woensdag 18 september 2013

Ooit (25):

Ooit was slapen een straf. Ik sleepte mezelf tegen heug en meug de trappen op, weigerde de kussen en deed niets liever dan me uit de slaap te houden door me te concentreren op de geluiden van beneden. Als ik de rest van het gezin twintig treden onder mij hoorde lachen, kon ik wel huilen: ook dit geluk ging aan mij voorbij. Liggen in mijn bed: wat ontzettend onrechtvaardig! Daarenboven werden mij verhaaltjes beloofd en zoete dromen maar de korrels die het zandmannetje in mijn ogen strooiden waren bijtend hard en altijd veel te zwaar.

 Totdat ik natuurlijk ontdekte dat een bed meer functies had. Het begon met fijne dromen, die mijn slaap met blosjes kleurden. Opeens vertrouwde ik mijn hoofdkussen geheimen toe, die ik zelfs niet met mijn dagboek durfde delen. Terwijl er treden diep gegniffeld werd of gestikt werd in een nootje, raakte ik verstrikt in de zachtheid van mijn lakens. Ook vond ik steeds leuker om mijn zorgen en mijn lijf in de nacht op een matras achter te laten, terwijl ik met mijn hoofd het ene avontuur na het andere beleefde. 's Morgens schroefde ik dan mijn hoofd aan romp en had een hele dag om al die fantastische dromen in gedachten keer op keer te herhalen.

 Intussen is slapen voor mij een nood. Ook al stel ik het graag nog altijd uit. Meestal val ik nét niet om van vaak en hunker naar een kudde verse dromen. Toch luister ik af en toe nog naar wat ik door de nakende slaap zal missen: een krakend bed, een ruige motorrit, een stapje in de wereld,een nachtelijke sigaret... Dan denk ik: er is nog wakkerheid genoeg. Na een wenteling of drie geef ik me dan grenzeloos weer over aan wie mijn hoofd op hol doet slaan.

 Met mijn ogen dicht loopt mijn dag weer leeg. Mijn bed vult spontaan de rekken aan.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....