijk leuk dat het met nieuwe contacten nog alle richtingen uit kan
groeien. Halen ze de krant? Of halen ze het hart? Ik verkies dan toch meer het
spontane boven wat er is gepland.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 08/05/25)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten