dinsdag 2 maart 2010

PS:

Allerliefste,

Hoe je heet, hoeft niemand anders hier te weten.
En of je leeft, dat is een tweede.
Maar wat ik vragen wou: waar ben je toch gebleven?

Ik begrijp maar al te goed dat je je liever niet laat zien.
Eén paar ogen is genoeg om je uit de voegen te doen groeien.
Dat je niet eens de moeite nam me vanop afstand koel te groeten en dat je zelfs niet in het donker aan mijn huid kwam voelen, vind ik eerlijk gezegd nogal een koude douche. Onprettig zoals dat heet. Vandaar dat ik dus liever breek dan je bij je naam te noemen. Vandaag past er een zak om heen.

En dat je eigenlijk misschien en af en toe wel lief bent, laat ik vanaf dat punt achter mijn zinnen niet meer toe. Weet wel: je mist hierbij de kans om aan het licht te wennen en om meer dan schaamte van mij te kennen. Dat is je recht. Het behoort je toe zoals ik vergeet dat je er even was en naar me keek. Dat we samen gloeiden tot een meer...

Vanaf dit moment ben ik de lafbek in je schoenen.
Je was een niets. Nooit zal iets je nog benoemen.

Zoen!



.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...