zondag 4 december 2011

Ooit (7)

Ooit geloofde ik dat er mannen zo lenig waren dat ze door een schouw konden kruipen. In dat geloof stond ik niet alleen. Niet alleen de kinderen van mijn klas hielden van diezelfde lenige man. Zelfs mijn ouders, mijn grote broers en zus zeiden dat het kon.

Op een dag in december zag ik de man op televisie: hij stapte van een schip en zwaaide vrolijk met zijn hand. Naast hem liep een man met een lange witte baard. Hij bepaalde wat de lenige man voor ons door de schouw naar binnenbracht. Dus ik zwaaide uit volle borst naar de twee mannen. Wat was ik blij dat ze eindelijk in ons land waren gearriveerd!

Ik zat nog wat na te zwaaien, toen mijn broer de woonkamer binnenstormde. Hij riep: "Sinterklaas is in de straat! Haast je!" Ik dacht: Met Zwarte Piet?" en "Dat is vlug!" en liep zonder jas naar buiten. Een echte waaghals was ik niet, dus ik ging loeren achter het huis of ik hem via de open weide in de straat kon zien. Maar ik zag hem niet. Voorzichtig loerde ik om de hoek, maar zelfs aan de voorkant van het huis was hij niet te zien. Ontgoocheld liep ik naar binnen en ik zag dat de hele tafel bezaaid was met speelgoed en snoep. "Heb je hem dan niet gezien?" vroeg mijn moeder. "Zwarte Piet is hier naar binnen geweest, maar hij zei dat hij nog heel veel werk had en dus niet kon blijven voor een kopje koffie."

Ik vervloekte het feit dat ik als jongste van het gezin als enige Zwarte Piet niet had gezien. De anderen hadden hem allemaal met hun eigen ogen kunnen bekijken, terwijl ik hem alleen maar kende van de foto's en TV. Meer nog: ze hadden hem dus allemaal horen zeggen dat hij nog veel werk had en dus niet kon blijven voor een kopje koffie. Een scherpere aanblik op de tafel maakte me weer vrolijk. Een bijzonder koffertje en mijn eerste en enige schminkpop. Die zie ik nog steeds in het laatje kinderblikken staan. En dat mijn broers en zus handschoenen en portefeuilles kregen. Alsof ze niet meer hoefden te spelen. Maar vooral die vijf paar ogen die me glunderend bekeken met een schijn van: "Dat hebben we toch goed gedaan...!"

En inderdaad. Achteraf ben ik hen nog steeds dankbaar. Want zonder die samenzwering had mijn geloof in lenige liefde niet bestaan.





1 opmerking:

Geert M. zei

Tine, die laatste zin zegt het helemaal.

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....