maandag 16 april 2018

TINE ZIET (113): Leeuw


Afgelopen week was ik enkele dagen in Amsterdam. Een bezoekje aan Artis hoorde erbij. De olijke tramchauffeur kondigde de halte aan met een oorverdovend gebrul. Voor ons in de wachtrij stond een schattig meisje in een leeuwenpakje. Samen met haar oma kwam ze naar de leeuwen kijken. In de dierentuin stond ik opeens oog in oog met een enthousiaste zeeleeuw die opeens voor mij tegen het glas leek te hangen en me zo vertederend bekeek, dat ik zo de glazen bak was ingedoken, ware het niet dat het wat te koud was voor een duik in de diepte. Daarenboven was ik er toch ook stilletjes van overtuigd dat ook dit niet die soulmate was, die me al mijn hele leven maar niet voor de voeten durft te lopen. Later stond ik ook voor de echte leeuwen die loom leken te soezen. Het volk stond in grote drommen te loeren naar de dieren. Af en toe liet de leeuw zijn gebrul horen over de zoo. Het leek alsof er donder in de lucht hing. Wat een machtig dier, bedacht ik met kippenvel. Niet voor niets de koning van het dierenrijk.

Gisteren zat ik bij mijn moeder. Mijn moeder had de TV en de radio op Parijs-Roubaix staan. Zelf ben ik niet zo’n grote fan van de koers. Toch niet in die mate dat ik de wedstrijd van het begin tot het einde wil volgen. Toen we aan de soep zaten, hoorden we op de radio dat een wielrenner bewegingsloos op de grond lag en aan de toon van de commentator bleek al snel dat de toestand ernstig was. Maar de koers slingerde zijn weg verder over de kasseien. De commentatoren peddelden weer tussen de flauwe woordspelingen en de mateloze hyperbolen. Wij verhuisden om de beelden bij de woorden te zien. Terwijl een helikopter de jonge renner naar het ziekenhuis vloog en men daar uit alle macht probeerde te reanimeren, schudden de lijven van de andere deelnemers in slow motion als drilpudding voor mijn ogen. En zelfs toen het beest Sagan zich over de eindstreep smeet, dacht ik met schrik: Hoe zit het met die andere leeuw? Veel later las ik het: een jonge welp aan het begin van zijn rennersleven, haalde zijn eindmeet veel te snel. En zijn gebrul klonk misschien wat minder luid, maar raakt ons even fel.


(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen  op 13/04/18)

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (447): Euforie

Er zijn weinig dingen die zo kunnen opladen als een wandeling. Zeven jaar geleden had ik dit nog een uitspraak gevonden die bij de dagtrippe...