Gisteren reed ik naar ’t Pandje in Izegem. Dat is een
woonzorgcentrum voor chronisch zorgbehoevenden. Vriendin Anneloor is daar
muziektherapeute. Haar job bestaat eruit om via muziek contact te maken met te
bewoners. Meestal gebeurt dat in individuele sessies of in kleine groepjes. Zelfs
op het sterfbed maakte ze voor de bewoners muziek. Eén keer per maand dirigeert
ze daar het contactkoor “De Pandomientjes”. Een contactkoor is een koor waarin
dementerenden samen met familie, personeelsleden en vrijwilligers zingen. Via
het zingen van liedjes worden de bewoners uit hun isolement gehaald. Muziek is
een fijne manier om terug te reizen naar een tijd waarin nog herinneringen
aanwezig zijn. Anneloor nodigde me uit om eens naar een repetitie te komen en
uit volle borst mee te zingen.
Ik arriveerde als derde in de cafetaria. Pianist Luc was
druk bezig om alle slagwerkinstrumenten uit te stallen. Er was al een vrijwilliger
aanwezig die altijd aanwezig is. Het personeel begeleidde een dertigtal
bewoners naar de zaal. Veel looprekjes en rolstoelen, maar er was plaats voor
iedereen. We waren uiteindelijk met een veertigtal zangers. De koekjes en de
flessen Elixir werden op de toog gezet en de zangstonde kon beginnen. De
bewoners kozen de liedjes. Van ‘Que sera sera’ naar ‘Le plus beau tango du
monde’. Ik kende niet alle liedjes, maar dat bleek niet erg. Ik zong mee. Zo
goed ik kon. Ik hielp pagina’s omdraaien en praatte af en toe met mijn olijke
buurman, die verkondigde dat hij een supergoede zangstem had, maar na enkele
liedjes toegaf dat zijn gehele familie veel beter kon zingen dan hij.
Het was natuurlijk aandoenlijk. Sommige mensen reageerden
amper, maar werden dan enkele zinnen ‘wakker’. Er werden zelfs enkele
danspasjes gezet. Soms moesten mensen worden getroost. Voor de pauze kwam een
inwonende pater aan het woord. Hij vertelde over oorlogsliedjes. Hij zong er
eentje uit de eerste Wereldoorlog en twee uit de tweede Wereldoorlog. Het was
opmerkelijk dat die liedjes ook meteen werden meegezongen. Ik kende er zelfs
eentje van! ‘Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan?’ Daarna was het tijd
voor een klein Elixierke en een koekje. Mijn eerste Elixer ooit trouwens!
Na de pauze werden nog een viertal liedjes gezongen. De
zangstonde werd afgesloten met een vaarwellied. En daarna werden de bewoners
weer naar hun leefgroep gebracht. Ik hielp en kon zo een blik werpen op het
woonzorgcentrum. De fijne kappershoek. Ruime kamers. Grote ramen. Ik hielp de
cafetaria terug op orde zetten en babbelde nog kort even na. Een mooie
ervaring! Ik merkte wel al dat ik me wellicht teveel zou gaan hechten, mocht ik
daar maandelijks naartoe gaan.
Het lijkt me een fijne plek om zachtjes te gaan. Maar
bovenal lijkt het beroep van Anneloor een heerlijk lichtpunt in een
wegdeemsterend bestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten